Fysiotherapie
De student kent de 3 dimensies van het MDBB-model en kan voorbeelden noemen van alle 3 dimensies.
MDBB -> meer dimensionaal belasting en belastbaarheids model.
Biomedisch -> ziekte, monocausaal mechanisch en apparatuur
Psycho – sociaal -> onbegrepen klachten, zich ziek voelen, multicausaal
Sociaal -> omgeving, werk, werk goed voor de gezondheid.
De student kent de begrippen belasting en belastbaarheid en kan de metafoor van de balans uitleggen.
Belasting -> hoe groot de druk is van buitenaf op de persoon. Dus werkdruk en druk vanuit de omgeving.
Belastbaarheid -> hoeveel de persoon aan kan.
Als je belasting net zo groot is als je belastbaarheid dan is het in evenwicht en heb je een gezonde leefstijl. Op
korte en lange termijn, micro en macroniveau.
gezondheid = een bio, psycho-sociaal en sociale balans tussen belasting en belastbaarheid.
De student kent de begrippen homeostase, ergotrope en trophotrope tuning, adaptief vermogen en stress.
Homeostase -> de balans in je lichaam. De samenstelling van het milieu interieur in stand proberen te houden.
Ergotrope en trophotrope tuning -> activiteit, rust en herstel.
Ergothrope tuning -> lichaam processen die ervoor zorgen dat vrijkomende energie kan worden gebruikt voor
arbeid.
trophotrope tuning -> functies betreffen herstel en opbouw en zijn ook actief tijdens rust en ontspanning.
Adaptief vermogen -> arbeid, rust, stress, ontspannen. Het vermogen om zich aan te kunnen passen.
Belasting/ stress -> zenuwstelsel en hormoonstelsel. Een stresssituatie ontstaan nadat er een moment is
geweest dat de belasting groter was dan de belastbaarheid. Langdurige overbelasting waarbij het lichaam en
geest geen moment heeft gehad om zich te kunnen herstellen.
De student kent de toepassing van het model in de voorbeelden Stress en Training.
Training -> trainen dan supercompensatie en je wordt fitter en gezonder als je op het goeie moment weer gaat
sporten ander zwakt het weer af. Je vergroot de belastbaarheid.
Overtraining -> de belasting is groter dan de belastbaarheid.
Stress -> meer inspanning. Stress is een vorm van spanning die in het lichaam optreedt als reactie op externe
prikkels en het wordt gevolgd door een bepaald patroon van fysiologische prikkels.
De student kan uitleggen wat het gebruik van het MDBB-model betekent voor de rol van de fysiotherapeut.
Is de patiënt gezond, fit en belastbaar. Rekening houden met de belasting en belastbaarheid van de patiënt.
Zorgt ervoor dat de fysiotherapeut niet alleen naar de klacht van de patiënt kijkt 9biomedisch) maar ook naar
de persoonlijke gesteld/ omgeving (psychosociaal) van de patiënt en op basis hiervan een behandelplan
opsteld.
De student heeft basiskennis en inzicht over de terminologie van het ICF-model.
ICF-model kan helpen bij het klinisch redeneren. Het helpt bij klinische keuzes die zullen helpen tot een goede
behandeling en aanpak.
ICF-model: international classification of functioning. Het bestaat uit functie/stoornissen, activiteiten,
participatie, persoonlijke en omgevingsfactoren.
Er is eenheid in taal, verschillende disciplines kunnen met elkaar communiceren en communicatie tussen
collega’s is snel en koppelen van patiëntgegevens kan snel.
klinisch redeneren: de reden om iets te gaan doen met een patiënt aan de hand van de aard en de klacht en de
gegevens die je hebt gekregen en uit gevraagd hebt.
Behandelingsstrategie: een vooraf bedacht plan waarin je samen met de patiënt bedenkt hoe je het doel
bereikt.
