100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting van FA-BA205 Hormonale aandoeningen $5.87
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting van FA-BA205 Hormonale aandoeningen

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De samenvatting bevat de belangrijkste stof van de werkcolleges en CBL's en het is per thema opgebouwd.

Last document update: 2 year ago

Preview 3 out of 27  pages

  • October 21, 2021
  • September 23, 2022
  • 27
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting BA205 hormonale aandoeningen
Hormonen algemeen
Endocriene organen zijn organen die er gespecialiseerd in zijn om hormonen te produceren. Deze
organen zijn goed doorbloed, zodat de hormonen snel in het bloed terecht kunnen komen.
Er zijn meer organen die hormonen produceren, maar
niet endocriene organen worden genoemd.
Hormoonproducerende organen worden alleen
endocriene organen genoemd wanneer het de
hoofdtaak is om hormonen te produceren.

3 soorten signalen:
1 = humoraal  veranderingen van concentraties in het
bloed.
2 = neuronaal (zenuwen)  als zenuwen worden
geactiveerd worden de cellen geactiveerd om hormonen te produceren.
3 = hormonaal  hormonen kunnen cellen stimuleren om andere hormonen te produceren.

Classificatie van hormonen:
1. Peptide/proteïne hormonen  bestaan uit aminozuren.
2. Steroïde hormonen  cholesterol dat is omgezet in hormonen.
3. Amine hormonen.



Wateroplosbare hormonen kunnen niet door het
celmembraan heen, dus deze worden door receptoren
opgenomen.

Vetoplosbare hormonen kunnen wel het celmembraan
passeren. In het bloed zijn ze gebonden aan
transporteiwitten.



Hormonale aandoeningen:
1. Hypersecretie -> er wordt teveel hormoon geproduceerd.
2. Hyposecretie -> er wordt te weinig hormoon geproduceerd.
3. Abnormale respons -> er wordt een goede hoeveelheid hormoon geproduceerd, maar de
doelcellen reageren er niet goed op.

Thema 1 Schildklierhormonen
Werkcollege 1A
De schildklier
De schildklier is een vlindervormige klier en ligt
onder het strottenhoofd tegen de luchtpijp aan.
De schildklier bestaat uit 2 kwabben, links en
rechts van de luchtpijp, die met elkaar verbonden
zijn met een smalle strook weefsel dat de isthmus
wordt genoemd.

,Het schildklierweefsel bevat follikels die bestaan uit het colloïd omringd door een wand van
folliculaire cellen. Het colloïd bestaat uit eiwitten en in het colloïd worden de schildklierhormonen T3
en T4 als onderdeel van het glycoproteïne
thyroglobuline opgeslagen. De folliculaire cellen zijn
verantwoordelijk voor de productie en de synthese
van de schildklierhormonen.

Naast follikels bevat het schildklierweefsel ook
parafolliculaire cellen (C cellen). Deze zijn
verantwoordelijk voor de secretie van calcitonine, een
hormoon dat de waardes van calcium en fosfaat in het
bloed reguleert.

T4 en T3 zijn de actieve schildklierhormonen, rT3 is niet actief. T3 is wel veel actiever dan T4.

Synthese van schildklierhormonen
1. Productie thyroglobuline (Tg)  Tg wordt
geproduceerd in het ER, wordt dan verpakt in
vesicles in door het golgi systeem en komt dan
via exocytose in het colloïd terecht. Tg bestaat
uit tyrosine moleculen.
2. Jodide opname  Naast thyroglobuline is
jodide essentieel voor de productie van
schildklierhormonen. Dit wordt opgenomen uit
het bloed via Na/I transporters (NIS). Hierbij
worden 2 natrium ionen en 1 jodide ion de
folliculaire cel ingepompt. Vervolgens gaat
jodide naar het apicale membraan, waar jodide
het colloïd in wordt gepompt via pendrin. Pendrin wisselt chloride ionen uit voor jodide.
3. Oxidatie jodide  jodide wordt omgezet in jodium via oxidatie. De oxidatie vindt plaats door TPO
(thyroid peroxidase). TPO bevindt zich in de vesicles waar ook Tg in wordt verpakt.
4. Binding jodium  jodium bindt aan de tyrosine moleculen van
thyroglobuline. Wanneer er 1 jodium molecuul aan tyrosine bindt
ontstaat MIT en wanneer er 2 jodium moleculen binden ontstaat
DIT.
5. Conjugatie  2 gejodeerde tyrosine moleculen binden aan elkaar via conjugatie, waarbij T3 en T4
worden gevormd. T3 en T4 zijn dan nog wel onderdeel van het thyroglobuline molecuul.
6. Het thyroglobuline molecuul met T3 en T4 wordt opgenomen in de folliculaire cel via endocytose.
Endocytose wordt gestimuleerd door THS. Hierna wordt het samengevoegd met een lysosoom.
7. Enzymen in het lysosoom zorgen ervoor dat T3 en T4 loskomen van thyroglobuline (proteolyse).
Uiteindelijk kunnen de schildklierhormonen worden opgenomen in het bloed. De restproducten die
ontstaan zijn MIT, DIT en thyroglobuline. Deze worden hergebruikt.

