Summary of Purves Chapter 22: Early Brain Development
Samenvatting Fundamentals of Neuroscience, UvA
All for this textbook (44)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Bewegingswetenschappen
Neurowetenschappen
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
thg28
Reviews received
Content preview
Samenvatting Neurowetenschappen
Stof Hoorcollege 1: Functie van het zenuwstelsel (stof in Handleiding)
Functie van het zenuwstelsel
Functie van het zenuwstelsel Sturing van grootheden die voor het voortleven van belang zijn
3 kenmerken van een levend organisme:
Het kan zichzelf handhaven
Het kan zichzelf aanpassen aan uitwendige omstandigheden
Het kan groeien en vermenigvuldigen
Om voort te leven moet de homeostase in stand worden gehouden door:
(Selectieve) Opname van stoffen uit de omgeving
Metabolisme anabolisme en katabolisme
(Selectieve) Afgifte van stoffen aan de omgeving
Om de homeostase in stand te houden is nodig:
Energie(transformatie) ATP
Concentratiegradiënten
Bij protozoa (eencelligen) wordt de homeostase in stand gehouden door directe diffusie, door direct
contact met een enorm groot extern milieu. Er is bij eencelligen geen zenuwstelsel hiervoor nodig.
Meercelligen hebben wel een zenuwstelsel nodig om de homeostase in stand te houden. Er is een
grotere afstand tussen de cel en het uitwendig milieu. Er is namelijk ook sprake van een inwendig
milieu tussen de cellen, het bloed en het uitwendig milieu in. Bij meercelligen kan er dus geen directe
diffusie plaatsvinden bij iedere cel.
Het zenuwstelsel stuurt de activiteit van verschillende effectoren aan om de homeostase in stand te
houden. Deze effectoren kan je verdelen in 2 stelsels:
Vegetatieve stelsels, voor materiële uitwisseling, zoals de uitstoot van CO2. Deze acties noem
je dan ‘vegetatieve verrichtingen’. Hier is sprake van het sympathisch en parasympathisch
zenuwstelsel
Animale stelsels, voor informatieve uitwisseling tussen lichaam en omgeving. Deze acties zijn
‘animale verrichtingen’. Hier is sprake van het animaal zenuwstelsel
Beide stelsels hebben een afferent (sensorisch) deel dat prikkels vanuit de periferie (perifere
zenuwstelsel, PZS) naar het centrale zenuwstelsel (CZS) voert en ook een efferent (motorisch) deel
dat signalen vanuit het CZS naar het PZS stuurt.
Sturing vanuit het zenuwstelsel vindt vooral plaats door middel van negatieve feedback, oftewel
tegenkoppeling. Met tegenkoppeling wordt ervoor gezorgd dat een dreigende afwijking gedeeltelijk
afgeweerd wordt. Het kan echter nooit volledig afgeweerd worden, aangezien er eerst een afwijking
moet optreden, voordat er tegenkoppeling plaats kan vinden.
Stof Hoorcollege 2: Functionele Anatomie van het zenuwstelsel
,Hoofdstuk 1: Studying the Nervous System
Genetics and Genomics:
Een gen bevat DNA-codering die de basis vormen voor mRNA wat uiteindelijk tot een eiwit gemaakt
wordt en bevat ook een regulerend deel DNA, wat de activiteit van het gen regelt.
Door splicing-varianten van genen kan eenzelfde gen ook voor verschillende eiwitten coderen.
Cellular Components of the Nervous System:
De Reticular Theory van Golgi zegt dat iedere zenuwcel is verbonden met zijn ‘buurcellen’ door
protoplasmatische verbindingen, wat uiteindelijk een continu netwerk vormt van verbonden
zenuwcellen, een reticulum genoemd.
De Neuron Doctrine verving deze Reticular Theory door te zeggen dat zenuwcellen aparte cellen
waren, die dus niet verbonden zijn, maar dat deze contacten vormen via synapsen.
