Hoofdstuk 3 | Kennisleer
§3.1 Wat is kennisleer?
In de filosofie staan twee grote stromingen bij kennisleer centraal: rationalisme (het verstand) en empirisme (op
zintuigen gebaseerd) Beiden hebben een andere opvatting over kennis.
Kennisleer wordt ook wel epistemologie genoemd.
● Logos: leer.
● Rationalisme: het verstand.
● Sceptici (Michel de Montaigne): filosofen die vinden dat je overal aan kunt twijfelen.
● Epistémè: kennis. Plato onderscheidt kennis van meningen. Aristoteles onderscheidt kennis van
praktische waarheid.
Centrale vragen bij kennisleer (epistemologie) zijn:
- Wat is kennis?
- Hoe is zekere kennis mogelijk?
- Wat is een ware overtuiging?
- Kan ik zelf denken?
- Hoe kunnen we dingen over de wereld te weten komen?
§3.2 Rationalisme
Plato
Het scepticisme betwijfelt of zekere kennis mogelijk is en schort het oordeel over deze vraag op. Plato
werkt zijn kennisleer uit aan de hand van een bekend verhaal: een allegorie.
Allegorie van de grot (ideeënleer)
In de allegorie van de grot: Komt overeen met: Niveau van kennis: Bijvoorbeeld:
Wereld van de 1. De zon en wereld Het Goede en andere Inzicht, de zuivere rede De Idee CIRKEL
Ideeën buiten de grot Ideeën
2. De schaduwen van Wiskundige objecten Het verstand en redelijk Definitie van het begrip
de dingen buiten de denken cirkel
grot.
Wereld van de 3. De beelden die Alles wat er van Geloof De figuur van een cirkel
verschijnselen boven de muur zichzelf is (natuur) en
uitsteken, geluiden alles wat door de mens
is gemaakt
4. Schaduwen op de Verschijnselen Vermoedens Een ronde tafel zoals
wand van de grot, die aan onze zintuigen
echo’s verschijnt
5. Afbeeldingen Kunst Drogbeelden
Paideia betekent genezing of ontwikkeling. Plato noemt dit de bevrijding uit de grot en uit onwetendheid. Deze bevrijding gaat altijd
gepaard met een worsteling. Het doet “pijn” om afstand te doen van onze eerdere opvattingen. We worden “verblind” door nieuwe
inzichten. Toch kan de mens deze hoogste vorm van kennis bereiken. Dat komt omdat de onsterfelijke ziel, voor ons leven op
aarde, zich in de wereld van Ideeën bevond. Kennis is daarmee een kwestie van nadenken en herinneren (anamnese)
Descartes
Descartes wilde bewijzen dat sceptici ongelijk hebben. Hij besloot een methode van radicale twijfel te gebruiken: hij twijfelde aan
alles in de hoop dat er iets over zou blijven waaraan je niet kunt twijfelen, namelijk de gedachte dat hij niets zeker kan weten.
Stap 1: hoe weet je of wat je aangeleerd is door ouders of docenten eigenlijk wel klopt?
Stap 2: kan je je zintuigen wel vertrouwen? (waar jij staat is een pad 3 meter breed, maar in de verte zie je dit als 1 meter breed)
Stap 3: hoe weet je zo zeker dat je nu niet droomt?
Stap 4: zou niet een kwade demon zelfs de wiskunde gemanipuleerd kunnen hebben?
Cogito ergo sum: ik denk dus ik ben (als je twijfelt, denk je en als je denkt, besta je) De demon kan hem dus niet laten twijfelen
aan het feit dat hij niet bestaat.
Rationalisten: filosofen die menen dat je door gebruik van je verstand tot zekere kennis kunt komen.
Nativisme: de opvatting dat er ideeën zijn die aangeboren zijn. Niet alle ideeën zijn aangeboren, zoals het begrip “zon”. Deze moet
je wel toetsen aan de ratio, want als je op je zintuigen zou afgaan is de zon 2 cm groot. Anders is met het begrip God. Dit kan niet
anders dan van God zelf komen. Descartes is met dit begrip in zijn geest geboren. Het is dus een ingeboren of aangeboren idee.
1
, Rationalisme van Descartes
1. Bestaan van zichzelf
2. Bestaan van God
3. Bestaan van de buitenwereld
Descartes kennis over het begrip God
René Descartes: God is perfect. Ik ben zelf niet perfect en een niet-perfect wezen kan niet het idee van het
perfecte wezen verzinnen. Daarom moet het perfecte wezen dit idee zelf in mijn gedachten hebben geplant.
God is dit perfecte wezen die het idee van God in mijn gedachten heeft opgewekt. Dus God bestaat.
