Hoorcolleges New Public Governance
04-10-2021 hoorcollege 1: Inleiding sturingsparadigma’s
Uitgangspunt
- Nieuwste ontwikkelingen in het openbaar bestuur besproken, met als startpunt een
verschuiving tussen vier paradigma’s:
o Public Administration
o New Public Management
o New Public Governance
o Paradigma X
- Lijkt heel mooi, maar de praktijk is weerbarstig, de paradigma’s volgen elkaar niet netjes op, ze
kunnen elkaar bijten of versterken elkaar
- Het kan gezien worden als een manier van kijken naar de werkelijkheid
1 – Public Administration
- Nadruk op beleidstheoretisch en juridisch perspectief
- Scheiding politiek en bestuur
- Hiërarchische aansturing, top-down
- Publieke, semi-publieke organisaties en professionals in de uitvoering dominant
o Overheid maakt beleid en voert het uit
- Overheid als centrale, aansturende actor
- Voordeel: sterk met de rechtstaat verbonden, alles is duidelijk
- Nadeel: minder draagkracht onder burgers, bureaucratisering
2 – New Public Management
- Nadruk op economisch perspectief
- Scheiding beleid en uitvoering privatisering overheidsbedrijven, zoals NS en PostNL
- Prestatiemeting, monitoring (vaststelling indicatoren), eventueel concurrentie
- Grotere rol marktpartijen
- Overheid als aansturende actor op afstand
- Kritiek: efficiency zorgde voor lagere kwaliteit, mensen gaan zich gedragen conform
prestatiemeting, niet iedere sector geschikt voor marktwerking weinig aanbieders,
plaatsgebonden, indicatoren lastig te bepalen
3 – New Public Governance
- Verschuiving van het juridische naar economische naar interorganisationele en sociologische
theorie: de leefwereld van burgers moet begrepen worden
o Hoe ga je om met burgers? Hoe laat je burgers meedenken?
o Het top-down perspectief wordt deels losgelaten; het is meer een omgekeerde piramide
- Samenwerking tussen organisaties, over beleidsterreinen heen
o Wordt deel van de filosofie dat de uitvoering niet neutraal is, de échte beslissingen worden
genomen in de uitvoering
- Pluraliteit van actoren: meer civil society, betrokkenheid van burgers, bedrijven, overheden
- Overheid één van de actoren, die bij oplossing van het probleem betrokken zijn
o Het wordt meer een horizontale verhouding
1
,4 – Paradigma X
- Sturing van gedrag, beslissingen op basis van sterk verbeterde kennis van gedrag en
technologie vindt een andere manier plaats
- Nadruk op doelmatigheid en personalisering: interventies kunnen veel gerichter worden
uitgevoerd op basis van een inschatting hoe burgers reageren
- (Sociaal-)psychologisch perspectief; technologisch perspectief
- Overheid weer centraal, als manipulator achter de schermen
o Je stuurt de burgers zonder ermee te praten. Beslissingen worden gemaakt op basis van
grootschalige metingen, data of sensoren
- Nog geen geheel dominante filosofie, wel opkomend
Hoe samenhangend is elk paradigma?
- Pas op: de paradigma’s zijn niet één logisch geheel
- Bestaan uit verschillende elementen, die soms tegenstrijdig zijn
- Ook in NPG: verschillende accenten leiden tot verschillende uitkomsten
Effecten van paradigma’s:
- 1 – Sturing
o In NPG meer nadruk op samenwerken + participatie, nu ook in de sturingsfilosofie
o Maar: mix van mechanismen steeds meer de praktijk; geen ‘clean break’
Bijv. in het sociaal domein komen van alle paradigma’s kenmerken voor in de praktijk,
vaak in hybride vorm
o Deels tegenstrijdige bewegingen, o.a. hernieuwde centralisatie sturing
o Gevolg: hybridisering, vervagende sectorale grenzen, besturing is moeilijker geworden, al
is het niet per definitie slecht
- 2 – Kennis
o Fragmentatie van kennis, ‘evidence-based policy’ niet meer voldoende
Er zijn te veel actoren betrokken die ieder de eigen visie heeft op het probleem en
oplossing; dus je laat los dat er één visie is
o Door technologie meer kennisuitwisseling mogelijk, maar ook meer incidentgevoeligheid
o Onderhandelbare kennis
Wetenschappelijke manier van kijken, dat voorheen dominant was, wordt minder als
superieur erkent
Het monopolie op data is niet altijd in bezit van de overheid, maar beschikbaar voor
iedereen, mede door de betere verkrijgbare apparatuur
o Erkenning van wetenschappelijke (bestuurskundige) kennis lager
Door afnemend respect voor wetenschap in de maatschappij
o Gevolgen voor bestuurskundige: bestrijden van desinformatie, groeiend wantrouwen in
kennis of overheid
Theoretische achtergrond nieuwe besturingsfilosofieën
- Werk van Elinor & Vincent Ostrom: polycentrische systemen (meervoudige partijen die
afhankelijk zijn van elkaar) efficiënter dan centralistische staat
- In Nederland netwerkschool (netwerk-denken) sinds jaren ‘90
Middelen versus belangen
- Partijen zijn wederzijds afhankelijk op basis van verschillende hulpbronnen op één specifiek
punt
o Samenwerking is nodig om de gedeelde ambitie te realiseren
o Niet één partij is dominant genoeg om geheel haar eigen visie door te drukken
o Wel veto-positie mogelijk doordat je een cruciaal middel hebt (bijv. bouwgrond)
- Onderlinge verhoudingen belangen versus middelen bepaalt de uitkomst van de interactie
o Mate van interactie bepaalt wat er gebeurt = duurzame interacties; er ontstaat iets van
regelmaat waarbij je een netwerkkern kunt onderscheiden
Netwerktheorie
Duurzame interacties leiden tot:
- Institutionalisering gedragsregels: duidelijk verschil in toegankelijkheid; open/transparant en
gesloten is per case afhankelijk
- Veranderingen in preferenties: naarmate partijen langer bij elkaar zijn, kunnen belangen
verschuiven omdat partijen meer begrip en vertrouwen krijgen in elkaar
- Vertrouwen wordt opgebouwd in de relatie, hierdoor is de nadruk op vastlegging, formaliteiten
en controle lager je weet wat je aan elkaar hebt; het samenwerken wordt makkelijker
o Dit maakt het ook kwetsbaarder!
- Percepties veranderen, partijen krijgen door samenwerking een gedeelde probleemperceptie
- Netwerksturing/netwerkmanagement? Er wordt een soort leiding aangewezen in het netwerk,
dit kan ook een formele leider betreffen (bijv. centrumgemeente). Dit is niet persé noodzakelijk
Voordelen van samenwerking
- Meer kennis dat je kunt delen
- Meer middelen om samen te brengen voor een betere oplossing
- Democratisch gehalte/legitimiteit is groter
- Je krijgt een holistischer beeld van het probleem, wat bijdraagt aan de oplossing
- Betere aansluiting op diensten op leefwereld maatwerk
- Efficiënter? Is nog geen wetenschappelijk bewijs voor, wordt wel veelvuldig als argument
gebruikt
- Meer innovatie: je ziet andere dingen tijdens samenwerking met partijen uit andere disciplines
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Thijs96. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.