Van de Reticular Theory is een deel overgebleven, namelijk dat er in sommige (zeldzame) gevallen
direct contact is tussen zenuwcellen, via zogeheten ‘gap junctions’.
De cellen van het zenuwstelsel kunnen worden opgedeeld in twee categorieën: zenuwcellen, oftewel
neuronen, en ondersteunende gliacellen.
Neurons:
Neuronen bestaan uit een cellichaam met daaraan axonen en dendrieten.
Dendrieten zijn de ‘ontvangers’ van een zenuwcel, hier wordt informatie uit axonen van andere
neuronen ontvangen. Axonen zijn dus de ‘verzenders’ van de neuronen: informatie vanuit neuronen
wordt via actiepotentialen door de axonen naar andere neuronen gestuurd. Iedere neuron heeft
maar 1 axon en kan wel tot 100.000 dendrieten hebben.
Convergentie is het aantal inputs wat een neuron binnen krijgt, divergentie is het aantal targets wat
geïnnerveerd wordt door een neuron.
Axonen geven informatie door aan dendrieten bij de synapsen door middel van uitscheiding van
neurotransmitters in de synaptische spleet. Dit wordt chemische synaptische transmissie genoemd.
Wanneer een actiepotentiaal direct uit de axon via een gap junction naar de dendriet van het andere
neuron gaat wordt dit elektrische synaptische transmissie genoemd.
Een groep speciale neuronen, interneuronen, kunnen over korte afstanden informatie doorgeven,
vaak binnen lokale circuits.
Glial Cells:
Gliacellen hebben een ondersteunende werking voor het zenuwstelsel. Er zijn 3 soorten:
Astrocyten, die alleen in het CZS zitten, zorgen voor het in stand houden van de juiste
chemische omgeving voor neuronen
Oligodendrocyten in het CZS zorgen voor een myelineschede rond axonen, wat een gunstig
effect heeft op de geleidingssnelheid. In het PZS wordt dit door Schwann-cellen gedaan.
Microgliacellen zorgen voor de opruiming van afvalstoffen, soms door het zelf op te ruimen
of anders door cytokinen uit te scheiden waardoor andere macrofagen het afval opruimen.
,In de volwassen hersenen zijn ook nog stamgliacellen te vinden, die nieuwe gliacellen aan kunnen
maken, of in sommige gevallen zelfs neuronen.
Neural circuits:
Neuronen zijn georganiseerd in zogeheten neurale circuits die bepaalde informatie verwerken.
Verbindingen tussen de axonen van neuronen en dendrieten van een ontvangende neuron worden
gemaakt bij de zogeheten ‘neuropil’. Dit is dus de regio van een neuron waar de meeste synaptische
verbindingen plaatsvinden.
Neurale circuits bestaan uit afferente, efferente en interneuronen, waarvan de functies hierboven al
besproken zijn.
Organization of the Human Nervous System:
Neurale circuits zijn op te delen in sensorische systemen voor het ontvangen van informatie uit de
omgeving en motorische systemen om op deze informatie te kunnen reageren. Circuits die niet
precies aan deze omschrijvingen voldoen worden associatieve systemen genoemd en vind je vooral
bij verschillende breinfuncties.
Het centrale zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen (hemisferen, midbrain, cerebellum en
hersenstam) en het ruggenmerg.
Het perifere zenuwstelsel (PZS) bestaat uit een sensorisch deel, dat informatie uit de omgeving naar
het CZS stuurt en een motorisch deel, wat bestaat uit 2 verschillende delen: het somato-motorisch
deel en het visceraal of autonoom-motorisch deel.
Het somato-motorisch deel bevat de axonen uit het CZS die verbonden zijn aan de skeletspieren en
het visceraal-motorisch gedeelte bestaat uit de axonen die de gladde spiervezels en hartspieren
innerveren. Samen vormen deze axonen bundels, oftewel zenuwen. De cellichamen van deze
zenuwen in het PZS liggen bij elkaar in ganglia.
Grijze stof is een verzamelnaam voor cellichamen en neuropil in het brein en het ruggenmerg. Witte
stof is een verzamelnaam voor alle zenuwbanen.
