Methoden En Theorieën Van Journalism Studies (5580MVMTH)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Book
Methoden voor Journalism Studies
Uitgebreide Nederlandse samenvatting van het boek en de artikelen die tentamenstof zijn voor het tentamen voor het vak Methoden en theorieën van Journalism Studies. Dit vak wordt gegeven aan de Universiteit Leiden als onderdeel van de minor Journalistiek en Nieuwe Media.
Inhoud:
- Willem Koe...
Methoden En Theorieën Van Journalism Studies (5580MVMTH)
All documents for this subject (6)
1
review
By: kiranalunamostert • 2 year ago
Seller
Follow
sophiedeleeuwx
Reviews received
Content preview
Samenvatting literatuur Methoden en Theorieën van Journalism Studies
Bevat de volgende literatuur:
- Willem Koetsenruijter en Tom van Hout, Methoden voor journalism studies
(Amsterdam 2018; tweede druk).
- Barbie Zelizer, ‘Definitions of Journalism’, in: G. Overholser en K.H. Jamieson eds.,
Institutions of American Democracy: The Press (New York 2005), 66-80.
- Steen Steensen en Laura Ahva, ‘Theories of Journalism in a Digital age: An exploration
and introduction’, Digital journalism 3:1 (2015), 1-18.
2021-2022
Universiteit Leiden – Minor Journalistiek en Nieuwe Media – jaar 3 – semester 1
Let op: veel in deze samenvatting is geciteerd uit het boek of uit de genoemde artikelen. Om de
leesbaarheid te bevorderen, zijn geen aanhalingstekens gebruikt.
Willem Koetsenruijter en Tom van Hout, Methoden voor journalism studies (Amsterdam
2018; tweede druk)
Hoofdstuk 1: Wat is journalism studies?
Journalistiek kan je definiëren als een communicatieproces tussen producenten en
consumenten. De wetenschap die journalistiek bestudeert, heet journalism studies. Het is
een jonge, internationale wetenschapsdiscipline die de journalistieke praktijk, inhoud en de
maatschappelijke gevolgen daarvan bestudeert.
Journalistiek is dus een vorm van communicatie. Elke vorm van communicatie kan je typeren
aan de hand van zes dimensies: vorm, inhoud, stijl, functie, producenten en consumenten.
Voor journalistiek ziet dat er als volgt uit.
Vorm – media: Journalistiek is gemediatiseerde communicatie. Dat houdt in dat er sprake is
van informatieoverdracht via mediatechnologieën. Voorbeelden van zulke
mediatechnologieën zijn internet (digitaal) televisie en radio (audiovisueel) en kranten en
weekbladen (print). Ook zijn er veel mengvormen.
Inhoud – nieuws: Journalistiek gaat nieuws: de feiten en commentaar op die feiten. We
onderscheiden twee soorten nieuws. Hard nieuws is feitelijke informatie met
actualiteitswaarde en maatschappelijk belang (politiek, economie, misdaad, buitenland,
verkeer). Bij zacht nieuws ligt de focus op de interessesfeer van het doelpubliek (milieu,
reizen, gezondheid, kunst, sport). Naast hard en zacht nieuws, zijn er genres die nieuws
becommentariëren, analyseren of in een breder kader plaatsen (opiniebijdragen, interviews,
reportages). Ook zijn er nieuwsblogs die de actualiteit en de journalistiek op de korrel nemen
met satire en parodie.
1
,Stijl – feitelijk: Journalistiek is feitelijke berichtgeving. De feiten moeten zo
waarheidsgetrouw, accuraat, evenwichtig en neutraal mogelijk worden weergegeven. Alleen
dan kan journalistiek een betrouwbare informatiebron zijn. In de praktijk is absolute
feitelijkheid onmogelijk. Feiten worden altijd subjectief weergegeven, doordat zij worden
geselecteerd, geduid en geïnterpreteerd. Genres die nieuws becommentariëren en
analyseren hebben een opiniërende stijl, met ruimte voor emotie, sfeer en toonzetting.
