100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting FA-BA202 Productzorg $5.34
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting FA-BA202 Productzorg

2 reviews
 81 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

De samenvatting bevat de stof uit de hoorcolleges, werkcolleges en practica. Zelf heb ik aan de hand van deze samenvatting en het oefenen van opdrachten en tentamens een 7,3 gehaald.

Last document update: 2 year ago

Preview 3 out of 27  pages

  • October 21, 2021
  • September 23, 2022
  • 27
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: ivanasiriram • 1 year ago

review-writer-avatar

By: awoaden • 1 year ago

avatar-seller
Hoorcollege 1
Inleiding
Productzorg = levering van rationele, werkzame, effectieve en veilige geneesmiddelen.

Definitie van een geneesmiddel = actieve stof (API) + toedieningsvorm + verpakking met
patiëntinformatie + aangetoonde werkzaamheid.

Productzorg met een knipoog naar de technologie
Keuze van het juiste product voor een specifieke patiënt:
- Welke A.P.I.?  niet van elke API is elke toedieningsvorm mogelijk, elke API heeft een andere
therapeutische, chemische, fysische en kinetische eigenschappen.
- Welke toedieningsvorm  welke is gewenst?
- Welk bioequivalent product  kosten.

Drug substance = actieve stof.
Drug product = formulering + primaire verpakking.

Goed oplosbaar = dosering is goed oplosbaar in 250 mL water (dit is ongeveer de
maag-/darminhoud, voedselinteracties niet meegenomen).

Goed permeabel = voldoet aan lipinski’s rule of 5:
- minder dan 5 H-brug donoren.
- minder dan 10 H-brug acceptoren.
- MW < 500.
- Log P < 5.

Op basis hiervan kan een geneesmiddel worden ingedeeld in een BCS-klasse. Zie werkcollege 1. Een
goede oplosbaarheid en permeabiliteit betekent niet meteen dat het geneesmiddel ook een hoge
beschikbaarheid heeft. Er is ook nog sprake van het first-pass effect.

Bioequivalentie = snelheid en mate van absorptie moeten gelijk zijn tussen 2 generieke preparaten.
Dit wordt bepaald aan de hand van de Tmax en de Cmax van een plasmaconcentratie profiel.

Hulpstoffen bij bv tabletten: vulstoffen, bindmiddelen, desintegratiemiddelen, glijmiddelen,
smeermiddelen, kleur- en smaakstoffen etc.

Een goede tablet voldoet aan bepaalde eisen:
- Mechanische sterkte
o Breukvastheid
o Slijtvastheid
-Doseernauwkeurigheid
o Uniformiteit van massa
o Uniformiteit van gehalte
o Gehalte
-Farmaceutische beschikbaarheid
o Desintegratiesnelheid
o Dissolutiesnelheid
o Stabiliteit

,Hoorcollege 2a Preformuleren en hulpstoffen I
Formuleren = de verwerking van een farmacon in een toedieningsvorm op een verantwoorde wijze,
oftewel de keuze van de juiste hulpstoffen samen met het juiste farmacon verwerkt op de juiste
wijze in een bepaalde toedieningsvorm, zodat het uiteindelijke product aan de (kwaliteits)eisen zal
voldoen. De eisen staan in EP en wetboek.

Preformuleren = het zoeken naar een betere weg.

Het LNA geeft richtlijnen op de kennisbank voor de keuze van juiste hulpstoffen en de juiste
handelingen/processen. Bij gestandaardiseerde voorschriften is ‘alles’ al uitgezocht.

Specificaties
Hoe je een geneesmiddel formuleert hangt af van de therapeutische en fysische en chemische
specificaties van zowel het farmacon als de hulpstoffen.

Therapeutische specificaties: dosering, bijwerkingen, halfwaardetijd, doseringsinterval, duur van de
therapie, chargegrootte, doelgroep, maximaal toelaatbare hoeveelheden, veiligheid bij bereiding en
therapeutische interactie met het farmacon.

Fysisch/chemische specificatie:
- Organoleptische eigenschappen  wat je kan waarnemen (kleur, geur, smaak).
- Deeltjesgrootte en vorm
o Kleine deeltjes: groot specifiek oppervlak, makkelijke agglomeratie, stromen moeilijk en
oplossnelheid groter.
o Grote deeltjes: klein specifiek oppervlak, kleine kans op agglomeratie, stromen makkelijk en
oplossnelheid kleiner.
o Kristallijn: ordening volgens kristalrooster.
- Polymorfie: zelfde stof, ordening van moleculen volgens verschillende kristalroosters
mogelijk. Polymorfen hebben andere fysische eigenschappen: smeltpunten, oplossnelheid,
stroming, hardheid, breukvastheid.
- Isomorfie: twee verschillende stoffen zijn opgebouwd volgens hetzelfde rooster. Ze hebben
verschillende eigenschappen, alleen het rooster is hetzelfde.
o Amorf: moleculen willekeurig door elkaar. Deze hebben een smelttraject i.p.v. een
smeltpunt.

Hygroscopie = het aantrekken van water. Dit geldt niet alleen voor poeders.
Kristalwater = een (vaste) hoeveelheid water in het kristal. Het water kan hieruit diffunderen door bv
te verwarmen (verwering).

Van apolair naar polair: alkanen  aromaten  Ethers (diethylether)  alkyl halides (chloroform)
 Esters (ethylacetaat)  aldehydes en ketonen (aceton)  alcoholen  carboxylzuren (azijnzuur)
 water.

Bijna alle API’s zitten in het gebied van alcoholen -> water omdat ze in een waterige omgeving
moeten werken.

Eutecticum = veranderen van het smeltpunt door verschillende stoffen te mengen.

De oplosbaarheid kan worden verhoogd door: een co-solvens, complexering (citraat, EDTA) of
cyclodextrinen (bijzondere vorm van complexering).

, Zuren/basen
De volgende pKa’s moeten we kennen:




Invloed substituenten op de pKa:
- Inductief effect: elektronenzuigend (-I) of stuwend (+I) effect van de substituent. Dit is afhankelijk
van de elektronegativiteit en het is alleen op korte afstand mogelijk.
- Resonantie effect = elektronenzuiging (-R) of stuwing (+R) d.m.v.
resonantie. Dit effect is afhankelijk van delokalisatie mogelijkheden
en het kan ook op langere afstanden.

Elektronenzuigend = pKa omlaag.
Elektronenstuwend = pKa omhoog.

Hoorcollege 2b Preformuleren en hulpstoffen II
Vloeibare fasen in toedieningsvorm: oplossingen, suspensies, emulsies en solubilisaties.
Voordelen (oraal): vaak eenvoudige aanpassing van doses en voordelig in geval van slikproblemen.
Nadelen: houdbaarheid en onnauwkeurige dosering.

Oplosmiddelen/co-solventia van hydrofiel naar lipofiel
- Water
- Alcoholen (co-solvens)
- Macrogol (co-solvens)
- Acetem

Zoetstoffen
Sorbitol en mannitol.

Conserveermiddelen
- Methylparahydroxybenzoaat (MOB)
- Propylparahydroxybenzoaat (POB)
- Benzoëzuur
- Sorbinezuur
De keuze van het conserveermiddel is afhankelijk van de pH, log P en de ontleding.

pH instelling
Buffers: fosforzuur en citroenzuur.

Waarom pH instelling:
- zuur is goed voor de smaak.
- stabiliteit farmacon.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amvaw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.34  5x  sold
  • (2)
Add to cart
Added