100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Colleges Methoden en Technieken Kwantitatief Onderzoek $4.30
Add to cart

Class notes

Colleges Methoden en Technieken Kwantitatief Onderzoek

 2 purchases
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 11 pagina's voor het vak Methoden en Technieken Kwantitatief Onderzoek aan de EUR

Preview 3 out of 11  pages

  • February 9, 2015
  • 11
  • 2014/2015
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Methoden en technieken van kwantitatief onderzoek
College 1 - Inleiding

Statistiek = science of data:
Verzamelen, classificeren, samenvatten, organiseren, analyseren en interpreteren
van numerieke gegevens.
= toegepaste wiskunde: beschrijven, verklaren, voorspellen, besluiten
nemen.

Twee soorten statistiek:
1. Beschrijvende statistiek: beschrijven van verzamelde gegevens
2. Inferentiële statistiek: generaliserende uitspraken doen over populatie
gebaseerd op een deel van die groep (steekproef)

Soorten gegevens: meetniveau
- Kwantitatieve gegevens (zijn van zichzelf al in cijfers uitgedrukt)
o Gemeten op een van nature voorkomende numerieke schaal
o Gelijke intervallen (waardoor je gegevens mag optellen en
aftrekken)
o Gegevens met een relatief nulpunt zijn intervalgegevens (iets waar
wij het getal 0 aan hebben gegeven: 0 graden Celsius)
o Gegevens met een absoluut nulpunt zijn ratiogegevens (cijfer 0
betekent ook echt 0: bijvoorbeeld je leeftijd)
- Kwalitatieve gegevens
o Kunnen niet worden gemeten op een van nature voorkomende
numerieke schaal
o Gemeten door middel van classificatie > categorieën
o Categorieën van nominale gegevens kunnen niet betekenisvol
worden gerangordend (de ene is niet beter dan de andere vb.
geslacht)
o Categorieën van ordinale gegevens kunnen betekenisvol worden
gerangordend (de een is wel meer dan de andere vb. hoeveelheid
tijd studie)

Meetniveau:
- Vervoersmiddel = nominaal
- Aantal biertjes = ratio
- Hoeveelheid tijd studie = ordinaal
- Aanvangstijden hoorcolleges = interval
- Duur tentamen = ratio
- Wel of niet halen BSA = nominaal

Gebruik van meetniveaus:
- Kwalitatieve en kwantitatieve gegevens kunnen bij sommige technieken
tegelijk worden gebruikt
- Kwantitatieve gegevens kunnen worden getransformeerd in kwalitatieve
gegevens door middel van het maken van categorieën/classificatie
- Kwalitatieve gegevens kunnen niet betekenisvol worden omgezet in
kwantitatieve gegevens, met uitzondering van dummy variabelen en Likert
schalen

Variabelen beschrijven:
- Kwalitatieve gegevens beschrijven:

,Valide percentage = je kijkt alleen naar de waarnemingen die valide zijn. Missing:
antwoord ontbreekt; men wil antwoord niet geven of weet het niet.
- Kwantitatieve gegevens beschrijven

Drie centrummaten: centrale tendensie.
1. Modus = de meting die het vaakst voorkomt in de gegevensverzameling
2. Mediaan = het middelste getal wanneer de meetwaarden zijn
gerangordend
3. Gemiddelde = de som van de metingen gedeeld door het aantal metingen
in de gegevensverzameling
U – gemiddelde populatie. –x is gemiddelde steekproef

WISKUNDE ACADEMIE op youtube zoeken.

Waarom drie verschillende maten? Waarom niet gewoon alleen gemiddelde?
1. Meetniveau van de variabele; niet altijd mogelijk
Bijv. voor nominale en ordinale variabelen kun je dat niet doen, zegt namelijk
helemaal niks.
2. Verdeling van de variabele; niet altijd zinvol

Meer informatie over de verdelingen:
Drie spreidingsmaten > Spreiding zegt iets over de afwijking van de het
gemiddelde.
1. Bereik (variatiebreedte) = ook wel interkwartielafstand
- Grootste meetwaarde minus de kleinste meetwaarde
- Ongevoelige maat voor variatie als de gegevensverzamelingen groot zijn
2. Steekproefvariantie (s2)
- Maat voor de afstand van alle waarnemingen ten opzicht van het
gemiddelde = de verspreiding van de waarnemingen tov het gemiddelde
- Hoe hoger de variantie hoe groter de spreiding
3. Variantie:
- Opsomming van alle afstanden van de waarnemingen (x) tov het
gemiddelde (u) > dus we kijken niet naar de absolute verschillen
- Kwadrateren (want anders totaal = 0)

Standaardafwijking = the average distance to the mean.
Filmpje:
1, 2, 3, 4, 5
- Mean (mediaan) = 3
- Standaardafwijking (2+1+0+1+2)/5 = 1,2
Som(Xi-u) = 0. Voorkom je negatives. Oplossing: som(Xi-u) 2 maar dan krijg je:
- Average squared distance to the mean = variance = variantie.
- Dus standaardafwijking is wortel van de variantie.

som ( Xi−u ) 2
= √
n


Bij een steekproef: n-1
Bij populatie: n

College 2 – Kansverdelingen en steekproeven
Waarom kansrekening?
- Om uitspraken te doen over de populatie

, - Zonder kunnen we niet statistisch toetsen
- Kans is afhankelijk van de kansverdeling

Drie soorten kans:
1. Weetkans = objectieve kans > weet zeker wat aantal uitkomsten is, achter
je bureau te rekenen. Je weet precies wat de kans is.
o Gebaseerd op logisch beredeneren
o Aantal mogelijke uitkomsten bekend
Vb. 1 op 52 kaarten
2. Empirische kans = relatieve kans > niet achter je bureau te berekenen, op
straat vragen of via een enquete
o Gebaseerd op een kans experiment
3. Subjectieve kans > is gebaseerd op een mening en andere factoren
o Additionele factoren (mening)

CPB: maken gebruik van empirische kansen en subjectief soms.

Wet van de grote getallen: als je maar oneindig keer het kansexperiment
uitvoert, dan kom je dichterbij de objectieve kans/weetkans.


Selecte vs aselecte steekproeven:
- Selecte steekproef
o Iedereen die wil meedoen
o Quota
o Sneeuwbal
o Doelgericht
o Zelfselectie
- A-selecte steekproef
o Enkelvoudig; stratificatie; systematisch met een aselect begin;
cluster
o Wordt vaak gebruik gemaakt van toevalsgetallengenerator
o Aselect is niet representatief!

Fouten in survey gegevens:
- Selection bias: bepaald deel populatie sluit je uit, door mensen via telefoon
te vragen
- Non-response bias: vertekening doordat niet alle eenheden in steekproef
responderen
- Measurement error:

Soorten kansverdelingen:
- Discrete kansverdelingen (telbaar heel getal)
o Hypergeometrische kansverdeling ‘aselecte steekproef zonder
terugleggen uit een eindige populatie’
o Binominiale kansverdeling: trekken met teruglegen, succes vs geen
succes

Continue kansverdeling

Van normaal naar standaardnormale verdeling

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mdlstuvia. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62774 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.30  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added