1,2,3,4,6,8,9 en 10
October 22, 2021
21
2020/2021
Summary
Subjects
communicatie
creative business
jaar 1
saxion
media amp publiek
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Creative Business
Communicatie
All documents for this subject (31)
Seller
Follow
malouukon
Content preview
COMMUNICATIE MEDIA EN PUBLIEK
HOOFDSTUK 1 ALMACHT VAN DE MEDIA
Klassiek communicatiemodel (hieronder tekenen)
Almacht van de media theorie Algemene noemer van alle theorieën die de media een grote
macht toeschrijven.
Kenmerken van de ‘almacht van de media-theorie’
1. De massamedia bereiken iedereen
2. Het beïnvloedingsproces is eenrichtingsveer van de zender naar de ontvanger
3. Er is een direct verband tussen inhoud van de boodschap en invloed op de ontvanger
4. De ontvanger is in staat en beried alle boodschappen op te nemen
5. De ontvanger neem de inhoud van de boodschap passief en kritiekloos over
6. De (veelal slechte) invloed van de media wordt niet betwijfeld
7. Er zit geen ‘filter’ tussen zender en ontvanger
8. De ‘massamens’ is meer ontvankelijk voor de invloed van de media dan de elite
Stimulus-responstheorie Het gedrag van mensen (respons) is het directe gevolg van
datgene waarmee de mens wordt geconfronteerd (stimulus)
Metaforen of naamgeving binnen de ‘almacht van de media theorie’
1. Stimulus-reponsmodellen (S-R)
2. Injectienaaldtheorie
3. Transportband
4. Lont in het kruitvat
5. Bullet theory
è Bij al deze theorieën werd geen rekening gehouden dat een boodschap de ontvanger ook
vertekend kan bereiken of dat verschillende mensen de boodschap verschillend kunnen
interpreteren è Typisch almacht denken
Naast deze metaforen en naamgevingen zijn binnen de communicatiewetenschap 2 modellen
van belang met betrekking tot de almacht van de media theorie:
1. Model van Lasswell
2. Model van Shannon en Weaver
Model Voorziet ons voor een gesimplificeerd raamwerk van (een deel van) de werkelijkheid
è Essentie van een model is kernmerken of verschijnselen van de werkelijkheid en de relaties
hiertussen vormen
Functies van modellen
1. Het Organiseren van de werkelijkheid
2. Het Inzichtelijk maken van de werkelijkheid
3. Het kunnen doen van voorspellingen
4. Het kunnen meten van de werkelijkheid
,Het verbale model van Lasswell (1948)
Who says what, in which channel, to whom, with what effect?
Who Zender
Says what Boodschap
In which channel Kanaal/ medium
To whom Ontvanger
With what effect Effect
è Dit model houdt geen rekening met dingen die de boodschap kunnen verdraaien
Het model van Shannon en Weaver (1949) (hieronder tekenen)
è Eerste mensen die in hun model/omschrijving rekening houden met
dat tijdens het proces dingen kunnen gebeuren (ruis) die de zender niet heeft bedoeld
waardoor de boodschap anders kan worden geïnterpreteerd dan de zender eigenlijk
bedoelde.
Propaganda De verspreiding van communicatieboodschappen die tot doel hebben het publiek in
de door de zender gewenste richting te beïnvloeden
In 1937 werd het Institute for Propaganda Analysis (IPA) opgericht
è Oprichters en medewerkers waren bezorgd over de opkomst van het nationaalsocialisme in
Duitsland en over mogelijke effecten van nazipropaganda op de bevolking van de Verenigde
Staten.
