SV Final Inleiding tot de Cognitiewetenschap
College 8 – Evolutionary Approach
Evolutie en cognitie
➢ Basisgedachte:
o De mens is een product van evolutie
o Dan geldt hetzelfde vast ook voor onze cognitieve vermogens → hersenen nemen een
belangrijkere plaats in
o Kunnen we de menselijke cognitieve vermogens beter begrijpen in de context van
hun evolutionaire oorsprong?
Evolutietheorie
➢ Jean Baptiste Lamarck
o ‘Eerste’ theoretisch framework poneerde dat:
▪ De omgeving zorgde voor aanpassingen in dieren (aanpassing/adaptatie)
▪ Deze verworven eigenschappen doorgegeven worden aan het nageslacht.
o Geloofde wel in ‘doelgerichte’ evolutie
➢ Zeker niet ‘from scratch’ bedacht door Darwin...
o Bijv. transmutatie (aanpassen van soorten) was al eerder voorgesteld en zelfs redelijk
geaccepteerd...
o De genetische basis is pas een eeuw later ontdekt...
o Het nieuwe aan Darwins theorie was de verklaring van de mechanismen die eraan
ten grondslag liggen: natuurlijke selectie + seksuele selectie
➢ Charles Darwin:
o Benadrukte competitie tussen individuen van dezelfde soort om te overleven en voort
te planten.
➢ Alfred R. Wallace:
o Benadrukte ecologische druk op variaties in eigenschappen en soorten, die er toe
leiden dat deze of aangepast raken aan de lokale omstandigheden, of uitsterven.
Natuurlijke selectie
Belangrijke observaties (CD):
➢ Variatie binnen populaties
➢ Deel van deze variatie is overerfbaar
➢ Niet ieder individu (binnen de populatie) overleeft
o (overleeft niet lang genoeg om nakomelingen te krijgen)
Belangrijke conclusies:
➢ Variatie binnen populaties
➢ Varianten kunnen voordelig zijn voor individuen in specifieke omstandigheden
➢ Dit zorgt voor een relatieve verhoging van overleving voortplantingssucces van dit individu
(camouflagekleur)
➢ Survival of the fittest
Extra bevindingen:
➢ Veranderingen in een eigenschap gebeuren toevallig en gradueel...
➢ Alleen als de veranderingen de ‘fitness’ bevorderen worden deze ‘geselecteerd’...
➢ Dit leidt tot adaptatie/aanpassing aan een specifieke omgeving/habitat...
1
,Voorbeeld:
➢ De peper-en-zout mot Biston betularia
➢ Predatie-experimenten hebben aangetoond dat (het
gebrek aan) camouflage inderdaad een grote rol speelt
in de ‘fitness’ van de mot
➢ Dit is een voorbeeld van natuurlijke selectie, maar...
➢ Een extra stap is meestal nodig voor soortvorming
➢ Een nieuwe soort ontstaat als individuen van niet meer
kunnen reproduceren
Soortvorming:
➢ Hiervoor dient een deel van de populatie geïsoleerd te
zijn
➢ Denk aan de Galapagos Eilanden
➢ Al hoeft dit niet per se via ‘fysieke’ obstakels.
➢ Het belangrijkste waarmee Darwin afweek van zijn
tijdgenoten... en één van de hoekstenen van de moderne evolutietheorie:
➢ Evolutie is NIET doelgericht, maar eerder een aaneenrijging van min of meer toevallige
gebeurtenissen
o Variatie is toevallig, maar door selectiedruk kan het een voordeel opleveren, enz.
Seksuele selectie
Darwin’s probleem:
➢ De staart van de pauw....
➢ Hoe kan dat de ‘fitness’ van deze individuen verhogen?
➢ De oplossing hiervoor zag hij in Seksuele Selectie...
2 vormen:
➢ Intraseksuele selectie
o (man-man/ vrouw-vrouw) competitie
➢ Interseksuele selectie
o Partnerkeuze → vaak vrouwelijke keuze
➢ Dit leidt tot Seksuele Dimorfie
o Mannen ander uiterlijk dan vrouwen
Debat
De evolutionaire psychologie heeft een rol in dit debat...
➢ Door de nadruk op het ‘verklaren’ van sociale omgangsvormen tussen mannen en vrouwen
➢ Door de nadruk op onze (sociale) cognitie en de aannames over de Jager-Verzamelaar
structuur waarin wij ‘geëvolueerd’ zijn
➢ Probleem is ook dat stereotyperingen, clichés en politiek gaan meespelen
Overerfelijkheid van eigenschappen
➢ Mendel
o Beginselen van de erfelijkheid (van erwten)
2
,3
, Overerfelijkheid (DNA)
➢ Fenotype: eigenschap die uiteindelijk zichtbaar is
➢ Al onze genen in DNA (genotype)
➢ Verdeeld over de chromosomen
➢ Genen coderen voor specifieke eiwitten
➢ Genen bestaan uit series van basenparen
➢ Basenparen bestaan uit nucleotiden
➢ Dubbele chromosomen: allelen
Erfelijkheid van eigenschappen
➢ Dominant:
o Als 1 allel dit gen bevat uit het zich al in fenotype
➢ Recessief:
o Alleen fenotype als gen op beide allelen bestaat
➢ Eigenschappen (fenotype) kan dus veranderen door kruising, maar...
o DNA kan ook veranderen door (o.a.):
▪ Puntmutaties (vaak letaal wanneer in ‘coding’ DNA, maar een groot deel is
‘non-coding’)
▪ Cross-over bij de Meiose
Selectie/ erfelijkheid
➢ Selectie gebeurt op eigenschappen
o Door een ‘adaptieve’ waarde in een omgeving/habitat
▪ Dit is het fenotype
o Het genotype is de basis voor het fenotype
o Mutaties (en dergelijke) veroorzaken toevallige variatie
▪ DIT MAAKT NATUURLIJKE SELECTIE MOGELIJK
Vergelijken, homologie en convergentie
➢ Veel van onze structuren zijn vergelijkbaar met die van andere vertebraten (andere vormen
van bv voorbenen, maar met zelfde onderdelen/ botten)
➢ Nu anders van vorm door aanpassingen aan leefomstandigheden
➢ Homologie: verschillende vormen hebben een gezamenlijke oorsprong
➢ Geldt dit ook voor onze cognitie?
➢ Dat is moeilijk vast te stellen
➢ Homologieën zijn gevonden in de hersenen van zoogdieren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IsabelleU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.64. You're not tied to anything after your purchase.