De student heeft basiskennis en inzicht over de terminologie van het RPS-formulier
Rehabilitation cirkel: continu proces dat bestaat uit het identificeren van het probleem en de behoeften van de
patiënt. Geralateerd tot relevante problemen van de patiënt uit zijn omgeving. Therapie doelen opstellen.
Plannen en het uitvoeren van de behandelinterventie en het evalueren van de behandeling en het effect ervan.
Informatie die de patiënt geeft (PIP) vul je in het bovenste deel in en informatie die niet voor de patiënt is maar
voor bijvoorbeeld collega’s (NPIP) vul je in het onderste deel in. In officiële taal.
RPS-formulier is hetzelfde als het ICF-model.
, De student heeft basiskennis over het plaatsen van data in het RPS-formulieren het gebruik van cirkels en
pijlen om het klinisch redeneren inzichtelijk te maken.
Door een vermindere ROM ervaart de patiënt pijn met rennen en springen met als gevolg dat hij niet meer kan
basketballen. Verbanden leggen in het RPS-formulier.
De student weet uit welke aspecten het methodisch fysiotherapeutisch handelen bestaat. Dus het
maken van behandeldoelen, het behandelplan en de fysiotherapeutische verrichtingen.
Methodisch fysiotherapeutisch handelen: doelgericht, procesmatig, systematisch en bewust. Fases in
het onderzoek:
Fase 1 -> verwijzing, aanmelding en hypothese
fase 2 -> anamnese en bijgestelde hypothese. En daarna onderzoek op icf niveau
Fase 3 -> definitieve hypothese, advies en behandeldoelstelling
Fase 4 -> meetinstrumenten, behandeling en evaluatie.
Paramedisch verrichtingen: handelingen die de paramedicus uitvoert ten behoeve van de diagnostiek
of de behandeling van de patiënt.
Verrichtingen in het onderzoek: anamnese, observatie lokaal en totaal, palperen, ADL, actief en passief
onderzoek, weerstand en palperen.
Behandeldoelen: wat wil de patiënt graag weer bereiken en op wat voor termijn.
Behandelplan: het plan om het doel te bereiken met de patiënt.
Spierfunctie in relatie met diagnostisch en therapeutisch handelen en
begrijpen kunnen toepassen.
Origo = begin van de spier
Insertie = eind van de spier
Functie = de beweging die door de spier geleverd wordt.
Contractie van spieren:
Dynamisch -> excentrisch = spanning in de spier is kleiner dan de tegenkracht.
Concentrisch= de spanning in de spier is groter dan de tegenkracht.
Statisch -> isometrisch= de spanning in de spier is gelijk aan de tegenkracht.
Onderzoek en klinisch redeneren: anamnese -> intakegesprek doen met de patiënt en
hem vragen stellen aan de hand van het ICF-model.
observatie totaal en lokaal: kijk naar de gewoonte houding en corrigerende houding van
de patiënt
ADL: naar de activiteiten die de patiënt niet kan uitvoeren.
actief onderzoek: patiënt voert de oefeningen zelf uit. Je test de spieren
passief onderzoek: de fysiotherapeut doet de bewegingen en zo test je de gewrichten.
weerstandstesten: een pijnprovocatietest waarbij je de spieren test. En waarbij de patiënt
weerstand geeft.
De student begrijpt de verschillen tussen de vormen van kracht
Vormen van kracht: maximale kracht, duurkracht, kracht snelheid, explosieve kracht, en
kracht en uithoudingsvermogen.
Explosieve kracht = beweging snel maken Van maximale kracht naar kracht snelheid is
explosieve kracht. Van duurkracht naar maximale kracht is hypertrofie wat gaat ontstaan.
actief = kracht en coördinatie = hoe ga ik kracht leveren
De student weet het verschil tussen mono- en bi- en poly-articulaire spieren.
Mono articulaire = spier loopt over 1 gewricht.
Bi articulair = spier loopt over 2 gewrichten.
Poly articulair = spier loopt over meerdere gewrichten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinekehoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.