100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychodiagnostiek (550037-B-6) COMPLEET $5.38   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychodiagnostiek (550037-B-6) COMPLEET

 17 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een zeer uitgebreide samenvatting van het vak Psychodiagnostiek! Met het bestuderen van deze samenvatting heb ik een 9 gehaald! De samenvatting is ruim 110 pagina’s lang! In de samenvatting worden hoofdstuk 2 tot en met 11 van het boek ‘De Diagnostische cyclus’, de hoofdstuk 4 tot en met 7 va...

[Show more]

Preview 4 out of 114  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2 tot en met 11
  • October 23, 2021
  • 114
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Psychodiagnostiek
De Bruyn, E. E. J., Ruijssenaars, A. J. J. M., Pameijer, N. K., & Van Aarle. E. J. M. (2016). De

Diagnostische cyclus: Een praktijkleer. Leuven: Uitgeverij Acco.


De Bruyn, E. E. J. (1985). Psychodiagnostiek: Een systematische inleiding vanuit het klinische

gezichtspunt. Rotterdam: Lemniscaat.


Egan, G. (2012). Deskundig hulpverlenen: Een model, methoden en vaardigheden: Assen: Van

Gorkum.


‘’Week 1 – Introductie van het vak, aanmelding en klachtenanalyse
Het gaat binnen de psychodiagnostiek om veel meer dan enkel het geven van een bepaald label. Het
gaat hierbij om een persoonsgerichte aanpak waarbij er op een systematische en wetenschappelijk
onderbouwde manier nagegaan wordt wat de best mogelijke oplossing is voor de specifieke situaties
van de client. De diagnostiek neemt een belangrijke plaats in binnen de hulpverlening.

Diagnostische Cyclus – Hoofdstuk 2: Uitgangspunten
Er zijn een aantal wetenschappelijke uitgangspunten en verschillende vertekeningen en fouten die in
de psychodiagnostiek een rol spelen.

2.1: Wetenschappelijke diagnostiek
Er wordt van wetenschappelijke diagnostiek gesproken wanneer de algemene menselijke
grondstructuur van het probleemoplossend omgaan met persoonlijkheids- en gedragsproblemen
ondersteund wordt met wetenschappelijke empirische kennis. Deze kennis bestaat uit wetmatige
verbanden, verklaringsschema’s, theorieën, methoden en instrumenten die in de
gedragswetenschap worden gehanteerd. De veronderstellingen over de werkelijkheid aan de feiten
(resultaten van het onderzoek) worden bij een empirische benadering getoetst op een manier die
door andere onderzoekers herhaald kunnen worden. Binnen de diagnostiek heeft de empirische
toetsing van hypothesen betrekking op de observeerbare gedragsaspecten van een persoon.

De Groot (1950) sprak van een psychodiagnostische cyclus waarin de diagnosticus de algemene
denkschema’s van inductie, deductie en toetsing toepast. Deze denkschema’s worden als een fase in
de empirische cyclus gezien en er gaat een observatie aan vooraf en wordt afgesloten met een
evaluatie.

De diagnosticus is meer wetenschappelijker naarmate:

 Hij explicieter werkt met theorieën en verschillende theorieniveaus met elkaar in verband
brengt;
 Hij er bewust voor kiest in welke gevallen hij wel en in welke gevallen hij niet voor een
bepaalde theorie kiest;
 Hij duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies;
 Hij onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor problemen waar ze betrekking op
hebben en naar het effect van ingrepen;
 De resultaten van het eigen werk uitwisselt met collega’s.

,2.2: Verschillende foutenbronnen
De dagelijkse diagnostische situatie is te omschrijven als een voorbeeld van een slecht gedefinieerd
beslissingsprobleem. Oordelen en beslissingen nemen in onzekerheid zijn typerend voor het werk
van een diagnosticus. Er zijn drie verschillende bronnen die het belang van het onderzoek naar de
kwaliteit van en de foutenbronnen in het oordelen en beslissen voor de diagnostische praktijk
illustreren:

 Onderzoek naar de manier waarop mensen met kansen en waarschijnlijkheden omgaan;
 Onderzoek naar de vuistregels en heuristieken die mensen doorgaans neigen te volgen;
 Onderzoek naar de kwaliteit van professionele diagnostiek.

