In deze samenvatting vind je de benodigde informatie van het vak onderzoek, inclusief complete samenvatting van Edumundo: Marketing, voor de kennistoets van leerjaar 3, periode 1.
Voeding en Dietetiek, Fysiotherapie, Logopedie, Ergotherapie
Onderzoek
All documents for this subject (47)
1
review
By: chelseavandijk • 1 year ago
By: evialdenzee • 1 year ago
Translated by Google
Thank you Chelsea!
Seller
Follow
evialdenzee
Reviews received
Available practice questions
Oefenvragen Onderzoek (marketing) Leerjaar 3, Periode 1
Flashcards61 Flashcards
$3.209 sales
Flashcards61 Flashcards
$3.209 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Stelling: Ook niet-commerciële partijen doen aan marketing. Is deze stelling juist of onjuist?
Answer: Juist
2.
Wat voor een oriëntatie heeft een bedrijf dat zich richt op het bieden van het juiste product?
Answer: Productoriëntatie
3.
Het Swolsch friethuys opnieuw in de prijzen: Bram Ladage verkoopt friet (en ook anderen snacks) aan consumenten. Onlangs opende het Swolsch Friethuys haar deuren en zij verkopen... ook friet. Het Swolsch friethuys is een consument. Juist of onjuist.
Answer: Onjuist
4.
Wat is niet een taak van een marketeer?
Answer: Ontwikkelen van de productpropositie
Wel taken van een marketeer:
- Verschaffen van marketingkennis en klantinzicht
- Managen en uitvoeren van de marketingcommunicatie
- Uitvoeren van marketingprogramma\'s
5.
De marketingwetenschap kent een viertal kernvragen. Welke van de vier staat centraal bij het kernbegrip \'communicatie\'?
Answer: Hoe weet een klant dat een bedrijf zijn behoefte kan vervullen?
6.
Waarvoor staat de vier P\'s van marketing?
Answer: prijs - product - plaats - promotie
7.
De marketingwetenschap kent een viertal kernvragen. Welke van de vier staat centraal bij het kernbegrip \'plaats\'?
Answer: Hoe komt een klant eraan?
8.
De marketingwetenschap kent een viertal kernvragen. Welke van de vier staat centraal bij het kernbegrip \'customer\'?
Answer: Wat heeft de klant nodig?
9.
Wat voor een oriëntatie heeft een bedrijf dat zich richt op de langetermijnbelangen van klanten en maatschappij?
Answer: Maatschappelijke marketingoriëntatie
10.
Waarvan maken we gebruik om het gedrag van de klanten van een bedrijf te analyseren?
Answer: Salesfunnel
Content preview
Evi Aldenzee Onderzoek HF2P1
ONDERZOEK HF2P1
TRENDWATCHING
Veel trends ontstaan uit steden doordat je daar een mix hebt van verschillende culturen en
achtergronden die elkaar beïnvloeden.
Begrippenlijst trendwatching:
- DESTEP: De DESTEP-analyse is een analyse om de macro-omgeving in kaart te
brengen. Afkorting van demografische, economische, sociaal/culturele,
technologische, ecologische en politiek/juridische factoren.
- Macro: De macro omgeving omvat factoren waar de organisatie geen invloed op
kan uitvoeren. Toch wordt het overgrote deel van het succes van een organisatie
bepaald door factoren in de macro omgeving. Een organisatie dient in haar
strategie rekening te houden met deze niet te controleren factoren.
- Meso: De bedrijfstak
- Micro: De interne omgeving oftewel de onderneming zelf.
- Trend: Een trend is een maatschappelijke verandering (ontwikkelingslijn).
- Hype: Een hype is iets nieuws dat tijdelijk sterk de aandacht trekt, maar weinig
voorstelt. Een hype kan uitgroeien tot een trend.
- Signaal: signalen moeten worden opgevangen om relevante trends te herkennen
en te vertalen.