IPA identificeerde 7 propagandatechnieken
1. Name calling Het aanduiden van een idee, persoon of bedrijf met een woord dat een
negatieve connotatie heeft
2. Glittering generality Het aanduiden van een idee, persoon of bedrijf met een woord dat een
positieve connotatie heeft
3. Transfer Sprake van als een idee, persoon of bedrijf een product acceptabeler wordt door
associatie met de deugdzame of gerespecteerde eigenschappen, prestige of autoriteit van
een ander object
4. Testimonial Soort stemverklaring of getuigenis van ‘goede’ en ‘slechte’ mensen waardoor het
idee in een goed, respectievelijk kwaad daglicht wordt geplaatst
5. Plain folks Wordt bedoeld dat een idee gepresenteerd wordt als ware het ‘van het volk’: de
opvatting van gewone mensen. Daarmee wordt gesuggereerd dat het idee of de opvatting
gewoon, normaal is
6. Bandwagon Gaat ervan uit dat mensen zich graag aansluiten bij een (nieuwe) trend. Er wordt
geïmpliceerd dat ‘iedereen het gaat doen, dn wel zou willen doen’
7. Card stacking Wordt gebruik gemaakt van een selectieve presentatie van argumenten,
waardoor een idee, persoon, bedrijf of product in positieve dan wel in negatieve zin wordt
afgeschilderd
, Reclamewerkingsmodellen (Franzen, 1994)
1. Sales-responsmodel Sterk informatief, waarbij argumenten interesse voor het product moeten
opwekken è Nadruk op gunstige prijs-waardeverhoudingen en aanbiedingen
2. Persuasionmodel Belangrijk of nog onbekende producten over te brengen door middel van
reclame
3. Emotionsmodel Streeft naar om associaties tussen merk (of product) en specifieke gevoelens
te roepen
4. Symbolismmodel Probeert symbolische betekenissen te ontwikkelen zodat consumenten
door gebruik van het merk betekenissen over zichzelf kunnen communiceren
5. Relationshipmodel Gaat om het ontwikkelen van persoonlijke betrokkenheid door product of
merk aan te laten sluiten bij persoonlijke waarden, belangen of interesses
6. Awarenessmodel Streeft ernaar de bekendheid van het merk/ product te vergroten
7. Likeabilitymode Betoogt een positieve waardering voor de reclame te bereiken, waardoor
vervolgens ook het product/ merk positief gewaardeerd zal worden
Verklaringen paniekreacties van het hoorspel: War of the Worlds
• De realistische aard van het hoorspel
• Het vertrouwen in de medium radio
• Het niet horen van de aankondiging van het hoorspel
• Geen aandacht besteden aan de aankondiging
• De wijze waarop men probeert de feiten te verifiëren is onjuist of de verificatie wordt verkeerd
uitgelegd
Methodologische problemen bij effctenonderzoek
Om een uitspraak over de effecten van de media te kunnen doen, moet minimaal twee variabelen
worden gemeten
1. De onafhankelijke variabele è Blootstelling aan de media
2. De afhankelijke variabele è Het daadwerkelijke effect
We spreken dan van een causale relatie: blootstelling aan de media veroorzaakt een effect
è Om die 2 variabelen te kunnen meten, moet een onderzoeker keuzes maken die door een
andere onderzoeker weer kunnen worden bekritiseerd
Het meten van de onafhankelijke variabele
§ Er vindt geen meting plaats maar men veronderstelt blootstelling aan de media
§ In een onderzoek wordt achteraf gevraagd of men een bepaalde mediaboodschap
gezien/gehoord heeft
o Achteraf èje kunt het zijn vergeten
o Persoon heeft het wel gezien maar wilt het niet vertellen om wat voor reden dan ook
o Hij heeft via een andere bron over de mediaboodschap gehoord maar hem niet zelf
gezien
§ Kijkmeter
o Mensen zien het als een spelletje
o Leereffecten treden op
§ Vragen met welke intensiteit mensen hebben gekeken/geluisterd è Is slechts een schatting
§ Er zijn zóveel mediaboodschappen die men kan kijken è Bij onderzoek met verschillende
mensen met verschillende interesses is dit niet onderzoekbaar è Iedereen let ergens anders
op
§ In het dagelijks leven kan de proefpersoon anders kijken naar mediaboodschappen en ook
anders reageren dan tijdens een onderzoek
Het meten van de afhankelijke variabelen
§ Effecten op kennis, mening, gevoelens en gedrag
§ Effecten op micro- of macroniveau
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malouukon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.