Economie vervoer
Hoofdstuk 2. Met de taxi of met de fiets
2.1 het marktaandeel
Als een bedrijf een monopoliepositie heeft, zijn er meestal weinig vergunningen in de omloop. Als er
hierdoor meer bedrijven komen, wordt het marktaandeel kleiner. Dit geeft weer welk deel van de
totale markt in handen ligt van een ondernemer. Als een ondernemer een groot marktaandeel heeft,
mag deze de marktleider genoemd worden. Het marktaandeel kan berekent worden door:
afzet van een onderneming x 100%
Afzet van de totale markt
2.2 opbrengsten, kosten en winst van een taxibedrijf
Je kunt bij een taxibedrijf de totale opbrengst berekenen door de prijs per km x het aantal km.
Je hebt constante kosten, de kosten die niet afhangen van de productieomvang, en de variabele
kosten, kosten die wel afhangen van de productieomvang. De constante kosten en de variabele
kosten zijn de totale kosten.
De totale winst is te berekenen door totale opbrengst – totale kosten.
Je maakt gebruik van een aantal afkortingen.
TO Totale opbrengst
TK Totale kosten
TCK Totale constante kosten
TVK Totale variabele kosten
TW Totale winst
P Prijs
q Afzet
Voor een bedrijf is het belangrijk om te weten bij welke afzet de kosten worden terugverdient. Het
punt waar de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten, heet het break-evenpunt. Je kunt dit
berekenen door de formule van de opbrengst en kosten te vergelijken.
2.3 de designfi ets
Om erachter te komen of het waard is om een bepaald product te produceren kun je een
marktonderzoek doen. Ook moet je weten wat de constante en variabele koste zijn.
2.4 marginale opbrengsten en marginale kosten
De totale winst neemt toe totdat de productiecapaciteit wordt bereikt. De maximale winst wordt
behaald als de productiecapaciteit volledig wordt benut. Als je produceert boven de
productiecapaciteit, veranderd de formule.
Als je de productie uit wil breiden, kijk je of de marginale opbrengst groter is dan de marginale
kosten. De marginale opbrengst geeft aan welk bedrag de ondernemer extra krijgt voor het extra
verkochten product. De marginale kosten geven aan welk bedrag het de ondernemer extra kost om
het extra product te maken.
, Hoofdstuk 3. Verzekeren tegen risico
3.1 er kan alti jd iets mis gaan
In Nederland moet je verplicht een wettelijke aansprakelijkheid verzekering nemen als je een auto
hebt. Ook nemen veel mensen nog een allriskverzekering.
Veel mensen houden niet van risico, dit noem je risico-aversie.
Een verzekering is een overeenkomst tussen een verzekeraar en een verzekerde waarbij de
verzekerde een bedrag betaalt aan de verzekeraar, die in ruil hiervoor de garantie geeft dat een
schade aan de verzekerde wordt vergoed. De verzekerde betaalt dan een premie. Op de
verzekeringsmark zijn de verzekeraars de aanbieders en de consumenten de vragers.
Je kunt de hoogte van de premie ongeveer berekenen door
Premie = kans op schade x gemiddelde hoogte van de verwachte schade.
3.2 helpt verzekeren?
Een verzekeraar bepaalt de hoogte van de premie op risico en administratiekosten en winstopslag.
De verzekeraar weet niet wie veel risico loopt en wie weinig risico loopt. Omdat beide evenveel
premie betalen kan het zijn dat de goede risico’s weggaan. Hierdoor blijven alleen de slechte risico’s
over en kan de verzekeraar failliet gaan. Dit heet averechtse selectie. Om dit te bestrijden kan een
verzekering verplicht worden gemaakt. Er wordt collectieve dwang toegepast. Een andere manier is
premiedifferentiatie. Hierbij moeten de slechte risico’s meer premie betalen dan de goede risico’s.
De basispremie is afhankelijk van de waarde van een auto. De derde manier op averechtse selectie te
voorkomen is een bonus-malusregeling. Mensen die weinig schade veroorzaken krijgen dan korting
op hun premie en andersom.
3.3 je neemt meer risico
Moreel wangedrag is het vertonen van slecht gedrag omdat de persoon ‘toch verzekerd is’. De
verzekeraar probeert dit tegen te gaan doormiddel van eigen risico. Een andere manier is de
invoering van maximum vergoeding
3.4 ik weet meer dan jij
Als de ene partij meer weet dan de andere, spreek je van asymmetrische informatie. De combinatie
van averechtse selectie en asymmetrische informatie kan ervoor zorgen dat de risico’s niet meer te
verzekeren zijn. Door het verzamelen van informatie kan de asymmetrische informatie tegen gegaan
worden. Dit kost wel meer tijd en geld waardoor de transactiekosten ook weer hoger worden.
Hoofdstuk 4. De lucht in
4.1 waarom vliegen?
Er zijn 3 belangrijke redenen voor iemand om te vliegen:
Zakelijk personenvervoer mensen die vliegen voor hun werk. Ze nemen meestal lijnvluchten
Toeristisch personenvervoer toeristen vliegen meestal met chartervluchten.
Goederenvervoer goederen worden zo het snelste vervoert
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veerleg1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.