Schema financieel management
Hoofdstuk 1: de jaarrekening
inleiding
Jaarrekening = wettelijk document dat info bevat over de financiële status van de laatste twee
boekjaren.
Bestaat uit 3 delen: balans, resultatenrekening en toelichting
Wie maakt gebruik van een jaarrekening? Particulieren of organisaties die geïnteresseerd zijn
in de financiële toestand van een bedrijf
Vernieuwd model jaarrekening (2016) => oprichtingskosten uit Vaste Activa gehaald
Jaarverslag = verslag over wat in een jaar gebeurd is en aan resultaten bereikt is
Bevat onder andere:
o Overzicht van ontwikkelingen
o Resultaten van een bedrijf
o Beschrijving voornaamste risico’s
o Beschrijving ontwikkelingen die invloed kunnen hebben
Bevat in de praktijk vooral:
o Samenvattende financiële gegevens
o Bedrijfsstrategie
o Geplande toekomstige activiteiten
o Klantenevolutie
Wet van juli 1975: elke onderneming is verplicht een boekhouding te voeren en een jaarrekening op
te stellen
Richtlijnen obv de aard + grootte van een bedrijf
2 regels bij boekhouden!!! => chronologisch + gebaseerd op bewijsstukken
Vereenvoudigde boekhouding = enkelvoudige boekhouding = natuurlijke personen (zelfstandigen,
freelancers in hoofd en bijberoep) en vennootschappen onder firma of een gewone commanditaire
vennootschap met een jaaromzet van minder dan 500 000 euro.
Volledige boekhouding (volgens het principe van het dubbel boekhouden) = natuurlijke personen,
vennootschappen onder firma en gewone commanditaire vennootschappen met een jaaromzet van
meer dan 500 000 euro EN alle andere vennootschappen, ongeacht de grootte van hun omzet (nv,
bvba, cvba)
Commanditaire vennootschap = CV = soort vennootschap onder firma. In deze vennootschap zijn
beherende vennoten en stille vennoten
Stille vennoten = commanditaire vennoten = hebben slechts een financiële inbreng
Beherende vennoten = gecommanditeerde vennoot = bevoegd om te handelen namens de
vennootschap
Natuurlijk persoon = in juridische zin een mens die drager is van rechten en verplichtingen
Inventaris op stellen
Inventaris = een lijst of een opsomming van voorwerpen op een bepaalde plaats gemaakt volgens
een vaste procedure.
Verkoopboek = overzicht van alle verkopen van een bedrijf
3 STANDAARDMODELLEN JAARREKENING OPSTELLEN:
1) Volledig model (VOL)
Grote vennootschappen + beursgenoteerde vennootschappen
2) Verkorte model (VKT)
Kleine vennootschappen (die niet beursgenoteerd zijn)
o Brutomarge vermelden in resultatenrekening ipv bedragen van 60,61 en 70 te geven
o Beknoptere toelichting
3) Micromodel (MIC)
Microvennootschappen
Brutomarge = verschil tussen rekeningen 60 + 61 + 70
60 = grond + hulpstoffen
61 = diensten + diverse goederen
70 = omzet
Jaarrekening openbaar maken + neer leggen bij Nationale Bank (NB) = verplicht:
- Grote + zeer grote verenigingen en stichtingen
Behalve wanneer:
- Natuurlijke personen = handelaar zijn
- Kleine en grote vennootschappen = vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn
- Ziekenhuizen, ziekenfondsen, scholen, beroepsfederaties = indien grote vereniging (vzw) of
handelsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Voordelen publicatie jaarrekening:
Belanghebbenden w op geregelde tijdstippen geïnformeerd over financiële toestand
Geïnteresseerde kunnen deze raadplegen
Geconsolideerde jaarrekening = jaarrekening van het moederbedrijf van een concern, waarin de
resultaten van dochterondernemingen opgenomen zijn
Leveren van een overzicht van economische activiteit + resultaten van het globale bedrijf
Zo een jaarrekening is alleen van toepassing op een vennootschap met 1 of meerdere
dochterondernemingen
Concern = een groep van vennootschappen onder een gezamenlijke leiding
,Externe controle van een bedrijf door een commissaris:
Commissaris = iemand die een bedrijf controleert
Is vaak bij een beursgenoteerd bedrijf
Oordeelt over getrouw beeld van vermogen + financiële toestand + resultaten vennootschap
Verklaring van commissaris kan 4 vormen aannemen:
o Verklaring zonder voorbehoud
o Verklaring met voorbehoud
o Afkeurende verklaring
o Onthoudende verklaring = geen oordeel
Beursgenoteerd bedrijf =
Bespreking van de balans
Balans = geeft het vermogen weer van de onderneming
Activa = bezittingen
Passiva = financiering van de bezittingen (= oorsprong)
Oprichtingskosten = kosten verbonden met oprichting, geld ophalen en herstructurering
Vaste activa = grond, gebouwen, machines, auto’s,… => blijven lange tijd in onderneming
Vlottende activa = voorraden, geldbeleggingen,… => Komen en gaan: exploitatiecyclus
Eigen vermogen (bij opstart) = ingebrachte middelen door aandeelhouders
Vreemd vermogen = schulden + middelen verkregen van derden (ontleende bedragen)
Gebruikte middelen (activa) = oorsprong van de middelen (passiva)
Totaal van activa of passiva = het balanstotaal
Verkregen balans = momentopname
Geen 1-tot-1 relatie tussen actief- en passiefposten
Rangschikking activa: omgekeerde graad van liquiditeit of beschikbaarheid
, Minst liquide activa = vaste activa =BOVEN
Meest liquide activa = liquide middelen, geldbeleggingen = ONDERAAN
Rangschikking passiva: omgekeerde graad van opeisbaarheid van de middelen
Minst opeisbaar = eigen vermogen of kapitaal = BOVEN
Meest opeisbaar = schulden bij financiële instellingen = ONDERAAN
Liquiditeit = de mate waarin je bezittingen of beleggingen kunt omzetten in contant geld, vooral om
snel aan je betalingsverplichtingen te kunnen voldoen
OPRICHTINGSKOSTEN
I oprichtingskosten:
Oprichtingskosten = kosten die gemaakt zijn bij de oprichting , de verdere ontwikkeling en de
herstructurering van de onderneming.
Kosten horen normaal thuis in de resultatenrekening maar door deze in de activa te plaatsen
worden de kosten verspreid over verschillende boekjaren
Oprichting
o Notaris
o Publicatie oprichtingsakte
o Inschrijving KBO (= Kruispuntbank van Ondernemingen)
Geld ophalen (kosten bij uitgifte van leningen)
o Kapitaalverhoging
o Uitgifte, drukwerk, reclame
o Voorrechten, waarborgen en borgstelling bij leningen
Herstructurering
o Herscholingskost
o Opzeggingsvergoeding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ranidb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.