De rechtspsychologie komt voort uit de psychologische functieleer (zoals waarnemen,
herinneren en beslissen) en is empirisch, de forensische psychologie uit klinische psychologie
(afwijkend gedrag = weinig empirisch).
Wat is rechtspsychologie
Rechtspsychologie gaat over bewijs, specifiek: validiteit van bewijs.
1. The validity of statements: validiteit van Getuigen(verklaringen) of bekentenissen
Invloed van uitgeoefende druk
Waarnemingen/ Herkenningen
2. Deception relevant to statements: validiteit van beweringen
Validiteit van claimen geheugenverlies & ziektes
Leugendetectie
3. Psychology of evidence and evidence-gathering: bewijsmiddelen & bewijsgaring
Alternatieve scenario’s
Cognitive biases
Validiteit onderzoeksmethoden (line-ups)
Rechtspsychologie is niet:
Art.37 lid 1 WvSr = geen rechtspsychologie
Risico taxatie
Recidive voorkomen
Therapie
Criminalliteitspreventie
Slachtofferhulp
Strafrecht en rechtspsychologie niet altijd vrienden:
Het recht is normatief/ prescriptief. De psychologie is beschrijvend/ descriptief.
Uiteenlopende (invulling van) begrippen
Verschillende waarheidsconcepties: juristen maken een onderscheid tussen de formele en
de materiële (echte) waarheid, wat de communicatie met andere disciplines bemoeilijkt.
,Klassieke Experimenten in de Rechtspsychologie
De heilige Graal: Bij klassiek experiment is sprake van een voormeting en een nameting.
Daartussenin wordt de experimentele groep gemanipuleerd (interventie) en de controlegroep
niet. Elk verschil tussen beide groepen bij de nameting, dat nog niet zichtbaar was tijdens de
voormeting, kan dan toegeschreven worden aan de manipulatie.
De interne validiteit is vaak hoog; de onderzoeksmethode leidt tot de juiste conclusies
de externe validiteit is laag; niet goed generaliseerbaar (onderzoeken in laboratorium
ver verwijderd vd werkelijkheid).
Voorbeelden Klassieke experimenten
Loftus experiment botsende auto’s: suggestie & invloed post-hoc informatie
Aan studenten werden korte filmpjes van aanrijdingen van 2 auto’s getoond. Obv
gebruikte woordkeuze gaven mensen andere inschatting van de snelheid waarmee auto’s
botsten, bijv.: hoe hard kwam de auto aangescheurd, werd hoger geschat dan aangereden.
Geheugen van getuigen veranderen door achteraf misleidende/ suggestieve informatie
(clues) te geven: Dmv suggestieve vragen (woordkeuze) getuigen onjuist laten herinneren
Veranderingsblindheid/ Change blindness: de Deurstudie
Iemand vroeg de weg aan een voorbijganger. Vervolgens stoten 2 mannen met een deur
tegen de voorbijganger aan, en wisselen ze snel om. Meer dan de helft vd voorbijgangers
merkte de verandering van mensen aan wie ze de weg vertelden niet op
Veranderingsblindheid ook bij getuigen doordat informatie oppervlakkig wordt
geëncodeerd
Valse bekentenissen: Het Alt-toets experiment (Kassin & Kiechel)
Verhoortechnieken en valse bekentenissen obv vals bewijs en internalisatie hiervan
Proefpersonen moesten toetsen indrukken, maar mochten de alt-toets niet aanraken; dan
zou het systeem crashen. Tijdens de test liep het systeem vast en beschuldigde de
onderzoeksleider de proefpersoon ervan dat hij de alt-toets zou hebben aangeraakt.
Alle proefpersonen reageerden in eerste instantie ontkennend.
Vervolgens werd hen verteld dat gezien was dat zij de alt-toets aanraakten (vals
bewijs). Heel veel mensen bekennen en een deel van de mensen gelooft ook
daadwerkelijk dat hij de alt-toets heeft aangeraakt.
Kritiek: generaliseerbaarheid + je zult sneller het aanraken van een alt-toets
bekennen dan een misdrijf.
Gehoorzaamheid: Milgram experiment met elektrische schokken
Leraar als proefpersoon, Leerling als considerate. Leerling moest een opdracht uitvoeren.
Als hij fouten maakte, moest de leraar hem een schok toedienen. Bij elke fout werd de
schok sterker. De leraar had zelf ook zo’n schok mogen voelen. De leerling liet bij elke
‘schok’ een dramatische reactie horen. De leraren werden aangespoord om door te gaan
met schokken geven. 65% ging door met schokken geven, tot aan 450 volt.
De theorie van het conformisme: iemand doet wat de autoriteit zegt, omdat hij zich
niet meer ziet als verantwoordelijk voor zijn eigen acties (obedience).
, Compliance: experiment van Asch naar groepsconformiteit bij het schatten van
lijnlengtes
Compliance: De neiging van mensen om met de groep mee te gaan, ook als het duidelijk
is dat hun standpunt onjuist is.
Aan een groep van 8 deelnemers, waarvan 1 onwetend, werd gevraagd de lengte van een
lijn te matchen met één van de drie andere lijnen. De 7 gaven unaniem het verkeerde
antwoord. De onwetende was als laatste aan de beurt. In een derde van de gevallen werd
geconformeerd aan het foute meerderheidsstandpunt.
Simpele pseudo-herinneringen: het Deese-Roedige-McDermott-paradigma
(Dream Paradigma)
Proefpersonen moeten een lijst met woorden lezen, die sterk geassocieerd zijn met één
woord, de critical lure (lokwoord). Als je mensen vraagt naar welke woorden van de lijst
ze zich nog kunnen herinneren, benoemen ze vaak het lokwoord; dat niet op lijst stond.
Verklaring:
a. activation/monitoring-theorie; door sterke associatie vd woordenlijsten is
ook het lokwoord geactiveerd (als uit een externe bron) = source monitoring error
b. fuzzy trace-theorie; Er zijn twee geheugensporen. Een verbatim-herinnering
(de details/ letterlijke kenmerken) en een gist (algemeen). Het accepteren van het
lokwoord komt doordat lokwoorden overeenkomen met het gistspoor van de
woordenlijst, het letterlijke verbatim geheugenspoor is verdwenen.
Commissies in het geheugen: crashing memories en het probleem van source
monitoring (Crombag, Wagenaar & Van Koppen)
Ze vroegen mensen of ze opnames van de bijlmerramp hadden gezien, terwijl die
helemaal niet bestonden. 55% stelde dat te hebben gezien en kwamen ook met details.
Getuigen passen hun geheugen dusdanig aan dat ze informatie die ze niet uit eigen
waarneming kunnen hebben, toch als authentieke herinnering zien.
Effect van dossierkennis vooraf op het bewijsoordeel van rechters: onderzoek
van Schünemann
Belief perseverance = Als mensen een mening hebben gevormd, zijn zij geneigd die
vast te houden, zelfs als hen informatie bereikt die de grondslag van die mening wegslaat.
Zaak waarin schuld moeilijk vast te stellen was. Voordat inzicht werd gegeven in die zaak,
lazen de rechters gemanipuleerde informatie waaruit bleek dat de verdachte schuldig was.
De info die groep 2 kreeg was minder gemanipuleerd. In groep 1 vond 82% van de
rechters dat de verdachte schuldig was. In groep 2 was slechts 53% overtuigd.
Het oordeel van rechters wordt beïnvloed door dossierinformatie voorafgaand aan de
behandeling vd zaak. Rechters vormen al vroeg in de zaak oordeel en bijten zich er in vast
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zenzi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.83. You're not tied to anything after your purchase.