Samenvatting - Anatomie en Morfologie van Plant en Dier (PECS03)
24 views 2 purchases
Course
Anatomie En Morfologie Van Plant En Dier (PECS03)
Institution
Aeres Hogeschool (aeres)
Dit is een samenvatting van alle lessen van PECS03 uit het schooljaar . Alle nodige afbeeldingen uit de Powerpoints zijn erin verwerkt. Tip: open de samenvatting NIET in Word Online, maar in de desktop app. Hierdoor zal de layout beter tot z'n recht komen!
Taxonomie: Naamgeven en classificeren van diverse levensvormen
Fylogenie: Evolutionaire geschiedenis van een soort (of groep verwante soorten), plek in de
evolutieboom o.b.v. DNA (BV. Kijken van welke soort walvis walvisvlees afkomstig is).
Binominale namencultuur: Naamgeving d.m.v. geslacht + soort
Definitie soort: Individuen die (natuurlijk) vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Morfologische soort: soort o.b.v. uiterlijk
Boeiwijzen: (om te overhoren telst in vakjes is wit)
pluim
tuil
aar
scherm kolf tros
hoofdje
Soortvorming (hoe?): 2 groepen van dezelfde lang reproductief gescheiden zijn door een barrière
(habitat, broedseizoen, gedrag, geografisch (rivier, bergketen), of fysieke barrière)
Convergente evolutie: zelfde soort aanpassingen, niet aan elkaar gerelateerd
Over-reproductie: meer nakomelingen dan omgeving aankan
,Kunstmatige selectie: creëren van nieuwe soorten door te selecteren op eigenschappen
Natuurlijke selectie:
Wanneer overgeërfde eigenschappen bepaalde individuen een hogere kans opleveren om in een
bepaalde omgeving te overleven en zich te reproduceren dan zullen deze individuen meer
nakomelingen achterlaten dan andere individuen
Dit ongelijke vermogen van individuen om te overleven en te reproduceren leidt, naarmate het
aantal generaties toeneemt, tot een toename van (individuen met) gunstige eigenschappen in de
populatie, zolang de omgeving hetzelfde blijft.
Als een omgeving in de loop van de tijd verandert, kan natuurlijke selectie zorgen voor aanpassingen
aan deze nieuwe situatie en kan het nieuwe soorten opleveren.
Natuurlijke selectie kan alleen inwerken op bestaande variaties in eigenschappen.
Bouwplannen hebben een historische ontwikkeling doorgemaakt. Evolutie wordt beperkt door deze
bestaande structuren waarop verder geborduurd moet worden.
Aanpassingen zijn vaak compromissen tussen conflicterende omgevingsfactoren.
Fylogenetische boom: toont hypothese over evolutionaire verwantschappen
Vertakkingspunt: is een splitsing in 2 soorten
Zuster taxon: is groep die een directe gemeenschappelijke voorouder deelt met andere groep
Sporenplanten
Mossen: 470 miljoen jaar geleden ontstaan. Landplanten -> sporenplanten -> vaatlozen (bryofyten)
- ontstaan uit groene alg, Charofyten (kranswieren) meest naaste verwanten
- Voordelen van op land: ongefilterd zonlicht, meer CO2, minder herbivoren en pathogenen
- Aanpassingen voor leven op land: water opnemen en vasthouden, stevige structuren om overeind
te blijven.
Voortplanting:
Sporofyt: is diploïd, bestaat uit
seta (stengeltje) en
Sporangium: sporendrager, maakt
uit diploïde sporocyten haploïde
sporen (m of v) door meiose.
Sporen groeien uit tot:
- Gametofyt (man): Plantje wat
groeit uit haploïde spoor,
produceert zaadcellen (met
flagellen) die eicel van vrouw
bevruchten d.m.v. water
- Gametofyt (vrouw): Plantje wat
groeit uit haploïde spoor,
produceert 1 eicel die wordt
bevrucht door zaadcel man.
Gametangium: zit op puntje
gametofyt en produceert de ei- en
spermacellen (gameten)
, Zygote: bevruchte eicel, groeit uit tot embryo, groeit uit tot nieuwe sporofyt
Gametofyten: dominante levensvorm bij mossen, verankerd door rhizoïden
Apicale meristemen: groeipunten, planten blijven continu groeien
Pathogenen: ziekteverwekkers
Cuticula: waslaagje tegen uitdroging
Huidmondjes: stomata (stoma enkelv.), zitten op bladeren voor gaswisseling
Varens: 425 miljoen jaar geleden ontstaan. Landplant -> sporenplanten -> met vaten (vasculair).
Minder afhankelijk van water door vaten.
Vaatplanten eigenschappen:
- Xyleem: verhouten (celwanden bevatten lignine) vaten voor transport omhoog: water, zout en
mineralen
- Floëem: vaten voor transport omlaag: suikers (fotosyntheseproducten + aminozuren)
- Lengtegroei: mogelijk gemaakt door vaten
- Sporofyt niet afhankelijk van gametofyt voor voeding
Varens: hebben geen rhizoïden maar echte wortels. Ook hebben ze sporofyl (sporendragende
bladeren)
Voortplanting:
Uit een spoor groeit een
gametofyt (met voorkiem)
met zowel Antheridium (m)
als Archegonium (v). Eicel in
het archegonium wordt
bevrucht door zaadcel uit
antheridium en er groeit
een diploïde sporofyt uit.
Als deze volwassen is
vormen er sori (klompjes
sporenkapsels). Deze
bestaan uit sporendoosjes
(sporangium) die haploïde
sporen produceren. Als deze
openbreekt komen de
sporen vrij
Microfylla: met één vaatbundel. (Alleen bij Lycofyta (Wolfsklauwen))
Megafylla: met vertakte vaatbundels. (Ontstaan door fusie vertakte stengels)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gonzo420. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.