Functie – informeren: Journalistiek heeft van oudsher een openbare functie. Journalisten
hebben de taak de samenleving te informeren, te mobiliseren en te beschermen tegen
machtsmisbruik door maatschappelijk belangwekkende feiten en opinies openbaar te
maken. Voor veel mensen is journalistiek bepalend voor hun mens- en wereldbeeld en is het
een toetssteen.
Producenten – journalisten: De term journalistiek impliceert journalisten. Dit zijn
kenniswerkers die informatie verzamelen en verspreiden namens een journalistieke
organisatie en voor een publiek. Ook bloggers en ooggetuigen kunnen een journalistieke rol
vervullen. Tegenwoordig vervaagt de grens tussen professionals en amateurs, maar
journalisten zien zichzelf nog steeds als vakmensen. Ze onderscheiden en beschermen zich
doordat ze zich houden aan een reeks professionele handelingen, normen en waarden die
informatie tot journalistiek verheffen.
Consumenten – publiek: De monopoliepositie verschuift. Voor het internettijdperk was
informatie een veel schaarser goed. Hierdoor hadden nieuwsmedia een zekere
monopoliepositie. Tegenwoordig is dat aan het afzwakken. Nieuws is altijd en overal
beschikbaar en mensen zijn minder bereid ervoor te betalen. Ook kan het publiek nu
actiever dan vroeger bijdragen aan journalistiek, bijvoorbeeld door eigen materiaal aan te
leveren (‘user-generated content’) of door te reageren op journalistieke producten. Het
publiek wordt zo een actieve, participerende consument (de ‘prosumer’).
Journalistiek refereert dus aan het hele scala aan activiteiten dat wordt geassocieerd met
het verzamelen en verspreiden van informatie voor en ten behoeve van een publiek,
alsmede de vaardigheden, ambachtelijkheden, routines en conventies die individuen en
groepen daarbij hanteren. Deze brede definitie geeft aan dat journalistiek vooral een
communicatieproces is. Dit proces ondergaat momenteel grote veranderingen, doordat de
grens tussen producent en consument vervaagt. Informatie die voorheen alleen toegankelijk
was voor journalisten, is dat nu voor het brede publiek. Daarnaast dalen de oplages en
kijkcijfers, evenals de advertentie-inkomsten. De werkdruk stijgt en bezuinigingen en
winstmaximalisatie staan centraal. Journalisten experimenteren om relevant te blijven.
Journalism studies is de wetenschappelijke context waarin journalistiek als maatschappelijk
verschijnsel bestudeerd wordt, met veel aandacht voor de veranderingen in de journalistiek
als gevolg van de opkomst van digitale media. Journalism studies heeft vijf kenmerken:
Parapluterm – heterogeen subject: Journalism studies is een parapluterm voor de
wetenschappelijke studie van journalistiek. Het kijkt naar de journalistieke praktijk, inhoud
en de maatschappelijke gevolgen hiervan. Dit veronderstelt een multidisciplinaire
benadering. Vooral onderzoek naar journalistieke inhoud en praktijk komt veel voor (studies
2
,over brongebruik, rolperceptie, nieuwsselectie). Studies over de maatschappelijke gevolgen
van journalistiek kijken vooral naar mediagebruik, globalisering, democratie en ethiek. De
meeste studies gaan over Westerse journalistiek. Azië en Afrika zijn onderbelicht.
Onderzoeksjournalistiek = een diepgravende, maatschappijkritische vorm van journalistiek
waarbij journalisten complexe thema’s uitspitten. Dit vereist twee schaarse redactionele
middelen: tijd en geld. Er zijn drie soorten:
1. Schandalen blootleggen.
2. Toetsing van beleid of functioneren van overheid, bedrijven en andere organisaties.
3. Signaleren van trends om veranderingen in de samenleving op te kunnen sporen.
Oorsprong – Amerikaanse traditie: Journalism studies is geworteld in een Amerikaanse
onderwijs- en onderzoekstraditie. Hierdoor schijnt in het vakgebied de inrichting van de
Anglo-Amerikaanse samenleving door. De eerste Amerikaanse scholen voor journalistiek
werden opgericht in de jaren 1910-1940. Zij legden de fundamenten voor het vakgebied.
