Handboek Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering
Deze samenvatting bevat de belangrijkste informatie die in de powerpoints tijdens de lessen aanbod is gekomen. Alles is in mijn eigen woorden gezet, zodat het makkelijker te begrijpen en sneller te onthouden is. Verder staan er voorbeelden beschreven om de stof beter te begrijpen. Met deze samenvat...
MOB-samenvatting:
Lesweek 1:
Wat zijn organisaties?
1. Organisaties: een groep mensen die een gezamenlijk doel nastreven.
2. Bedrijven: organisaties die producten of diensten produceren
3. Ondernemingen: bedrijven die winst nastreven
Wat is organisatiekunde?
- Interdisciplinaire wetenschap (is een wetenschap die tussen andere
wetenschappen instaat).
- Bestuderen het gedrag van organisaties en de factoren die dit gedrag bepalen.
- De wijze waarop organisaties doeltreffend bestuurd.
- Descriptief aspect= beschrijving van het gedrag
- Prescriptief aspect= advies over te volgen handelwijze en organisatie-inrichtingen
Organisatietheorieën: (vanaf blz. 28) in het kort:
Industriële revolutie Eerst komt de industriële revolutie 400 v CHr – 1900 na Gesloten systeem
Chr.
Scientific Hoe kan je efficiënt de productie indelen? (1900) Taylor, Gesloten systeem
management Arbeid opsplitsen en personeel opleiden.
Keek dus alleen naar de productie
General Gaat over het managen van een organisatie. (1900) Henry Fayrol Gesloten systeem
management Is een vervolg op Taylor
Bureaucratie Iedereen moet alles doen volgens regels en (1920) Max Weber Gesloten systeem
hebben allemaal zijn eigen taak
Human relations Aandacht en vertrouwen aan het personeel (1945) Elton Mayo Gesloten systeem
beweging motiveert ze om harder te werken.
Revisionisme Combinatie tussen het sociale en de (1950) Rensis Likert, Gesloten systeem
technische structuur ervan Linking pin,
Herzberg, motivatie/
hygiëne-theorie,
MCGregor en XY-
theorie (zie blz. 38)
Systeembenadering Binnen organisaties afdelingen creëren die (1950) Kenneth
nauw met elkaar samenwerken en de Boulding
omgeving speelt hier ook een rol bij. En
feedback
Contigentietheorie Gaat volledig uit van de omgeving. Alle (1965) Paul
andere theorieën wel gebruiken maar je Lawrence en Jay
moet vooral kijken naar je omgeving en daar Lorsch
je organisatie op aanpassen
, De groene zijn niet de hoofdstromingen maar komen
wel in de paarse blaadjes (theorieën) voor.
Organisatietheorieën uitgebreid:
Scientific management (Taylor):
- Met name gericht op de productieafdeling
1. Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van
bewegingsstudies
2. Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
3. Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders
4. Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar
werkmethoden en het scheppen van arbeidsvoorwaarden
5. Juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
6. Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere
productiekosten
7. 8 bazen stelsel
General Management (Faylor):
- Gericht op de gehele organisatie
- Je moet dus kijken naar de 6 managementtaken (plannen, organiseren, bevel voeren,
coördineren en controleren) die passen bi de managementgebieden (technisch,
commercieel, financieel, zelfbescherming, boekhouding)
Bureaucratie (weber):
- Mensen krijgen structuur doordat ze precies weten wat ze moeten doen.
- Je geeft taken aan mensen
- Is vooral gericht op overheidsorganisaties en grote bedrijven uit een sociologische
invalshoek.
Kenmerken van een ideale bureaucratie:
1. Sterk doorgevoerde taakverdeling
2. Hiërarchische bevelstructuur
3. Nauwkeurig afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
4. Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
5. Werving op basis van bekwaamheden en kennis
6. Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures
7. Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels
8. Gegevens zijn vastgelegd in schriftelijke stukken
9. De macht van functionarissen is aan restricties gebonden
,Deze drie krijgen structuur vanuit taken niet vanuit de mens.
Human Relations (Mayo)
- Alles draait om de mens
- Er moet ook gekeken worden naar subjectieve factoren zoals aandacht, zekerheid, bij
de groep horen en waardering
- Sociale vaardigheden zijn van groot belang als je leiding wilt geven
Revisionisme (Likert, Herzberg, McGregor)
- Structuur van een organisatie koppelen aan hoe mensen in elkaar zitten.
- Combinatie van Scientific Management en Human Relations
Belangrijke auteurs:
• Likert: linking pin (organisatie die bestaat uit overlappende groepen, waarbij
de leider van de groep ook lid is van een hogere groep)
• Herzberg: motivatie/hygiëne-theorie
• McGregor: Theorie X en Y (x is een luie werknemer en y is een actieve
werknemer)
Systeembenadering – Boulding
- Voornamelijk omgeving belangrijk
- Integrale managementbenadering= eerst kijken naar je omgeving en dan kijken op
welke manier je kan inspelen op je organisatie. Je moet dus zowel binnen als buiten
je organisatie kijken
Contingentiebenadering (lawrence/ lorsch)
- In welke omgeving kan welke organisatietheorie worden toegepast.
Moderne organisatietheorieën: (goeroes)
Philip Crosby kwaliteitszorg in organisaties (kwaliteitsdenken) → dat je vanaf
het begin gelijk alles goed gaat doen om zo steeds beter te worden
Porter • : (komt later)
Hemmer Kijken naar de processen. Dus als er een order is hoe kan je dit
met zo min mogelijk stapjes voltooien. (Kijkt dus niet naar de
afdelingen)
Henry Mintzberg - Organisatieconfiguraties en strategie
- Configuraties (samenstelling)
- je hebt in een organisatie de strategische top, middenkader,
Technostructuur, ondersteunende diensten en uitvoerende
kern)
1. Ondernemersorganisatie
2. Machineorganisatie
3. Professionele organisatie
4. Divisieorganisatie
5. Innovatieve organisatie (adhocratie)
6. Zendingsorganisatie
7. Politieke organisatie
, Lesweek 2:
Welke partijen hebben invloed op een organisatie?
- Op het moment dat je een plan bedenkt van hoe je je doel gaat bereiken moet je een
interne en externe analyse doen.
- De DEPEST (omgevings)factoren zijn de buitenste ring zijn beïnvloeden je bedrijf.
Maar jij als bedrijf kan deze niet beïnvloeden.
- De blokjes zijn partijen waar je mee te maken krijgt in je organisatie, met deze kun je
praten. Deze kun je als organisatie dus wel beïnvloeden.
(Vermogensverschaffers zijn mensen die geld pompen in een bedrijf in de vorm van
aandelen)
Belangorganisaties: wnf, vakbonden, wakker dier, green peace
1. Macro analyse (depest) → hierbij hoort een SWOT (verschil macro en meso: macro
niet beïnvloeden en niet controleren)
2. Meso analyse (8 partijen/blokjes) (niet controle maar wel beïnvloeden)
3. Micro analyse (intern/organisatie)
Voorbeelden DEPEST:
• Milieufactoren: vervuiling milieu, opwarming aarde, gebruik fossiele brandstoffen,
broeikasgassen, schoonmaken van activiteiten, benutten van nieuwe kansen, werken
• Technische factoren: verbetering aan productiemethoden en innovaties van
goederen en diensten.
• Demografische factoren: omvang, groei en samenstelling van de bevolking en
werken of niet werken (welvaart)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deniseruigrok15. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.