100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands recht 13e druk $4.85   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands recht 13e druk

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands recht voor het vak inleiding recht.

Last document update: 3 year ago

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • 1 t/m 9
  • October 19, 2021
  • October 19, 2021
  • 24
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoorcollege 1: Terreinverkenning Staatsrecht

Het recht vervult een aantal belangrijke (4) functies binnen onze maatschappij:
 Normatieve functie: dit zijn gedragsregels waarvan nagenoeg iedereen in de
samenleving vindt, dat zij moeten worden nageleefd en opgevolgd. Wanneer deze
niet worden nageleefd dan volgt een straf. Dit worden ook wel rechtsnormen
genoemd
 Geschiloplossende functie: wij kennen een rechterlijke macht die oordeelt of iemand
een rechtsnorm heeft overtreden, of iemand moet worden gestraft en op welke
manier. Eigen rechter spelen is niet toegestaan, hoe verleidelijk soms ook. Dit wordt
eigenrichting genoemd en is dus verboden.
 Additionele functie: als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te
maken, geeft het recht aan welke regel geldt. Stel dat partijen wel een afspraak
hebben gemaakt over een bepaald punt, dan gaat die afspraak voor en is de
wettelijke regeling niet van toepassing.
 Instrumentele functie: de wetgever bepaalt hierbij op welke wijze bepaalde dingen
gebeuren. Dit zijn vaak alledaagse dingen. Bijvoorbeeld: verkeersregels zoals dat
rechts voorrang heeft

Rechtsbronnen:
 Wet
 Verdrag
 Jurisprudentie: rechtbanken, gerechtshoven en HR
 Gewoonte

Verdrag: is een overeenkomst gesloten door twee of meer staten. Ook in een verdrag zijn
rechtsregels opgenomen. Verdragen kunnen opgesplitst worden in:
 Bilateraal verdrag: een verdrag tussen twee landen
 Multilateraal verdrag: een verdrag tussen meer dan twee landen
o Verdragen worden steeds belangrijker in verband met de toenemende
internationalisering van de samenleving. Voorbeeld: EU

Jurisprudentie: rechtspraak. Recht wordt gesproken door een enkele rechter of door een
rechterlijk college.
 Privaatrecht, ondernemingsrecht en het strafrecht, rechtbank: een vonnis
 Gerechtshof of Hoge Raad: een arrest
 Andere rechtsgebieden: een uitspraak

Gewoonte: twee eisen;
 Vaste gedragslijn: iedereen gedraagt zich naar deze opvattingen
 Rechtsplicht: morele verplichting om zich zo te gedragen

Privaatrecht: burgers en/of bedrijven - burgers en/of bedrijven
 Arbeidsrecht
 Vermogensrecht
 Faillissementsrecht
 Ondernemingsrecht

,Publiekrecht: burgers en/of bedrijven - overheid
 Staatsrecht
 Strafrecht
 Bestuursrecht
 Fiscaal recht

Wie zijn wetgever?
 Centraal niveau: is met name de nationale wetgever. Welke bestaat uit de regering
en Staten-Generaal (1e en 2e kamer). De wetten van de nationale wetgever vormen
tezamen de regelgeving in Den Haag
 Decentraal niveau: treffen we onder meer aan op provinciaal en gemeentelijk niveau.
Door hen uitgevaardigde regels noemen we verordeningen. Treden met name op op
het terrein van het bestuursrecht en het strafrecht en dan nog enkel voor hun eigen
provincie of gemeente
 Andere instanties: bijvoorbeeld de SER of waterschappen: deze regels worden keuren
genoemd

Interpreteren:
 Grammaticale interpretatie: wat staat er taalkundig?
 Wethistorische interpretatie: bedoeling opstellers van de wet: memorie van
toelichting
 Anticiperende interpretatie: rechter houdt alvast rekening met op stapel staande
wetswijziging: let op; niet mogelijk bij het strafrecht!
 Rechtsvergelijkende interpretatie: ons omringende landen
 Systematische interpretatie: onderlinge samenhang
 Teleologische interpretatie: Telos: doel; bedoeling, bijvoorbeeld: Opiumwet

Redeneren naar analogie:
 Het uitbreiden van een wettelijke regel door deze van toepassing te verklaren op een
in essentie gelijke situatie waarvoor geen wettelijke regel bestaat en waarvoor strikt
genomen de wel geregelde bepaling niet geschreven is
 Bijvoorbeeld: huurovereenkomst

Redeneren naar A-contrario: (tegenovergesteld)
 De wettelijke regel wordt alleen maar van toepassing verklaard op het uitdrukkelijk
genoemde geval en niet op een niet concreet genoemde situatie
 Bijvoorbeeld: verboden voor honden bord

Hiërarchische wetgeving:
 Verdrag
 Grondwet
 Wet in formele zin (regering en Staten-Generaal)
 Lagere wetgeving (in materiële zin)
 Algemene maatregel van bestuur (A.M.v.B.)
 Koninklijk besluit (K.B.)
 Ministeriële regeling

,  Provinciale verordening
 Verordening gemeente of ander lager bestuursorgaan

Volgorde wetgeving:
 Hoge wetgeving boven lage wetgeving: provinciale verordeningen gaan boven
gemeentelijke verordeningen
 Nieuwe wetgeving boven oude wetgeving: zijn twee wetten van gelijke niveau met
elkaar in strijd, dan zal de rechter de meest recente wet toepassen
 Specifieke (bijzondere) wetgeving boven algemene wetgeving: gelaagde structuur
BW

Onderverdeling wetgeving:
 Wet in formele zin: door regering + Staten-Generaal (dus de nationale wetgever)
 Wet in materiële zin: een ieder verbindend. Dus iedere regeling van een wetgever
die geschreven is voor een onbepaald aantal en niet bij naam genoemde personen
o Formeel recht: bevat regels over procesgang. Heeft betrekking op de regels die
gevolgd moeten worden om het materiële recht effect te laten hebben. Een andere
naam voor het formele recht is het procesrecht.
o Materieel recht: bevat voorschriften die voor iedereen gelden. Houdt in wat wel en
wat niet mag, dus de rechten en plichten van ieder.

 Dwingend recht: is het geheel van rechtsregels waarvan niet mag worden
afgeweken.
 Aanvullend recht: is het geheel van rechtsregels in het verbintenissenrecht dat een
aanvullende werking heeft op het dwingend recht. Betekent het tegenovergestelde,
hier kan namelijk ieder moment van worden afgeweken
o Voorwaarde: beide partijen moeten akkoord gaan met de afwijking

 Objectief recht: is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit
wetgeving, rechtspraak en gewoonten.
 Subjectief recht: is een recht dat iemand kan hebben
o Bijvoorbeeld: ik heb het recht van vrijheid van meningsuiting, en ik heb als
eigenaar het recht mijn fiets te gebruiken, en die eventueel te verkopen.




Staat: 3 kenmerken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dilankoyuncu. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.85
  • (0)
  Add to cart