IPC processen bepalend voor:
• Onderling begrip
• Onderlinge relatie
• Bereiken van doelen
Mensen met goede interpersoonlijke vaardigheden hebben:
• Minder stress
• Hogere self-efficacy
• Meer tevredenheid in intieme relaties
• Meer vrienden, minder eenzaamheid/depressie
Interventie en advies:
• Communicatie binnen bedrijven/klanten
• Gezondheidszorg
Eigen effectiviteit
Fundamentele aspecten van interpersoonlijke communicatie
• Source-receiver model (lineair)
o Zo dacht men er vroeger over
• Transactional model
o Communicatie wordt meer gezien als een proces
o We zijn van elkaar afhankelijk en beïnvloeden elkaar continu
o Je anticipeert als ontvanger steeds op hoe de zender gaat reageren
o Er zit altijd een bepaald opbouw/geschiedenis in; de zender heeft al
bepaalde ideeën en verwachtingen van je als de zender je al goed kent
• Interpretaties spelen een grote rol
o Je moet je best doen om je boodschap goed over te brengen en je best
doen om de ander te interpreteren
o Je moet om elkaar goed te begrijpen het perspectief van de ander kunnen
begrijpen
Aan de hand van de boodschap bepaal je hoe je het gaat brengen, dat is weer van invloed
op de zender.
Taal is ambigu! Heeft veel verschillende betekenissen.
Derek Bentley: “Let him have it” (hij is veroordeeld voor moord op politie agent)
Het was onduidelijk wat hij met “let him have it” bedoelde. Bedoelde hij schieten, of geef
het pistool?
De reactie bepaald vaak de betekenis.
It is a common misperception that language use has primarily to do with words and
what they mean. It does not. It has primarily to do with people and what they mean. It is
essentially about speakers’ intentions – Clark & Schober
Hoe begrijpen we elkaars bedoelingen/intenties?
• Common ground
• Perspective taking
• Egocentrisme vs. Het derde verhaal
, • Self disclosure
→ Mensen zijn continu bezig niet met wat mensen zeggen, maar wat de intenties van
mensen zijn.
• Invloed van context: elke interactie vind plaats in een bepaalde context, die helpt
jou te interpreteren wat de rol van de persoon is en het interpreteren van de
woorden van iemand.
• Invloed van het gedrag van gesprekspartners
• Invloed van het medium
Context
- Set induction: verwachtingen die aan het begin van interactie worden
geactiveerd
- Fysieke omgeving
- Temporele factoren: tijd, wanneer je iemand vraagt om drankje te drinken in de
ochtend is het anders dan in de avond
- Sociaal psychologische factoren
o Interpersonal relationship: verhoudingen tussen mensen, dus bv
baas/werknemer
o Communicatiegeschiedenis (common ground)
- Cultuur: in andere culturen is bv veel aanraken normaal
- Type situatie
o First date script: de verwachtingen die daarbij horen (Pryor & Merluzzi)
o Bepaalde normen gelden in verschillende situaties
o Restaurant script
Medium bepaalt welk interactief gedrag er mogelijk is, welke signalen over en weer
gaan.
- Beperkingen (constraints) en mogelijkheden (affordances) van verschillende
media
- Media richness
- Social presence
Functies van nonverbale communicatie
• Vervangen, aanvullen en veranderen van verbale communicatie
• Reguleren van gesprekken
• Communiceren van identiteit
• Contextualiseren van de interactie
• Negotiating relationships: verhouding die je met gesprekspartners hebt
(transactionele model → wat de 1 doet is bepalend voor wat de ander doet)
,Filmpje Pim Fortuyn.
→ agressieve verhouding
→ oogcontact; Pim kijkt Ad wel aan, maar Ad hem niet
→ Ad zit ingezakt, Pim zit rechterop
→ Pim is dominant in dit gesprek, doordat hij door Ad heen praat en energiek is,
waardoor je Ad “kleiner” ziet worden
Facial mimicry: gezichtsexpressie overnemen van je gesprekspartner
Speech: spreekstijl aan elkaar aanpassen (toon, accent, etc.)
Emotion/mood contagion: gevoel overnemen, merk je vaak in de stem
Behavior matching (kameleon effect): elkaar “nadoen”
Nonverbal Mimicry
• Gebeurt automatisch
• Bij meer mimicry: interactie ervaren als plezieriger, gesprekspartner beoordeeld
als aardiger
• Neurologisch: mirror neurons
o Waarnemen van een actie activeert motor cortex → motor readiness om
dezelfde actie uit te voeren
Chartrand & Bargh
Kameleon effect
Deelnemers werken samen aan een taak met 2 confederates (hoorde bij experiment), in
2 achtereenvolgende interacties.
→ confederate 1: schudde ff met de voet
→ confederate 2: wreef vaak in gezicht
Verborgen camera registreert interactie: codeurs tellen frequentie van voet wiebels en
in gezicht wrijven.
Resultaat: de deelnemer gaat het gedrag overnemen, vooral het voetwiebelen wordt
vaak gedaan.
Tiedens & Fragale (2003)
• Wat gebeurt er als het gaat om macht gerelateerd nonverbaal gedrag (status,
dominantie)?
• Mimicry of complementarity?
Dominante houding: veel ruimte innemen
Onderdanige houding: weinig ruimte in nemen
• Deelnemer werkt samen aan taak met confederate in ofwel dominante of
onderdanige lichaamshouding
• → zie sheet voor onderzoek
• Resultaat: zodra de 1 in een dominante houding ging zitten, ging de ander in een
onderdanige houding zitten. Dit ook andersom.
• Bij meer complementariteit (tegengesteld): interactie ervaren als plezieriger
• Bij meer gelijkheid (mimicry): interactie ervaren als relatief onplezierig
Negotiating hierarchy
- Nonverbale status positie
- Er is een non verbale strijd over wie de dominante rol neemt in een interactie
, - Onderdanig:
o Hedges (sort of, maybe)
o Aarzelingen
o Tag questions (toch?)
o Hoge vocale pitch, laag volume
o Turn taking: niet onderbreken
o Wegkijken
Eyegazing/kijkgedrag is heel belangrijk bij dominantie.
Dominante personen automatically lock eyes bij boze gezichten
- Gezichten buiten bewustzijn op computerscherm
- Bij deelnemers met een dominante persoonlijkheid duurt het langer voordat ze
wegkijken van boze gezichten
Personen met hoge (vs. lage) persoonlijkheidsdominantie gedragen zich dominanter
(meer spreektijd) als ze in lage status positie zitten. Dus zelfs als ze in een onderdanige
rol worden gezet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ntrommelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.31. You're not tied to anything after your purchase.