Betalingsbalans
Overzicht van alle transacties tussen een land en het buitenland
Lopende rekening (E-M)
Goederenrekening
Export goederen Import goederen
Dienstenrekening
Export diensten Export diensten
Primaire inkomensrekening
Beloning voor beschikbaar stellen Beloning voor beschikbaar stellen
productiefactoren (bijv. arbeid) stellen productiefactoren van het
aan het buitenland buitenland
Inkomensoverdrachtenrekening
Inkomensoverdrachten naar NL Inkomensoverdrachten van NL
van het buitenland waar geen prestatie naar buitenland waar geen
tegenover staat prestatie tegenover staat
Saldo van de Lopende Rekening
Kapitaalrekening
Kapitaalrekening
Investeringen en beleggingen van Investeringen en beleggingen
het buitenland in NL van NL in het buitenland
(=kapitaalimport) (=kapitaalexport)
Saldo van de kapitaalrekening
, Verandering van de betalingsbalans
1. Inflatie (dus de prijzen bij ons worden hoger)
Internationale concurrentiepositie verslechterd > de export wordt minder
de import wordt meer
Dus het saldo op de Lopende Rekening zal verslechteren
2. Rente (refi-/ reporente) gaat omhoog
Algemene banken (ING, Rabo) verhogen de rente > rente op leningen en spaarrekeningen
gaat omhoog > daarmee gaat de rente op staatobligaties ook omhoog > buitenlandse
beleggers vinden dit interessant > de kapitaalimport wordt meer > de kapitaalexport wordt
wel minder
Dus het saldo op de Kapitaal Rekening zal verbeteren
Wisselkoersveranderingen
1. De rente in Europa stijgt
Beleggers van buiten EU neemt toe > de vraag naar euro's ook > meer aanbod van de euro >
Dus een nieuwe hogere koers (voor onze euro krijgen we dus meer dollar)
2. Loonmatiging in Europa
Loonkosten worden lager > vraag naar de euro neemt toe > aanbod van de euro neemt ook
toe
Dus een nieuwe hogere koers
3. Nieuw product in de Verenigde Staten
Euro aanbod neemt toe > koers van de euro neemt af > vraag naar de euro neemt wel toe
Dus een nieuwe lagere koers
Verkeersvergelijking van FISHER
MxV=PxY
M= maatschappelijke geldhoeveelheid Gelstroom
V= Omloopsnelheid van het geld (blijft vrijwel constant)
P= Nationaal prijsniveau
Y= Productieomvang Goederenstroom
De maatschappelijke geldhoeveelheid kan veranderen door:
1. Het af of toenemen van het bruto binnenlands inkomen
2. Banken lenen meer geld uit zodat we meer geld hebben (en omgekeerd)
> de vraag neemt toe want mensen hebben meer geld > bij onderbesteding
(laagconjunctuur) blijft het prijsniveau gelijk en zal de productie stijgen.
Bij overbesteding is de vraag al heel hoog en bedrijven kunnen niet meer produceren > de
productie kan dus niet meer stijgen > het prijspeil zal dan omhoog moeten (in de
vergelijking).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mathildeprijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.