Een groot deel van het werk van een diagnosticus bestaat uit het schatten, het afwegen en het
herzien van kansen. Dit dient meestal subjectief gedaan te worden.

Dat er vastgesteld werd dat diagnosticus bij het schatten en het redeneren met kansen afwijken van
wat logisch dan wel statistisch voorgeschreven wordt, leidde tot een onderzoek naar de oorzaken
hiervan. Dit leidde tot het blootleggen van cognitieve vuistregels en heuristieken (zoekstrategieën die
tot oplossingen kunnen leiden) die in verschillende probleemsituaties van het alledaagse leven
adequaat zijn, maar tot vertekening leiden bij het schatten van kansen in een gecontroleerde
laboratoriumomgeving. Mensen hebben de neiging de kans op het optreden van een bepaald
verschijnsel hoger in te schatten naarmate ze met minder moeite voorbeelden van het verschijnsel
voorbeelden voor de geest kunnen halen. Dit wordt de beschikbaarheidsheuristiek genoemd.
Daarnaast hebben mensen de neiging om vooral informatie op te zoeken die aansluit bij hun eigen
opvatting. Hierdoor kan de kwaliteit van het professionele oordeel zich in de klinische
beslissingssituaties nogal eens te wensen overlaten.

Deze fouten en vertekeningen komen bij professionele diagnostici in iedere fase van de diagnostische
besluitvorming voor. Dit dient de diagnostici ertoe aan te zetten om de kwaliteit van de eigen
besluitvorming kritische te evalueren en eventueel te verbeteren.

2.3: Besliskundige ondersteuning
Het beslissingsprobleem is te omschrijven als een keuzeprobleem waarbij de verschillende opties
verschillende consequenties kunnen hebben met betrekking tot het doel. De kansen die de beslisser
inschat hebben te maken met de mogelijkheid dat bepaalde positieve of negatieve gevolgen
optreden.

De normatieve beslissingstheorie gaat verder dan alleen het beschrijven en het verklaren. Het
beschrijft ook hoe de beslisser formeel te werk dient te gaan op basis van een aantal rationele
axioma’s. De toepassing van de normatieve beslissingstheorie vindt plaats in de besliskunde. Het is
een verzameling van modellen en procedures die aangeven hoe de beslisser in de verschillende
stappen van het beslissingsproces het best kan handelen met het oog op het te bereiken doel. Er zijn
verschillende technieken en procedures die het formele beslissingsproces ondersteunen.

Het diagnostische beslissingsproces is een proces waarin de opties en consequenties geformuleerd
en geëvalueerd worden. De technieken en de procedures uit de besliskunde kunnen hierbij ook
ingezet worden.

2.4 Prescriptieve diagnostiek
De formele status van de regels van de diagnostiek is vergelijkbaar met die van voorschriften die
aangetroffen worden in algemene methodologische beschouwingen over het inrichten van empirisch
onderzoek. De voorschriften op zich garanderen niet dat het onderzoek ook daadwerkelijk tot de

,oplossing van het onderzoeksprobleem leidt, maar er wordt wel aangenomen dat het volgen van de
voorschriften op termijn de kans op het leveren van een bijdrage aan de oplossing verhoogt. De
fundering van de methodologische voorschriften is logisch theoretisch van aard.

De tak van de methodologie die zich bezighoudt met funderen, formuleren en onderzoeken van
diagnostische regels en procedures wordt normatieve diagnostiek genoemd. Deze diagnostiek geeft
antwoord op vragen als: ‘’wat is feitelijk een diagnose?’’, ‘’is het mogelijk om redelijk voorschriften
voor de diagnosticus te formuleren?’’ en ‘’in hoeverre kan het diagnostische proces door deze
voorschriften gereguleerd worden?’’. Het implementeren van een strikt normatief model van het
diagnostisch proces in de praktijk is onmogelijk. Er dient dan ook genoegen genomen te worden met
het moderately normative model. Het moderately normative model is een gematigd-normatief
model dat neerkomt op een set vuistregels en procedures die heuristisch zijn met als doel het
verhogen van de kans op het nemen van juiste beslissingen.