Een lokale verzameling van neuronen met (ongeveer) dezelfde functie heet een nucleus.
Neural systems:
Neurale systemen zijn systemen van neuronen met dezelfde functie, die vaak ook nog dicht bij elkaar
liggen.
Topografische maps reflecteren een directe correspondentie tussen een sensorisch deel van het
lichaam met de locatie van deze neuronen in het brein. De neuronen die sensorische informatie
vanuit een bepaald deel uit het lichaam ontvangen, liggen dus dicht bij elkaar in het brein.
Functional Analysis of Neural Systems:
Het receptieve veld van een neuron is de regio van een sensorisch deel van het lichaam (de huid
bijvoorbeeld) waarbij deze neuron bij stimulatie van dit sensorische deel een actiepotentiaal vormt.
Neurale activiteit kan worden gemeten door onder andere ‘Functional brain imaging’. Hierbij wordt
gekeken naar welk deel van de hersenen actief is bij stimulatie van een neuron. Dit is een non-
, invasieve methode, wat wil zeggen dat je geen operatie of iets dergelijks nodig hebt om dit te meten.
Het kan dus makkelijk uitgevoerd worden, ook bij gezonde personen
Hoofdstuk 22: Early Brain Development
Formation of the Nervous System: Gastrulation and Neurulation:
Gastrulatie is het eerste deel van de ontwikkeling van een embryo. Het nestelt zich in de baarmoeder
en als het uiteindelijk genesteld is, bestaat de embryo uit 3 lagen:
Ectoderm
Mesoderm
Endoderm
De vorming van het ‘notochord’ is een cruciale stap in de ontwikkeling van het zenuwstelsel van de
embryo. Het ectoderm wat boven de ‘notochord’ ligt, ook het neuroectoderm genoemd vormt
uiteindelijk het gehele zenuwstelsel.
Neurulatie is het proces van het vormen van het zenuwstelsel uit het neuroectoderm. Allereerst
wordt de neurale plaat gevormd, waarna deze neurale plaat zich vormt tot een neurale buis. De
onderste cellen van deze neurale buis heten de ‘vloerplaat’ wat uiteindelijk de signalen geeft voor de
positie van onderdelen van het ruggenmerg en de midbrain. Neurale stamcellen vormen uiteindelijk
het gehele zenuwstelsel.
Formation of the Major Brain Subdivisions:
Uit de neurale buis vormt zich uiteindelijk het prosencephalon. het mesencephalon, oftewel het
midbrain, en het rhombencephalon.
Het prosencephalon splitst zich op in het telencephalon, waaruit de hersencortex zich vormt en het
diencephalon, waaruit de thalamus en hypothalamus vormen.
Het rhombencephalon splitst zich op in het myelencephalon, waaruit de medulla zich vormt en het
metencephalon, waaruit de pons en het cerebellum vormen.
Stof Hoorcollege 3: Functionele anatomie van het zenuwstelsel (vervolg)
APPENDIX: Survey of Human Neuroanatomy
Basic Subdivisions of the Central Nervous System:
De hersenen vormen zich dus uit de neurale buis in de bovengenoemde structuren.
De hersenstam is de verzamelnaam van het midbrain, de pons en de medulla.
In de hersenen zitten zogeheten ventrikels, met daarin cerebrospinal fluid (CSF).
De hersenen bestaan uit 2 hemisferen. Deze hemisferen zijn te herkennen aan de gyri (vouwen) en
sulci (groeven). Een hemisfeer bestaat uit 4 kwabben, de occipitaalkwab, temporaalkwab,
pariëtaalkwab en de frontaalkwab.
De ‘sulcus centralis’ is een groeve die halverwege de cortex ligt en de frontaalkwab van de
pariëtaalkwab scheidt. De sulcus lateralis scheidt de temporaalkwab van de bovenliggende
frontaalkwab en pariëtaalkwab.
External Anatomy of the Spinal Cord:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thg28. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.