- Actualiteit: Het tijdig melden en doorzenden van nieuws door publicatie via
kranten, televisie, radio en internet.
- Adoptiecurve (Rogers): Het adoptiemodel van Rogers is een marketingmodel
omtrent de levenscyclus van een innovatie. Rogers onderscheidt vijf stadia, waarin
vijf verschillende groepen worden onderscheiden die het product of nieuwe idee
accepteren. Het adoptiemodel wordt ook wel innovatietheorie van Rogers
genoemd.
- Cross sectoraal: Sectoren aan elkaar verbinden en de kracht van alle sectoren laten zien, en
hoe de kracht van de een ook de kracht van de ander kan zijn. Nieuwe inzichten hoe
,Evi Aldenzee Onderzoek HF2P1
bepaalde ideeën, werkwijzen en concepten uit andere sectoren van waarde kunnen zijn voor
een andere sector.
EDOMUNDO MARKETING
INTRODUCTIE
Beroepen in marketing
- Sales- of verkoopgerichte beroepen
- Marketinggeoriënteerde beroepen
- Beroepen gericht op marketingcommunicatie
- Het ondernemen als beroep
Marketeers kijken op welke wijze organisaties in staat zijn om doelen te verwezenlijken. Hierbij
houden ze rekening met de markt waarin ze opereren, de concurrenten en de wensen en verlangens
van de klanten. Wat doen marketeers?
Ze verschaffen marketingkennis en klantinzicht (customer insight)
Ze geven richting aan de marketingstrategieën van de onderneming
Ze ontwikkelen de zogeheten klantpropositie
Ze managen en voeren de marketingcommunicatie uit
Ze ontwikkelen en gebruiken marketing- en marktinformatie
Ze voeren marketingprogramma’s uit
Ze stellen marketingplannen op
Dit alles doen marketeers in samenwerking met zowel interne als externe partijen. De interne
samenwerking ziet er als volgt uit. Marketeers en bedrijfsdeskundigen werken vaak samen op het
gebied van productontwikkeling. Bij de externe samenwerking is meestal sprake van het uitbesteden
van werkzaamheden.
De marketeer denkt na over:
Het product
Prijszetting
Hoe het product in de markt te zetten
Welke communicatie daarbij te gebruiken en
Hoe te zorgen dat het product bij de klant terechtkomt
Producten worden aangeschaft omdat:
Iemand het nodig heeft.
Iemand het ziet/kan vinden: Hoe komt een klant eraan?
Iemand het kan betalen: Hoeveel is het de klant waard?
Iemand ervan wist: Hoe weet de klant dat wij de behoefte kunnen vervullen?
,Evi Aldenzee Onderzoek HF2P1
MARKETING VOLGENS EDUMUNDO
Marketing is het creëren van, communiceren over, leveren en ruilen van zaken die waarde hebben
voor klanten, cliënten, partners en de maatschappij in het algemeen.
Vanuit de marketing geredeneerd kunnen we vijf typen bedrijven onderscheiden
1. Bedrijven die focussen op het leveren van producten (productieoriëntatie). Dit soort bedrijven
gaat ervan uit dat klanten op zoek zijn naar producten die beschikbaar en betaalbaar zijn.
2. Bedrijven die zich richten op het bieden van het juiste (beste?) product (productoriëntatie).
Dergelijke bedrijven focussen op research & development en productinnovatie, omdat zij
denken dat klanten op zoek zijn naar producten met de hoogste kwaliteit, de meeste features
of de beste prestaties.
3. Bedrijven die de nadruk leggen op het verkopen (verkooporiëntatie). Dergelijke bedrijven
steken veel moeite in het verkopen en promoten van producten en diensten, omdat zij ervan
uitgaan dat klanten alleen kopen wanneer je bovenop ze zit.
4. Bedrijven die zoeken naar behoeften en verlangens van hun klanten en hier vervolgens een
juist product voor ontwikkelen (marketingoriëntatie). Dit soort bedrijven stelt de klant centraal.