Probleem: Is God niet een slecht en boze demon? Goed zijn is perfecter dan slecht. Slecht zijn werd gezien als ‘gebrek hebben
aan het goede.’ Perfect zijn betekent ‘geen enkel gebrek hebben’ en dus is goed niet slecht, maar goed. Als God goed is, zal hij
Descartes niet voor de gek houden, want dat zou slecht zijn. God is eerlijk en zal Descartes dus niet laten denken dat hij een fysiek
lichaam heeft en in een fysieke wereld rondloopt, als dat niet echt zo is.
Aangeboren idee: begrip waarmee je in je geest bent geboren (God)
Verworven idee: begrip dat je hebt moeten leren (Koningsdag bestaat in Nederland, maar als je in Peru woont, wist je dat niet)
§3.3 Empirisme
John Locke
● De rationalist Descartes twijfelde aan de betrouwbaarheid van de zintuiglijke waarneming.
● De empirist Locke verklaart deze discussie door een onderscheid te maken tussen primaire en secundaire kwaliteiten.
Tegenover de rationalisten staan de empiristen: de mens heeft geen aangeboren kennis. Alle kennis doe je op tijdens je leven
door zintuiglijke waarneming. John Locke was een belangrijke empirist. Volgens Locke is de mens als
onbeschreven blad = tabula rasa. Alle ervaringen van de mens van de geboorte beschrijven het blad.
Radicaal empirisme
Locke dacht dat kennis van ervaring kwam. Al onze ideeën komen uit waarneming en reflectie (ervaring)
Innerlijk zintuig: de reflectie.
Empirie: zintuiglijke waarneming
● ruiken, horen, zien, proeven & voelen
Probleem radicaal empirisme (Locke): Locke weet niet of er nog een wereld buiten hem is. Alleen wat hij
waarneemt bestaat. Het radicaal empirisme is voor Locke een probleem, want als je iets niet meer kunt waarnemen blijft het
bestaan (bijvoorbeeld de wereld als je slaap)
Primaire en secundaire kwaliteiten
Primaire kwaliteiten: eigenschappen die de dingen (objecten) van zichzelf hebben. Je kunt het met twee zintuigen waarnemen.
- temperatuur, vorm, beweging, massa, aantal, dichtheid, grootte
Secundaire kwaliteiten: de eigenschappen die we aan dingen toeschrijven, omdat we hun primaire eigenschappen op een
bepaalde manier ervaren. Ze kunnen niet wezenlijk aan het object worden toegeschreven.
- warmte, kleur, geur, smaak, geluid
De warmte is bijvoorbeeld een secundaire eigenschappen, omdat dit kan veranderen. Het ligt aan de waarnemer. Heb je warme
handen en je steekt ze in een emmer met water van 18 graden ervaar je het water als koud, maar heb je koude handen en je doet
ze in een emmer met water ervaar je het water als warm. Het kan dus niet tegelijkertijd warm en koud zijn als eigenschap op
zichzelf. Conclusie: water heeft een bepaalde objectieve temperatuur dat wordt ervaren als warm of koud.
Conclusies Locke: “Er bestaat een wereld buiten mij, maar die ervaar ik altijd op mijn eigen menselijke manier.”
Primaire kwaliteiten staan los van secundaire kwaliteiten, want als er niemand meer met ogen is, zouden er geen gele
zonnebloemen meer zijn, maar als er niemand meer zou zijn heeft de zonnebloem wel een bepaalde vorm.
George Berkeley en de waarneming
Berkeley’s kritiek: zou je een beeld kunnen vormen op basis van alleen de primaire kwaliteiten (zonder de
secundaire kwaliteiten)?
Volgens Berkeley zijn eigenschappen van een sneeuwbal, zoals rond en wit alleen maar secundair. Berkeley
ontkent dat er een materiële substantie, een drager van primaire eigenschappen, te onderscheiden is aan de
sneeuwbal. Volgens Berkeley zijn er geen materiële substanties, want alle eigenschappen van de sneeuwbal zijn
afhankelijk van de waarnemer. Het zijn geestelijke substanties.
Esse est percipi: “zijn is waargenomen” dus als iets niet kan worden waargenomen, bestaat het niet. Als Locke gelijk heeft is de
sneeuwbal rond: als Berkeley gelijk heeft is de sneeuwbal niet rond van zichzelf, maar komt het hoe de mens het waarneemt.
Substantie: datgene wat op zichzelf kan bestaan (de fysische en de geestelijke substantie)
- Subjectief: in de geest (bestaat als het waargenomen wordt)
- Objectief: buiten de geest (God) bijvoorbeeld een pudding in de koelkast. Deze verdwijnt niet als je hem niet meer ziet en de
koelkast dicht doet.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indyfaassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.