De benaming prescriptieve diagnostiek is een internationaal bruikbare term voor wat de leer van de
diagnostiek wordt genoemd. Het specifieke van de prescriptieve diagnostiek is dat de fundering van
de regels gezocht worden in het analyseren en het blootleggen van de grondkenmerken van het
professionele diagnostisch proces. De prescriptieve studies houden zich steeds meer bezig met de
vraag hoe de diagnosticus het beste het diagnostische proces kan vormgeven.

De empirische cyclus kan gelden als de algemene methodologische grondstructuur van het
wetenschappelijk handelen. In deze cyclus staat de activiteit van het genereren en het toetsen van
hypotheses centraal. De modellen die op de empirische cyclus zijn georiënteerd worden meestal
aangeduid als hypothesetoetsende diagnostische modellen. Deze modellen laten in algemene zin
zien welke stappen in welke volgorde en op welke wijze doorlopen dienen te worden.

, Diagnostische Cyclus – Hoofdstuk 3: De diagnostische cyclus
3.2: De diagnostische cyclus
Het diagnostische proces wordt beschreven als een scenario waarbij de vier hoofdstappen doorlopen
worden. Uit de praktijk is echter gebleken dat dit anders verloopt. Meestal vraagt de aard van de
problematiek om het herhaald doorlopen van het volledige proces of van onderdelen daaruit. De
beslissing van de diagnosticus om door te gaan, stappen te herhalen of terug te gaan in de
diagnostische cyclus hangt af van de mate van zekerheid die informatie uit de betreffende stap
oplevert. Het komt zelden voor dat het gehele stappenplan in slechts één keer doorlopen kan
worden.

De diagnostische cyclus wordt onderverdeeld in verschillende stappen:

 Aanmelding (Anm): Hierbij worden de basisgegevens (wie, wat en wanneer) opgenomen en
gaat iemand van start met het diagnostische proces.
 Klachtanalyse (KA): De klachten van de client en zijn omgeving vormen de natuurlijke ingang
van het diagnostische proces. De klachten weerspiegelen de ervaringen en de belevingen. De
client ervaart een situatie, het gedrag of de gevolgen hiervan als negatief (ongewenst,
storend en belemmerend). De diagnosticus gaat op zoek naar de klachten, kijkt of de
verwoording klopt met wat de client bedoelt en gaat samen met de client op zoek naar een
passende diagnostische hulpvraag. De uitkomst van de klachtanalyse is een lijst met klachten
die door de diagnosticus en de client samen zijn omschreven en door de client herkend
worden. Dit vormt de verhelderende diagnose.
 Probleemanalyse (PA): Tijdens de probleemanalyse legt de diagnosticus een verband tussen
de klachten en problemen. Met problemen wordt verwezen naar situaties of gedragingen die
ongunstig zijn voor de client. Daarnaast groepeert de diagnosticus de problemen en taxeert
hij de ernst van de problemen. Er wordt dan ook objectief vastgesteld wat er aan de hand is.
De uitkomst van de probleemanalyse is een benoeming van de problemen. Dit vormt de
onderkennende diagnose.
 Verklaringsanalyse (VA): De verklaringen zijn empirisch getoetste uitspraken over condities.
Deze kunnen afzonderlijk of in samenhang met het probleem zorgen voor het ontstaan of het
in standhouden van de problemen. De uitkomst van de verklaringsanalyse is een
samenhangend beeld waarin één of meerdere condities met een bepaalde mate van
waarschijnlijkheid als verklaring voor het probleem gelden. Er wordt hierbij nagegaan wat de
uitlokkende en in standhoudende factoren zijn. Dit vormt de verklarende diagnose.
 Indicatieanalyse (IA): Indicaties zijn empirisch of theoretisch onderbouwde aanbevelingen
voor één of meerdere interventies. De interventies hoeven in de diagnostische cyclus nog
niet gedetailleerd te worden gespecificeerd en hebben het karakter van typen en vormen
van behandelings- en begeleidingsvoorstellen. De diagnosticus formuleert samen met de
client het interventiedoel. De uitkomst van de indicatieanalyse is een lijst van mogelijke
interventies. Dit vormt de indicerende diagnose.
 Advies (Adv): De diagnosticus geeft een advies aan de client.


De stippenlijnen betekenen dat er een
binnendoor weg genomen kan worden.
Hierdoor wordt in de praktijk niet de gehele
cyclus, maar een deel ervan doorlopen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FleurHenckens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.38  2x  sold
  • (0)
  Add to cart