Wetten
Verdragen
De jurisprudentie
Gewoonte
Een wet is een geschreven regel.
Een wet in materiële zin is een wet die voor herhaalde toepassing vatbaar is en algemene regels
bevat.
Een wet in formele zin is als een wet door de regering en de Staten-Generaal is gemaakt.
Verdrag is een internationale overeenkomst tussen twee of meer landen.
Self-executing: als een verdragsbepaling de burger rechtstreeks bindt.
Jurisprudentie zijn uitspraken van rechters.
Vonnis: als de rechtbank een uitspraak doet.
Arrest: een uitspraak van het gerechtshof of de Hoge Raad.
§1.3 Privaatrecht en publiekrecht
Privaatrecht regelt de relatie tussen burgers onderling. Bijvoorbeeld ontslag of cao.
Publiekrecht regelt de relatie tussen overheden onderling en tussen overheid en burger.
§1.4 Objectief en subjectief recht
Het geheel van geschreven en ongeschreven rechtsregels noem je objectief recht.
Subjectief recht is een individueel recht dat je in het concrete geval aan de objectieve rechtsregels
ontleent.
,Samenvatting Recht [Kies de datum]
§1.5 Dwingend en aanvullend recht.
Dwingende rechtsregels zijn rechtsregels waarvan je niet mag afwijken.
Aanvullend recht is wetgeving dat een onderlinge afspraak vervult.
§1.6 Formeel recht en materieel recht
Materieel recht zijn rechtsregels die de rechten en plichten van partijen regelen. Bijvoorbeeld als je
weigert een navigatiesysteem te betalen bij Coolblue.
Formeel recht wordt bedoeld rechtsregels die aangeven op welke wijze je het materiële recht kunt
handhaven. Bijvoorbeeld de verkopen kan zich wenden tot een deurwaarder.
Hoofdstuk 2
§2.2 Bronnen van verbintenissen
Kunnen bestaan uit:
De wet; bijvoorbeeld wanneer je schade bij iemand maakt
Een overeenkomst; bijvoorbeeld salaris (contract)
Rechterlijke uitspraken; bijvoorbeeld dat de rechter bepaald dat je een schadevergoeding
moet betalen
§2.3 Absolute en relatieve rechten
Als je een recht alleen maar tegenover een bepaalde persoon kunt uitoefenen, noem je dat relatief
recht. Dit noem je ook wel persoonlijk recht. De tegenpool is relatieve verplichting van een ander.
De combinatie van recht tegenover plicht noem je verbintenis.
Voorbeelden van relatieve rechten:
De werknemer heeft recht op loon
De garage heeft recht op vergoeding van de kosten voor de apk-keuring
De skiverhuurder heeft recht op betaling voor het verhuren van ski’s
Als je een studieboek koopt bij de boekhandel, heb je recht op levering
, Samenvatting Recht [Kies de datum]
De plichten van hierboven genoemde rechten:
De werkgever heeft de plicht om het loon te betalen
De klant heeft de plicht om de keuringskosten te betalen
De huurder heeft de plicht om de gehuurde ski’s te betalen
De boekhandel heeft de plicht om het studieboek te leveren.
Een recht dat je tegenover iedereen kan laten gelden, noem je absoluut recht. Bijvoorbeeld een
eigendom.
Octrooirecht heb je als uitvinder alleen recht op jou uitvinding.
§2.5 rechtsfeit en rechtsgevolg
Een rechtsfeit is een feit dat relevant is voor het recht. Aan rechtsfeiten verbindt het recht een
rechtsgevolg.
Als het rechtsgevolg intreedt zonder dat daarvoor een menselijk handelen van betrokkene zelf nodig
is, spreek je van bloot rechtsfeit. Bijvoorbeeld meerderjarig worden.
§2.6 Feitelijke handeling
Als een menselijke handeling niet gericht is geweest op het intreden van een bepaald rechtsgevolg
terwijl het rechtsgevolg wel ontstaat, spreek je van een feitelijke handeling.
§2.7 Rechtshandeling
Een rechtshandeling is een handeling die gericht is op een rechtsgevolg.
Dit kun je onderscheiden in:
1. Eenzijdige rechtshandelingen. Deze komen tot stand door één persoon. Bijvoorbeeld het
maken van een testament, het opzeggen van een overeenkomst en het geven van ontslag.
2. Meerzijdige rechtshandelingen. Deze komen tot stand door twee of meer personen. Het
sluiten van een overeenkomst is een voorbeeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nijmegen21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.