In het bloed zijn T3 en T4 gebonden aan plasma-eiwitten  TBG (thyroid-binding globulin), albumine
en TTR (transthyretin). Het meeste bindt aan TBG. De schildklier produceert veel meer T4 dan T3.
Sommige weefsels kunnen echter T4 deionideren, waarbij T3 of rT3 ontstaan. Dit kan weer verder
worden gedeionideerd in MIT en DIT.
Er zijn 3 types deiodinases:
- Type 1 en 2 verwijderen een I van de buitenste ring, waardoor T4 wordt omgezet in T3. Type 1 lijkt
het meest verantwoordelijk voor de omzetting van T4 in T3. Type 2 in de hypofyse is belangrijk

, omdat de T3 dat ontstaat, zorgt voor een negatieve feedback bij de vrijlating van TSH.
- Type 3 verwijdert een I van de binnenste ring, waardoor T4 wordt omgezet in het inactieve rT3.

T3 en T4 komen in de celkern d.m.v. diffusie of transporteiwitten. Daar bindt het aan TRs, waardoor
het DNA wordt geactiveerd tot de aanmaak van eiwitten.

Regulatie schildklierhormonen
De hypothalamus produceert het hormoon TRH, wat
vervolgens via de hypofyse poortader wordt
getransporteerd naar de adenohypofyse. Hier bindt TRH
aan de TRH receptoren. Hierdoor wordt de productie van
het hormoon TSH gestimuleerd. TSH stimuleert de
schildklier om schildklierhormonen te produceren. De
schildklierhormonen gaan dan via het bloed naar de
doelcellen, waar het hun werking kan uitoefenen.

In dit systeem bevindt zich ook een negatieve feedback. De
schildklierhormonen die door de schildklier worden geproduceerd zorgen ervoor dat de
hypothalamus en de adenohypofyse worden geremd om TRH en TSH te produceren. Hierdoor wordt
dus ook de productie van de schildklierhormonen geremd.

De hormonen somatostatine en dopamine zorgen ervoor dat er minder TSH wordt afgegeven,
waardoor de productie van de schildklierhormonen wordt geremd.

Effecten schildklierhormonen
Schildklierhormonen hebben allereerst een stimulerend effect op het metabolisme. Ze verhogen het
vetmetabolisme, wat onder andere leidt tot een daling van de concentratie cholesterol in het bloed.
Ook verhogen ze het eiwitmetabolisme, het koolhydraatmetabolisme en de snelheid van het basale
metabolisme.

Daarnaast stimuleren schildklierhormonen de groei van nieuwe cellen.

Parameter Normaalwaardes
TSH 0,4 – 4,0 mU/L (milli unit/L)
Totaal T4 64 – 154 nmol/L
Vrij T4 8 – 26 pmol/L
Totaal T3 1,2 – 3,4 nmol/L
Vrij T3 3-8 pmol/L
CBL 1A
Euthyreoïdie
= normale werking van de schildklier.


Hypothyreoïdie
= verminderde werking van de schildklier  te weinig schildklierhormonen. De TSH concentratie is
verhoogd en het vrije T4 is verlaagd.

Oorzaken voor hypothyreoïdie zijn:
- Ziekte van Hashimoto = chronische auto-immuunziekte van de schildklier. Hierbij maakt het lichaam
antistoffen aan voor vooral TPO en thyroglobuline. Hierdoor worden TPO en thyroglobuline
vernietigd, waardoor er (bijna) geen schildklierhormonen meer worden aangemaakt.
- Stille of pijnloze lymfocytaire thyreoïditis = auto-immuunziekte waarbij destructie van het

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amvaw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.87
  • (0)
Add to cart
Added