Samenvatting
Social cognition
Cognitieve processen en structuren die sociaal gedrag beïnvloeden en erdoor worden beïnvloed .
- cognitive miser
- motivated tactition
Cognition
De kennis, overtuigingen, gedachten en ideeën diemensen hebben overzichzelf en hunomgeving. Kan ook
verwijzen naar mentale processenwaardoor kennis wordt verworven, waaronder perceptie, geheugen en
denken.
Behavioursm
Een nadruk op het verklaren van waarneembaar gedrag in termen van versterkingsschema's.
Essentialism
Door dringende neiging om gedrag te beschouwen als een weerspiegeling van onderliggende en
onveranderlijke, vaak aangeboren eigenschappen van mensen of de groepen waartoe ze behoren.
Gestalt psychologie
Gestaltpsychologie kan worden gedefinieerd als een denkrichting die ontstond in de jaren twintig van de vorige
eeuw en gelooft dat het geheel van een object of patroon groter en belangrijker is dan zijn delen
Cognitive consitency
Kort gezegd: als je eenmaal een overtuiging hebt, dan zul je alles doen om die overtuiging in stand te houden.
Je gaat dan elke gebeurtenis, elk feit, elke waarneming een uitleg geven die jou gelijk geeft in je overtuiging.
Cognitive dissonance
is de onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen, ideeën of opvattingen of bij
handelen in strijd met de eigen overtuiging.
Implicit personality theory
- Stereotypes
- Socially judgeability
- Summation > Een methode om positieve of negatieve indrukken te vormen door de valentie
van alle samenstellende persoonskenmerken op te tellen.
- Averaging > zelfde als summation maar het gemiddelde pakken
- Weighted averaging > eerste wegen en dan het gemiddelde
Schema
Cognitieve structuur die kennis vertegenwoordigt over een concept of type stimulus, inclusief de attributen en
de relaties tussen die attributen
Person schema’s : specific individuals, bijvoorbeeld schema over een vriendin
Role schema’s : Rolschema is normen en verwacht gedrag van mensen met een specifieke rol in de
samenleving.
, Content -free schema : Schema's zonder inhoud bevatten geen uitgebreide informatie over een
specifieke categorie, maar eerder een beperkt aantal regels voor het verwerken van informatie
Self schema : schema over jezelf
Schema’s do change when they are really inaccurate
Bookkeeping : Geleidelijke schemawijziging door de opeenstapeling van stukjes schema-inconsistente
informatie.
Conversion : plotselinge en massale verandering zodra een kritieke massa aan ontkrachtend
bewijsmateriaal is verzameld.
Subtyping : schema's veranderen in een subcategorie om tegenstrijdig bewijs te accomoderen
Script
A schema about an event
Prototype
Cognitieve representatie van de typische/ideale kenmerken van een categorie.
Social identity theory
De theorie gaat in op de omstandigheden waaronder de sociale identiteit belangrijker is dan de identiteit van
een individu. Groepslidmaatschappen zijn een onderdeel van het zelfbeeld van het individu.
Sociale categorisatie : het proces dat mensen gebruiken om zichzelf in sociale groepen te organiseren
Sociale identificatie : Dit is het proces van identificatie als groepslid
Sociale vergelijking : Dit is het proces waarin mensen hun eigen groep met andere groepen gaan
vergelijken in termen van prestige en sociale status. Om het gevoel van eigenwaarde goed te houden,
moet een persoon zijn in-groep beschouwen als een hogere sociale status dan een uit-groep
Self-categorization theory
Turner en associates' theorie over hoe het proces van het categoriseren van zichzelf als groepslid sociale
identiteit en groeps- en intergroepsgedrag produceert .
Priming
activering van toegankelijke categorieën of schema's in het geheugen die van invloed zijn op hoe we nieuwe
informatie verwerken
Behavioural desicion theory
Set normatieve modellen (ideale processen) voor het maken van nauwkeurige sociale gevolgtrekkingen.
Heuristieken
Short-cuts
Representativeness heuristic
Dat er een beslissing wordt genomen door de huidige situatie te vergelijken met het meest representatieve
prototype dat in ons opkomt
Availability heuristic
betekent dat onze beslissing of oordeel afhangt van het gemak waarmee voorbeelden in onze gedachten
opkomen. Wanneer we een beslissing proberen te nemen of over iets proberen te oordelen, kunnen we snel
een aantal relevante voorbeelden herinneren
, Attribution
Het proces van het toewijzen van een oorzaak aan ons eigen gedrag en dat van anderen
Internal (dispositinal attribution) : Proces waarbij de oorzaak van ons eigen gedrag of dat van andere
wordt toegeschreven aan interne of dispositionele factoren. Leggen de oorzaak van het gedrag bij de
actor
External (situational) : het toewijzen van de oorzaak van ons eigen gedrag of dat van anderen aan
externe of omgevingsfactoren. Zoeken de oorzaak buiten de persoon, bij de situatie.
Outcome bias
Geloof dat de resultaten van een gedrag bedoeld waren door de persoon die het gedrag koos
Correspondence bias
De correspondentiebias is de neiging om conclusies te trekken over iemands unieke en blijvende disposities
(ordening karaktereigenschappen) uit gedragingen die volledig kunnen worden verklaard door de situaties
waarin ze voorkomen.
Kelly’s covariaton model
Consistency information : consistentie van de gebeurtenis, gebeurt het ook op andere moment
Bijv. Haal ik op andere momenten ook een hoog punt? hoge consistente
Distinctiveness information : onderscheidbaarheid van de gebeurtenis, is het bij anderen gevallen ook
Bijv. Haal ik ook bij andere (gevallen) vakken een hoog punt? lage distnctviteit
Consensus information : consensus in vergelijking met anderen
Bijv. Bij meerderen komt dit voor, (meerderen) halen een hoog punt hoge consensus
1 Locus – is the performance caused by the actor (internal) or by the situation (external)?
2 Stability – is the internal or external cause a stable or unstable one?
3 Controllability – to what extent is future task performance under the actor’s control?
Self perception theory
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnvanels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.