Volledige samenvatting van Biologie Nectar 6VWO H17 DNA paragraaf 1 t/m 5. Alles uit het hoofdstuk staat in de samenvatting. Alle processen zijn in stappen uitgelegd + begrippen.
DNA: is verdeeld over 46 chromosomen in de celkern of cirkelvormig in de mitochondriën en bevat
informatie voor het maken van eiwitten. Een molecuul bestaat uit 2 strengen met nucleotiden die een
dubbele helix vormen.
Nucleotiden= Bouwsteen van DNA/RNA, bestaat uit: een fosfaatgroep, een suikermolecuul
(deoxyribose/ribose) en een stikstofbase.
Deoxyribose is en molecuul met 5 c-atomen. Het 1e c-atoom een binding met de stikstofbase en het 5e c-
atoom (het 5’-einde) bindt met de fosfaatgroep. Het 3e c-atoom (3’-einde) bindt met de fosfaatgroep van
het deoxyribose ernaast (oftewel het 3’-einde van het ene deoxyribose bindt met de fosfaatgroep oftewel
het 5’-einde van het andere deoxyribose).
In DNA komen 4 verschillende stikstofbasen voor die via waterstofbruggen (H) met de tegenoverliggende
streng binden.
- Adenine (A), Bindt met T via 2 H-bruggen
- Cytosine (C), Bindt met G via 3 H-bruggen
- Guanine (G), Bindt met C via 3 H-bruggen
- Thymine (T) Bindt met A via 2 H-bruggen
AT/CG zijn basenparen waardoor de streng complementair is: volgorde streng 1 bepaalt volgorde streng 2.
Opgerold DNA:
Histon= Speciaal eiwit in chromatinedraad die DNA-moleculen in de kern verstevigt en beschermt.
Nucleosoom= Geheel van 8 histonen met daarom gewikkelde DNA, alles blijft bijeen door het histon.
Chromatinedraad= Draad van aan elkaar gekoppelde nucleosomen, wat bestaat uit DNA + histonen.
Mitochondriaal DNA (mtDNA)= Cirkelvormig DNA in mitochondriën.
- 1 Mitochondriën bevat 5-10 moleculen mtDNA.
- Van 37 genen, coderen 13 voor eiwitten, betrokken bij aerobe (zuurstofrijke) dissimilatie,
- Andere 24 genen coderen rRNA (bouwstenen voor ribosomen) en tRNA (transporteert aminozuren)
- Het mtDNA erft over van moeder op kind via de mitochondriën in de eicel.
Genen bevatten informatie:
Genoom= Het totale DNA van een persoon, bevat 19000 genen.
Gen= Stuk DNA met informatie voor productie van een/ meer eiwitten, zijn afhankelijk van functie
van cel verschillend actief.
De DNA-Code in genen ligt vast in de Sequentie (Volgorde van stikstofbasen A,C,G,T) wat verschilt per gen.
Kleinste gedeelte van genen valt onder coderend DNA= Maakt codes voor eiwitten.
Het grootste deel van genen valt onder niet-coderend DNA= Heeft een andere functie dan codes
maken voor eiwitten. Het bevat daarnaast ook repetitief DNA= Herhalingen van series nucleotiden.
- Repetitief DNA is zowel aaneengeschakeld als verspreid, herhaling varieert van 2-1000 nucleotiden.
- STR’s= Short Tandem Repeats, korte herhalingen van 2-10 nucleotiden op een bepaalde plek (loci)
op een chromosoom.
o Speelt rol bij verwantschapsonderzoeken.
o Onderzoeker vergelijkt STR’s van 13 loci (plaats in het DNA) op chromosomen van
verschillende personen. En brengt zo een DNA-profiel in kaart.
, 17.2 DNA kopiëren
DNA-verdubbeling in een cel:
DNA-moleculen verdubbelen tijdens S-fase door DNA-replicatie:
1. Enzymencomplex met helicasen, verbreekt op een replicatiestartpunt in het DNA de
waterstofbruggen tussen beide strengen naar beide kanten ontstaat 2 replicatievorken.
2. Het RNA-polymerase primase hecht een RNA-primer vast van ribonucleotiden aan beide DNA-
strengen bij het startpunt.
3. Vervolgens vormt het enzym DNA-polymerase een nieuwe streng in de 3 5 richting en koppelt
het een nucleotide vast.
a. Er ontstaat een leidende streng in de richting 3 5 van het replicatie startpunt af: het
DNA- polymerase maakt de nucleotiden in de juiste combinaties (C-G, A-T) zijwaarts vast
van het replicatie startpunt af.
b. Achterwaarts kopieert ook een streng in de 5 3 richting. Deze streng noemen we de
volgende streng en ontstaat naar het replicatie startpunt. Dit gebeurt stapsgewijs in stukjes
(Okazaki fragmenten), steeds vanaf een nieuw geplaatste RNA-primer.
4. Een ander type DNA-polymerase vervangt de RNA- nucleotiden uit de primers door DNA-
nucleotiden (deoxyribonucleotiden) .
5. Het enzym ligase koppelt de Okazaki fragmenten tot een complete streng.
6. Enzymen controleren daarna of er geen fouten zitten in de replicatie.
Proces is semi-conservatief: Elk nieuw molecuul bestaat uit oorspronkelijke + nieuwe streng.
Uitleg bovenstaande begrippen voor verduidelijking:
Helicase= Enzym dat beide DNA-strengen van een chromosoom losknipt door H-bruggen te verbreken.
Replicatievorken= Plaatsen waar de DNA-strengen aan weerszijden van het replicatiestartpunt
uiteengaan door de werking van helicase.
Ribonucleotiden= RNA-nucleotide, een nucleotide met ribose ipv. Deoxyribose (hierin zitten de stikstof
basen C, G, A en U (ipv T)).
DNA-polymerase= Enzym dat een nieuwe streng DNA vormt door complementaire DNA-nucleotiden
aan elkaar aan de originele streng te koppelen (dus de stikstofbasen van de originele
streng worden gekoppeld aan de bijbehorende tegenovergestelde stikstofbasen,
zoals C tegenover G). De nieuwe streng groeit in de 5 3 richting.
Tweede type DNA-polymerase vervangt de RNA-nucleotiden van RNA-primer door DNA-nucleotiden.
Leidende streng= De DNA streng die bij de replicatie van het DNA continu van het startpunt van
replicatie af groeit in de 5 3 richting.
Volgende streng= De DNA-streng die bij de replicatie van het DNA groeit in Okazaki fragmenten, dit
gebeurt achterwaarts ten opzichte van de leidende streng, naar het startpunt van de
replicatie toe.
Achterwaarts kopiëren= De volgende streng groeit bij de replicatie van het DNA in Okazaki-fragmenten
naar het startpunt van de replicatie toe.
Okazaki-fragmenten= Kort DNA-fragment (van de volgende streng) met RNA-primer. Groeit tijdens
replicatie vanaf de primer achterwaarts richting het starpunt. Een speciaal
type DNA-polymerase vervangt de RNA-nucleotiden van primer door DNA-
nucleotiden. Het enzym ligase plakt het Ozaki-fragment vast aan het
al gevormde deel van de volgende streng.
Ligase= Enzym dat bij DNA-replicatie een Okazaki-fragment plakt aan de rest van de nieuwe keten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danevanengelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.29. You're not tied to anything after your purchase.