5. Bedrijven die verder kijken dan de korte termijn en ook rekening houden met de
langetermijnbelangen van klanten en maatschappij (maatschappelijke marketingoriëntatie).
Deze bedrijven proberen een evenwicht te vinden tussen kortetermijnverlangens en
langetermijngevolgen voor een klant of maatschappij.
Sommige auteurs wijzen erop dat deze marketingoriëntaties zowel een historische als een temporele
achtergrond hebben.
Historisch
Historisch gezien hadden bedrijven het vroeger ‘makkelijker’: producten waren in veel minder ruime
mate beschikbaar en verkochten vanzelf wel. Toen het aanbod eenmaal groter werd, gingen klanten
ook kijken naar de kwaliteit van een product. Daarna volgde een periode waarin producten een
diensten min of meer vergelijkbaar waren en klanten alles al leken te hebben. Vanaf toen kwam het
erop aan om klanten te overtuigen meer te kopen, of een aankoop te herhalen. In deze fase waren
fabrikanten vooral bezig hun producten aan klanten te slijten. Op geen enkele manier stelden zij hun
klanten centraal en probeerden zij klantproblemen op te lossen.
De volgende fase in de marketing ‘evolutie’ was om vanuit de behoeften en wensen van klanten te
redeneren en producten en diensten aan te bieden vanuit dat perspectief, in plaats vanuit het
maakperspectief.
Temporeel
Sommige auteurs zien de verschillende fases zoals in de afbeelding ook binnen één enkel bedrijf
terug. Een bedrijf start vanuit een productoriëntatie om (uiteindelijk) door te groeien tot een bedrijf dat
ook de duurzaamheid van zijn bedrijfsmodel nastreeft.
, Evi Aldenzee Onderzoek HF2P1
HET MARKETINGPROCES
Klanten, cliënten, partners en de maatschappij in het algemeen
De klanten: de meest voor de hand liggende partij waarmee winkels te maken hebben bij het
verkopen van hun producten.
Partners: leveranciers, werknemers maar ook (indirecte) trendsetters.
Maatschappij: partij waar de winkel rekening mee moet houden (overheid en
belangenorganisaties) maar ook concurrenten.
Philip Kotler, één van de bekendste marketingauteurs, stelt dat bij een bedrijf dat de klant centraal
stelt het marketingproces bestaat uit:
Het verkennen van de markt en de behoeften en verlangens van klanten in kaart brengen.
Een marketingstrategie ontwikkelen waarin de waarde voor de klant centraal staat.
Een marketingprogramma ontwerpen waarbij de vier P’s (of C’s) geïntegreerd worden om zo
superieure waarde voor de klant te leveren.
Het bouwen van winstgevende klantrelaties en het creëren van klanttevredenheid.
Het innen van klantwaarde om zo winst te behalen.
OMGEVING
Omgevingsinvloeden zijn volgens het NIMA de ‘invloeden vanuit de maccro-, meso-, en micro-
omgeving op een organisatie die van belang kunnen zijn voor het functioneren van deze organisatie
op haar markten en het (strategische) marketingbeleid’. Bij het ontwikkelen van het bedrijfs- en
marketingbeleid neemt de analyse van deze factoren dan ook een belangrijke plaats in. Zij helpt
bedrijven om hun sterke punten te koppelen aan kansen in de markt, om hun zakten te onderkennen
en om bedreigingen te identificeren.
MICRO-OMGEVING
Sterke en zwakke punten
Waarschijnlijk heb je wel eens gehoord dat je ‘eerst jezelf en je eigen sterke kanten moet kennen
voordat je een sollicitatiegesprek gaat voeren’. Bewust inzetten op je sterke punten kan je helpen bij
het vinden van een nieuwe baan, et als weten waar je zwakke punten liggen en hoe je deze wilt of
kunt verbeteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evialdenzee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.