100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verpleegkunde AFPF - Lesdoelen casus 5: Arjan - 2021/2022 $4.58   Add to cart

Summary

Samenvatting Verpleegkunde AFPF - Lesdoelen casus 5: Arjan - 2021/2022

1 review
 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle uitgewerkte lesdoelen van casus 5

Preview 2 out of 6  pages

  • Yes
  • October 21, 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: miriam-ruthpouwels • 2 weeks ago

avatar-seller
AFPF Casus 5: Arjan


Lesdoelen les 5

De structuur van de huid beschrijven
De bovenste laag van de huid is de epidermis (opperhuid) en de laag daaronder is de dermis
(lederhuid). De epidermis is het dikste op de handpalmen en voetzolen. Onder de dermis ligt nog een
onderhuidse laag.
De huid bevat op bepaalde plaatsen klieren, haar en nagels.

De hoofdfuncties van de huid uitleggen
De hoofdfuncties van de huid zijn;
-Bescherming
Relatief waterbestendig, beschermt diepere kwetsbare structuren, belangrijke barrière tegen micro-
organismen/ chemicaliën/ uitdroging etc.

-Regulering van de lichaamstemperatuur
Blijft gemiddeld op 36,8 graden. De huid kan warmte kwijt door straling, verdamping, conductie en
convectie.

-Vorming van Vitamine D
-Gevoel in de huid
-Absorptie (nicotinepleisters/ gifstoffen zoals kwik)
-Uitscheiding (huid als uitscheidingsorgaan; aromatische stoffen/ natriumchloride in zweet)

De fasen van de wondgenezing beschrijven
-Reactiefase:
Deze fase omvat de hemostase en de ontstekingsreactie. Bij hemostase wordt de bloeding gestopt
en wordt een korst gevormd. Er kan een ontstekingsreactie ontstaan.
-Regeneratiefase:
Macrofagen stimuleren de vermenigvuldiging van fibroblasten en de aanleg van nieuwe
bloedvaatjes. Fibroblasten produceren collageen.
-Rijpingsfase:
Dit is de laatste fase. Hierbij is de wond al gesloten maar worden er binnenin nog extra verbindingen
aangemaakt. Het litteken wordt langzamerhand minder rood. Er kan een keloïd ontstaan, dit komt
vaker voor bij mensen met meer pigmentcellen in de huid.

De structurele relatie tussen chromosomen, genen en DNA beschrijven.
DNA is georganiseerd in functionele eenheden, de genen. Deze zijn weer onderdeel van veel grotere
structuren, namelijk de chromosomen.

De moleculaire structuur van DNA beschrijven.
DNA is opgebouwd uit een dubbele keten nucleotiden bestaande uit suikers, fosfaatgroepen en
basen. Het molecuul wordt ook wel vergeleken met een gedraaide ladder.

Een definitie geven van de termen autosomen en geslachtschromosomen.
Een menselijke cel bevat 46 chromosomen in 23 paren. De eerste 22 paren zijn autosomen de
chromosomen van paar 23 zijn de geslachtschromosomen. Deze bepalen iemands geslacht; XX
(meisje) of XY (jongen).

, AFPF Casus 5: Arjan


De termen mutatie, genoom, haploïd, diploïd en karyotype definiëren.
Een mutatie is een erfelijke verandering van de normale eigenschappen van een cel. Het kan
spontaan ontstaan wanneer DNA zich verdubbelt of een cel zich deelt. Het kan ook worden
veroorzaakt door uitwendige effecten zoals röntgenstralen. De meeste mutaties worden meteen
gerepareerd maar kunnen ook kanker veroorzaken.
Het geheel van genetisch materiaal heet het genoom (de hele genetische samenstelling).
Een cel met 23 paar chromosomen heet diploïde. Met slechts de helft van het normale aantal
chromosomen, dus 23 in plaats van 46, heten haploïde. Geslachtscellen zijn haploïde, zodra een eicel
bevrucht wordt komen de chromosomen bij elkaar en dit levert een diploïde cel op.
Het beeld van het volledige stel chromosomen van een cel, gerangschikt op grootte en vorm, heet
het karyotype.

De oorsprong en structuur van mRNA beschrijven.
mRNA wordt in de celkern vanuit een gen gesynthetiseerd wanneer de cel het eiwit nodig heeft
waarvoor dat gen codeert.
Het is een enkelstrengsketen van nucleotiden en bevat ribose i.p.v. desoxyribose zoals DNA. Ook
bevat het de base uracil i.p.v. thymine.

Het transcriptie- en translatiemechanisme beschrijven.
Transcriptiemechanisme
Het proces waarin de informatie in DNA, nucleotiden voor nucleotiden wordt omgeschreven naar
mRNA.

Translatiemechanisme
Het vertalen van mRNA in eiwitten. De nucleotidenvolgorde wordt herkend en de bijbehorende
aminozuren worden aan elkaar gekoppeld tot een eiwit. Dit proces vindt plaats in de eiwitfabriekjes
(ribosomen).

Het mechanisme beschrijven van DNA-replicatie.
De spiraal wordt uit elkaar gevouwen en de twee strengen worden uit elkaar gehaald zodat de basen
blootliggen. Beide strengen worden gekopieerd. Het enzym dat verantwoordelijk is voor de replicatie
beweegt langs de strengen om de genetische code af te lezen en voegt daarna complementaire
basen toe. Elke blootliggende streng wordt nu een dubbele streng met als resultaat: twee identieke
DNA- moleculen. Als de nieuwe streng is gevormd, zorgen andere enzymen ervoor dat deze wordt
gedraaid en wordt teruggewonden tot zijn normale sterk gevouwen vorm.

De processen van mitose en meiose met elkaar vergelijken.
Het verschil tussen mitose en meiose is dat bij mitose één deling plaatsvindt, en bij meiose twee. Uit
de meiose ontstaan vier dochtercellen in plaats van twee, die van alle van de oudercellen van elkaar
verschillen. Meiose is bij geslachtscellen.

De grondslag van genetische variatie van generatie tot generatie beschrijven.
De overdracht van moederlijke en vaderlijke chromosomen naar dochtercellen is willekeurig. Er zijn
dus een reusachtig aantal mogelijke combinaties. Dit verklaart waarom een kind een combinatie
eigenschappen van vader en moeder overerft en waarom een kind ook weer sterk van de ouders kan
verschillen.

De basis van de autosomale erfelijkheid beschrijven, met inbegrip van het
belang van recessieve en dominante genen.
Dominante genen overheersen recessieve genen, zodat er maar één
exemplaar van een dominant gen nodig is om de bijbehorende eigenschap

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxw99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.58
  • (1)
  Add to cart