Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................1
Psychologische scholen I .......................................................................................................................2
Psychologische scholen II ......................................................................................................................5
Wetenschap ...........................................................................................................................................8
De bewijsvraag ....................................................................................................................................11
Psychologische valkuilen......................................................................................................................13
Scenario’s ............................................................................................................................................15
Bayes ...................................................................................................................................................18
Confrontaties........................................................................................................................................20
HLL (Henry Lee lucas).........................................................................................................................22
Valse bekentenissen .............................................................................................................................25
Alternatieve scenario’s ........................................................................................................................27
Verbale deceptiedetectie ......................................................................................................................29
Nonverbale deceptiedetectie ................................................................................................................33
De leugendetector ................................................................................................................................37
,INLEIDING
SCHIEDAMMER PARKMOORD 2000
College ging over de moord op Nienke in Schiedam (2000). Hierbij werd Kees B. als dader gezien en
hij heeft hiervoor vast gezeten. Toen na 3 jaar opnieuw feiten naar boven kwamen bleek dat Kees B.
helemaal niet de dader was. Er is veel fout gegaan in deze zaak chronologisch klopte het niet,
verhalen kwamen niet overeen, DNA kwam niet overeen. In de rapportage van F. Posthumus
(Posthumus, F. (2005). Evaluatieonderzoek in de Schiedammer parkmoord. Den Haag: Openbaar
ministerie. Rassin,) staat meer informatie over het onderzoek over de Schiedammer Parkmoord. Dit
lijkt me niet nodig voor het tentamen.
Een aantal belangrijke woorden:
Totstell respons = doen alsof je dood bent. Je bent niet bewusteloos. Het is een toestand van
een soort lamgeslagen fysieke krachteloosheid, maar sommige zintuigen werken wel. Het is
een reflex. Het is niet een keuze, het overkomt je.
BBS = bril baard snor
Politieproza = tussen aanhalingstekens iets zetten wat de verdachte helemaal niet zo heeft
gezegd
Suggestieve vragen = vragen die al een bepaald antwoord suggereren. Deze vragen kunnen
heel misleidend zijn en kunnen mensen in de richting van een bepaald antwoord sturen. Soms
worden suggestieve vragen gebruikt om informatie te krijgen. Suggestieve vragen zijn
eigenlijk niet wat je wil, maar soms zijn deze de enige manier om aan informatie te komen.
Tunnelvisie / attemtional narrowing = een staat van vernauwd bewustzijn en vernauwde
waarneming
TBS = ter beschikking stelling. Dit kan wanneer iemand niet helemaal toerekeningsvatbaar is
(bijv. stoornis).
1
,PSYCHOLOGISCHE SCHOLEN I
HOOFDSTROMINGEN IN DE PSYCHOLOGIE
PSYCHODYNAMIEK
FREUDS TEKSTEN
Freuds teksten gaan veel over ontwikkeling, persoonlijkheidsstructuur en copingmechanismen.
Ontwikkeling
1. Orale fase (0-1): veel met mond. Freud spreekt over een levensdrift (libido) die van de
geboorte af aan aanwezig is. Deze is van jongs af aan gericht op zuigen (zuigreflex)
moeder borst.
2. Anale fase (1-3): eigen lichaam en ontlasting ontdekken
3. Fallische fasen (3-5): voorkant (kruis) ontdekken
4. Latente fase (6-11): geen duidelijk speciaal onderdeel
5. Genitale fase (11<)
Voor een normale persoonlijkheid moet je volgens Freud de bovenstaande fasen hebben doorlopen.
Volgens Freud kan je een fase teruggaan minder volwassen. Mensen die roken of eetproblemen
hebben, hebben orale trekjes volgens Freud. Het kan zijn dat je bent blijven steken (fixatie) of bent
teruggevallen (regressie). Gierig hoort volgens Freud bij de anale fase.
Persoonlijkheidsstructuur
Freud zag alleen mensen met problemen als psycholoog. Hij zag de wereld somberder hierdoor, want
hij dacht dat alle mensen zo zijn.
Drie onderdelen van de persoonlijkheid:
Ego (ich gefühl) = ik zoals wij onszelf zien
Superego (Uberich) = collectie aan normen en waarden waarvan je weet dat je die moet
hooghouden (engeltje)
Id = dierlijke instincten en impulsen die we allemaal kunnen ervaren. Maar het ego weet dat je
dit niet kunt uiten.
Freud maakt onderscheid tussen het bewuste en onbewust. Het ego is grotendeels bewust, het superego
is 50/50 en het Id is onbewust. Er is ook een deel tussen het onbewuste en bewuste in en dat is het
onderbewuste.
2
, Copingmechanismen
Onverenigbaarheid van persoonlijke impulsen en de omgeving
Voorbeelden van defensiemechanismen:
Displacement (verplaatsing) je gaat op anderen je emoties te uiten. (je bent eigenlijk boos
op je baas, maar deze agressie verplaats je naar huis).
Rationalisatie er is iets wat niet leuk is (je haalt toets niet), ipv zeggen dat je beter had
moeten leren zeg je dat het niet leuk is. Een reden zoeken die beter te verkroppen is dan de
echte reden.
Projectie
Reactieformatie
De meeste copingmechanismen bevatten een element van verdringing van de werkelijkheid .
Verdringen (repressie) en onderdrukken zijn belangrijk voor menselijk functioneren. Anna Freud
(dochter Freud) was ook een belangrijk persoon bij de ideeën over copingsmechanismen.
Patiënten moeten worden volgens Freud worden geholpen door het echte (onbewuste) probleem te
bestrijden. Patiënten weten niet wat het probleem is, en ze willen dat ook niet weten. Ze komen altijd
met een andere hulpvraag. De therapeut moet het onbewuste probleem boven water krijgen
(psychoanalyse). Dit zal ertoe leiden dat de klachten verdwijnen verlossing.
Manieren om achter het onbewuste te komen:
Droominterpretatie (ego slaapt, ID nooit)
Hypnose
Vrije associatie
ZAT
Rorschach (inktvlek)
VERDER OVER FREUD
Problematiek
Veel van Freuds ideeën zijn problematisch:
Freud heeft veel geschreven, soms intern tegenstrijdig
Het werk is diffuus gepubliceerd
Het werk is vaak meerdere keren vertaald
Negatief mensbeeld (hij ziet alleen mensen met klachten → denkt dat iedereen klachten heeft)
De mens is niet baas over zijn eigen psyche
Voldoet niet aan moderne wetenschappelijke criteria
Hoe komt Freud erbij dat verdringen bestaat? Uit droomanalyses en vrije associaties met vrouwen
(1896) kwam hij erachter dat ze seksueel waren misbruikt. De vrouwen wisten dit zelf niet (meer). De
vrouwen kwamen allemaal met andere klachten en door de psychoanalyse kwam hij er dus achter dat
er een onderliggend / onbewust ander probleem was. Later (1905) kwam hij op deze gedachte terug en
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elsvanbroekhoven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.