Inleiding Recht H5 Goederenrecht
Persoon → Moet doen wat hij heeft beloofd, na de eigendomsoverdracht.
Object → Gaat met name hier om het behoud ervan na de eigendomsoverdracht.
Vermogensrecht
Verbintenissenrecht Goederenrecht
Bij goederenrecht staat de juridische relatie tussen een persoon en zijn goed centraal. In juridisch
opzicht hebben andere mensen daarmee te maken, maar op een afgeleide wijze.
Verbintenissenrecht Goederenrecht
Persoon Persoon Persoon Goed
Goed Persoon
Als twee personen een overeenkomst sluiten, zijn alleen zij verbonden aan de rechten en plichten die
uit deze overeenkomst voortvloeien. Andere personen hebben daar niets mee te maken. Er is sprake
van relatief recht: Recht dat uitsluitend van toepassing is op en van belang is voor bepaalde
personen die met elkaar in een rechtsrelatie staan, b.v. de verbintenis. Verbintenissen koppelt twee
partijen in juridisch opzicht van elkaar. Verbintenissen vloeien voort uit een overeenkomst, een
onrechtmatige daad of een rechtmatige daad, ontstaan relatieve rechten uit het sluiten van een
overeenkomst of het begaan van een onrechtmatige dan wel rechtmatige daad.
Bij absoluut recht: Recht dat bij iedereen is af te dwingen. Absolute rechten kunnen dan ook
tegenover iedere derde worden gehandhaafd. B.v. Eigendom.
Goed: Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten. (art. 3:1 BW)
Zaak: Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. (art. 3:2 BW)
↳ Materiële ‘dingen’ die we kunnen beheersen.
↳ Dieren zijn geen zaken. (art. 3:2a lid 1 BW)
Onroerende zaken (art. 3:3 BW):
Grond
Nog niet gewonnen delfstoffen
Met de grond verenigde beplantingen
Gebouwen en werken die rechtstreeks of indirect duurzaam met de grond verenigd zijn
Roerende zaken → Alle zaken die niet onroerend zijn. (art. 3:3 lid 2 BW)
b.v. auto’s, horloges, computers en snoepjes.
Bij zaken speelt de term natrekking een belangrijke rol. Natrekking: De eigenaar van een zaak is
eigenaar van al haar bestanddelen (art. 5:3 BW). De eigendom van een roerende zaak die een
bestanddeel wordt van een andere roerende zaak die de hoofdzaak is, overgaat op de eigenaar van
, Inleiding Recht H5 Goederenrecht
deze hoofdzaak. Iets is een bestanddeel wanneer een zaak niet ‘volwaardig’ is zonder dit ‘iets’. (art.
5:14 BW).
Goederen bestaan niet alleen uit zaken, maar ook uit vermogensrechten. Vermogensrecht is een
recht dat een financiële waarde in zich draagt. (art. 3:6 BW)
1. Alle op geld waardeerbare rechten (en plichten)
2. Een niet-stoffelijk object (naast de zaak) dat geldswaarde heeft
Absolute rechten
Enkel op een zaak (boek 5) Zowel op zaak als op vermogensrecht (boek 3)
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (art. 5:1 BW). Het
staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik
niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven
recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen (art. 5:1 lid 2 BW).
Drie categorieën die inbreuk maken op de bevoegdheden van een eigenaar:
1. Rechten van anderen
Als ik bijvoorbeeld mijn huis aan een ander verhuur, kan ik niet zomaar het huis in. De
beperkingen die de eigenaar zelf in het leven heeft geroepen om een reen levert ook vaak
weer een voordeel op (betaling huur).
2. Wettelijke voorschriften
De Omgevingswet maakt inbreuk op het eigendomsrecht. Lagere wetgevers (gemeenten,
provincies) kunnen regels uitvaardigen (wetten in materiële zin0 die de eigendomsrechten
van burgers kunnen aantasten.
3. Regels van ongeschreven recht
Situatie dat je via de uitoefening van je eigendomsrecht een onrechtmatige daad kunt plegen
naar een ander.
Je kan hinder ervaren door anderen. Er zijn grenzen. De eigenaar van een erf mag niet in een mate of
op een wijze die volgens art. 6:162 BW onrechtmatig is, aan eigenaren van andere erven hinder
toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het
onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun (art. 5:37 BW). Dus hinder die een
onrechtmatige daad oplevert.
Misbruik van (eigendoms)recht (art. 3:13 BW):
1. Het recht wordt met geen ander doel uitgeoefend dan om een ander schade te berokkenen.
2. Het recht kan in redelijkheid niet worden uitgeoefend omdat er een te grote
onevenredigheid bestaat tussen het belang tot uitoefening van het eigendomsrecht en het
belang dat daardoor wordt geschaad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HappyLychee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.