Vanaf de jaren 1950 raakte het onderzoek in een stroomversnelling. Veel journalisten
hebben echter helemaal geen journalistiekopleiding: het is een vrij beroep.
Focus – theorie, praktijk, opleiding: deze focus maakt van journalism studies een brede
discipline. Tussen de journalistieke praktijk en haar wetenschappelijke studie zit veel
verschil. Veel journalisten vinden dat academici zaken bestuderen die al overduidelijk zijn,
en academici vinden dat journalisten niet kritisch genoeg naar hun vakgebied kijken.
Metaberichtgeving (journalistiek over journalistiek) is niet meer weg te denken uit de
journalistiek.
Verandering – technologie, economie, samenleving: journalism studies kijkt naar
journalistieke ontwikkelingen en veranderingen. Vaak gaat dit om veranderingen op
technologisch, economisch of maatschappelijk vlak. Ten eerste heeft digitale technologie
gezorgd voor nieuwe journalistieke bronnen (social media), specialismen (datajournalistiek)
en vraagstukken (betrouwbaarheid online informatie). Ten tweede maakt journalistiek
moeilijke economische tijden door. Ten derde hebben mensen meer toegang tot informatie
dan ooit tevoren, en gaan mensen nieuws dus op andere manieren gebruiken en waarderen.
Ontwikkelingsfase – vakgebied institutionaliseert: journalism studies is aan het
institutionaliseren. Dit houdt in dat het vakgebied formaliseert en professionaliseert.
Journalism studies is dus een breed, multidisciplinair wetenschapsgebied met aandacht voor
enerzijds de veranderingen wat betreft de inhoud, praktijk en maatschappelijke gevolgen
van nieuws, en anderzijds de technologische, economische, maatschappelijke en historische
context waarin journalistiek tot stand komt.
Dit boek introduceert zes methoden voor journalism studies, die gericht zijn op drie
wetenschappelijke kernactiviteiten: bevragen, observeren en doorlichten. Elk van deze drie
activiteiten kunnen op een kwalitatieve en kwantitatieve manier gebeuren. Dit ziet er als
volgt uit:
Je kunt zowel journalistieke producenten als consumenten bevragen over de praktijk, inhoud
en effecten van journalistiek.
Observationeel onderzoek naar de journalistieke praktijk en publieke receptie ervan levert
inzicht op in hoe nieuws tot stand komt en ontvangen wordt.
Er is een lange traditie van onderzoek naar journalistieke inhoud. Dit richt zich puur op de
inhoud van media, los van het maak- en perceptieproces.
Welke methode je kiest, hangt af van de middelen die je ter beschikking staan, de aard van
je onderzoeksproject en het soort informatie dat je nodig hebt. Idealiter combineer je
verschillende methoden (‘mixed-methods’ opzet). Bevragen, observeren en doorlichten
sluiten elkaar immers niet uit.
Verschillen kwalitatief en kwantitatief onderzoek:
Kwalitatief Kwantitatief
Onderzoeksvraag - Beschrijft, verkent - Beschrijft, voorspelt
en/of verklaart en/of verklaart een
complexe relatie tussen
fenomenen, variabelen (meetbare
concepten en onderzoekseenheden)
processen - Gaat over hoeveel,
- Hoe- en waarom- hoe vaak en wanneer
vragen
Onderzoeksopzet - Is flexibel en kan - Is vooraf bepaald en
bijgesteld worden wordt strikt gevolgd
tijdens het - Is gericht op
onderzoek gecontroleerde
- Is gericht op observatie
natuurlijke - Is theoretisch
observatie selectief
- Is beredeneerd
selectief
Dataverzameling - Gebruikt meerdere - Gebruikt een vaste
methoden procedure
- Impliceert toegang - Veronderstelt
tot en/of langdurige deelname
contact met en respondenten en/of
kennis van het medewerking
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedeleeuwx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.