Vestigingsplaats
Feitelijke omstandigheden (art. 4 lid 1 AWR): plaats van de werkelijke leiding/bestuur. Van
belang kan zijn: directievergaderingen, plaats hoofdkantoor gebouw, woonplaats directeuren,
plaats AVA
Vestigingsplaatsfictie (art. 4 lid 4 Vpb): opgericht naar Nederlands recht
(On)beperkte belastingplicht
Onbeperkt belastingplichtige: belastingplichtig voor gehele vermogen (art. 2 lid 5 Vpb)
- NV/BV
- Andere vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal
- Open commanditaire vennootschap
‘Open’ indien niet iedere participant de CV toestemming voor vervanging moet geven.
Commanditaire vennootschap: beherend vennoot en stille vennoot.
Beperkt belastingplichtige: belastingplichtig voor zover een onderneming wordt gedreven
(art. 2 lid 1 sub e Vpb)
- Stichtingen
- Verenigingen
- Andere rechtspersonen
Indien en voor zover zij een onderneming drijven.
Vermogensetikettering: dynamisch
Onderneming
- Duurzame organisatie
- Kapitaal en arbeid
- Deelname economisch verkeer
- (Objectief) Winstoogmerk (kan worden vervangen door art. 4 lid 1 sub a Vpb =
concurrentiecriterium)
Publiekrechtelijke rechtspersonen: zij zijn belastingplichtig voor zover zij een onderneming
drijven (Art. 2 lid 1 sub g Vpb)
Privaatrechtelijke rechtspersonen: dezelfde regels gelden voor ‘gewone’ privaatrechtelijke
lichamen (art. 8e lid 5 sub b Vpb)
Voorbeelden: hobbyist, kermis gemeente, cryptocurrency handelaar op zolder.
Subjectieve vrijstellingen
Art. 5 Vpb: bepaalde instellingen die (in meer of mindere mate) maatschappelijk belang
nastreven: natuurschoonwet, pensioenfondsen, ziekenhuizen, etc.
Art. 6 Vpb: vrijstellingen voor verenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen indien de
winst niet uitstijgt boven het zogenoemde winst plafond: 15.000 per jaar, dan wel 75.000
gemeten over het lopende en de 4 voorafgaande jaren.
1
,Buitenlandse belastingplicht
Wanneer is er sprake van Nederlands inkomen? (art. 17 lid 3 sub a Vpb)
- Vaste inrichting: een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden
van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend
- Vaste vertegenwoordiger: natuurlijke personen of lichamen die gemachtigd zijn om in
Nederland namens de buitenlandse onderneming overeenkomsten af te sluiten en die
van deze machtiging gewoonlijk gebruikmaken
Verlies Termijnen (art. 20 lid 2 Vpb)
Tot 2019: 1 jaar terug en 9 jaar vooruit
2019: 1 jaar terug en 6 vooruit
Belastbaar bedrag = winst (art. 8 Vpb) – giften (art. 7 lid 3 Vpb) – te verrekenen verliezen
(art. 20 Vpb)
Totaalwinst (art. 3.8 IB)
Totaalwinst = bedrag van alle gezamenlijke voordelen verkregen uit de onderneming
Totaalwinst = ‘alles’ is belast en ‘alles’ is aftrekbaar; mits voortvloeiend uit onderneming
Winstbepaling bij ondernemingen: gelijk voor IB-ondernemingen en BV/NV
Onderscheid wel/niet uit onderneming 🡪 vermogensetikettering
Totaalwinst (art. 3.8 IB): bedrag gezamenlijke voordelen verkregen uit de onderneming
Jaarwinst (art. 3.25 IB): de in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed
koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn die onafhankelijk is van
de vermoedelijke uitkomst
Vermogensetikketing (alleen bij beperkt belastingplichtigen of IB): voordelen vloeien voort uit
vermogensbestanddeel, dus eerst bepalen of dat bestanddeel bij de onderneming behoort.
10% is geen wet maar een vuistregel:
0-10%: verplicht privé/niet-ondernemingsvermogen
10-90%: keuzevermogen
90-100%: verplicht ondernemingsvermogen
Kapitaalstortingen
- Formeel: daadwerkelijk op aandelen gestort kapitaal
- Informeel: al hetgeen de aandeelhouder als zodanig bewust ter bevoordeling aan de
vennootschap doet toekomen
(Vermomd) Dividend
- Formeel dividend: winstuitkering na besluit bevoegd orgaan
- Vermomd dividend: vermogensverschuiving, bevoordeling van vennootschap jegens
aandeelhouder, bewustzijn vereiste, voldoende winstreserves
Afbakening
Totaalwinst bepaalt afbakening prive/zakelijk
- Toetsingsbevoegdheid: van het motief van de uitgaven
Prive-onttrekking: jurisprudentie → hoofdregel WEV
Indien zakelijke kosten: toetsingsverbod van de hoogte van de uitgaven. De inspecteur mag
niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten.
Arrest: renpaarden
De inspecteur heeft wel toetsingsbevoegdheid m.b.t. het motief van de uitgaven. Vraag:
worden de zakelijke belangen van de onderneming gediend of betreft het de persoonlijke
behoeftebevrediging van de ondernemer (of aandeelhouder). Indien het zakelijke kosten
betreft, heeft de inspecteur een toetsingsverbod van de hoogte van de uitgaven (mag niet op
de stoel van de ondernemer gaan zitten). Tenzij geen redelijk denkend ondernemer kan
volhouden dat de uitgaven met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming zijn
gedaan.
Ondernemingskosten: door de bedrijfsuitoefening veroorzaakte uitgaven gedaan met het oog
op de zakelijke belangen van de onderneming?
Uitgaven ontberen slechts dan een zakelijk karakter en zijn niet aftrekbaar indien en voor
zover zij zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de
ondernemer/aandeelhouder.
Inbreuk/Uitzondering op totaalwinst
Totaalwinst: ‘alles’ is belast/aftrekbaar. Uitzonderingen:
- Kwijtscheldingswinst toch niet belast (art. 3.13 lid 1 sub a IB)
- ‘Prijsgeven’ vereist
- ‘Niet voor verwezenlijking vatbare rechten’
- Aftrekbeperkingen
- Geheel niet aftrekbaar (art. 3.14 IB)
- Gemengde kosten (art. 3.15 IB): niet aftrekbaar 4500 euro of 73,5% aftrekbaar indien
belastingplichtige daarvoor kiest. Privé-element wordt er daardoor uitgefilterd.
Winstbepaling in de Vpb
Art. 9 Vpb: bij het bepalen van de winst komt mede in aftrek: d) oprichtingskosten, alsmede
kosten van wijziging in het kapitaal
Art. 10 Vpb: bij het bepalen van winst komt niet in aftrek:
a) uitdelingen die niet onder art. 9 vallen
d) vergoeding op hybride lening
e) vennootschapsbelasting en gelijksoortige buitenlandse belastingen
f) wegens genoten winst geheven (daarop ingehouden) dividendbelasting
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophievA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.