FBurgerlijk Recht 2
Hoofdstuk 5
Door het nakomen van een verbintenis houdt deze op te bestaan; de
verbintenis gaat teniet en de schuldenaar wordt bevrijd van zijn
verplichting om te presteren.
Een schuldenaar moet de prestatie leveren die is overeengekomen.
Zonder toestemming van de schuldeiser mag de schuldenaar niet een
andere prestatie leveren dan afgesproken. Wanneer dit toch gebeurt, is er
geen sprake van nakoming. – 6:45 BW.
Wanneer een schuldenaar met toestemming van de schuldeiser een
andere prestatie levert, wordt dit ook wel inbetalinggeving genoemd.
Soortzaken: Zaken die bepaald zijn naar soort. De zaken hebben
gemeenschappelijke kenmerken. Voorbeelden zijn een bepaald model
auto en landbouwproducten zoals rijst.
Specieszaken: Zaken waarvan maar één exemplaar bestaat of zaken die
specifiek zijn aangewezen. Voorbeelden zijn een huis en spullen uit een
tweedehandswinkel.
Een individueel bepaalde zaak = een speciezaak.
Degene die een individueel bepaalde zaak moet afleveren, is verplicht
zorg te dragen voor de betreffende zaak tot het moment van aflevering. –
6:27 BW. Dit wordt ook
wel de zorgplicht van de schuldenaar genoemd. Als er iets met de zaak
gebeurt, is de schuldenaar aansprakelijk. De zorgplicht van een
schuldenaar ontstaat op het moment dat de verbintenis is gesloten en
duurt tot het moment dat de zaak is afgeleverd.
De zorgplicht van de schuldenaar ten aanzien van soortzaken houdt in dat
de afgeleverde zaak van goede gemiddelde kwaliteit moet zijn. – 6:28 BW.
Een schuldenaar mag het verschuldigde niet in gedeelten voldoen, tenzij
de schuldeiser daarvoor toestemming heeft verleend. – 6:29 BW.
‘Een verbintenis kan door een ander dan de schuldenaar worden
nagekomen, tenzij haar inhoud of strekking zich daartegen verzet.’ – 6:30
lid 1.
Wanneer er sprake is van verbintenis die met een bepaald persoon is
aangegaan vanwege de kwaliteiten van die persoon, dan kan er niet
zomaar door een ander worden nagekomen. Als dit toch gebeurt, is er niet
nagekomen en kan de schuldeiser de schuldenaar nog steeds aanspreken
om tot het leveren van de prestatie over te gaan.
Met betaling wordt niet alleen bedoeld de betaling van een geldbedrag,
maar ook het leveren van een prestatie in het algemeen.
,In principe heeft een handelingsonbekwame een wettelijke
vertegenwoordiger die rechtshandelingen voor hem kan uitvoeren. De
onbekwame mag geen prestatie in ontvangst nemen.
Wanneer dit toch voorkomt, dan is deze prestatie bevrijdend voor de
schuldenaar als de onbekwame er daadwerkelijk voordeel aan heeft gehad
of als de prestatie bij de wettelijke vertegenwoordiger terechtgekomen is.
– 6:31 BW.
Presteert een schuldenaar aan een ander dan aan de schuldeiser, dan is er
bevrijdend betaald als de schuldeiser de prestatie heeft bekrachtigd of
erdoor gebaat is. – 6:32 BW.
Wanneer een schuldenaar aan een ander dan de schuldeiser betaalt en
erop mag vertrouwen dat hij dit terecht doet, heeft hij bevrijdend betaald.
– 6:34 lid 1 BW.
Deze regel geldt ook voor een derde die voor de schuldenaar betaalt. Als
de derde op redelijke gronden betaalt aan een ander dan de schuldeiser,
is er bevrijdend betaald. – 6:35 BW.
Het is niet dat de schuldeiser dan met lege handen komt te staan. Deze
mag zich beroepen op degene die de betaling zonder recht heeft
ontvangen. – 6:36 BW.
Wanneer een schuldenaar er op redelijke gronden aan twijfelt aan wie hij
moet betalen, mag de betaling worden uitgesteld totdat hierover
duidelijkheid bestaat. – 6:37 BW.
Als partijen geen afspraken hebben gemaakt over het tijdstip van
nakoming, dan mag er meteen door de schuldenaar worden gepresteerd.
Ook mag de schuldeiser meteen nakoming vorderen. – 6:38 BW.
Wanneer er een tijdstip voor nakoming is bepaald, kan de schuldeiser niet
eerder dan vanaf dat tijdstrip nakoming vorderen.
Opeisbare vordering: Een vordering waarvan de termijn om te presteren in
verstreken en die is af te dwingen.
Meestal worden er afspraken gemaakt over waar de zaak geleverd moet
worden. Is dit niet het geval, dan gaan we uit van 6:41 BW.
Een individuele zaak moet worden afgeleverd op de plaats waar
deze zich bevond op het moment dat de verbintenis ontstond.
Een soortzaak moet worden afgeleverd op de plaats waar de
schuldenaar zijn beroep of bedrijf uitoefent. Als dit niet kan, vindt de
aflevering plaats aan het woonadres van de schuldenaar.
De schuldeiser en de schuldenaar mogen van deze regels af wijken als
beide partijen hiermee instemmen.
Voor verbintenissen die bestaan uit het betalen van een geldbedrag, zijn
nog een aantal extra regels.
, Nominale waarde: Waarde zoals in cijfers vermeld.
In beginsel moet de betaling van een geldbedrag nominaal worden
betaald. – 6:111 BW.
Verder moet worden betaald met geld dat gangbaar is in het land waar de
betaling plaatsvindt. – 6:112 BW.
Als de schuldeiser een bankrekening heeft, mag de schuldenaar het geld
hierop zetten. Contant betalen mag ook. Het tijdstip waarop het bedrag op
de rekening van de schuldeiser is bijgeschreven, is het moment waarop de
betaling heeft plaatsgevonden. – 6:114 BW.
De betaling van een geldbedrag dient plaats te vinden aan de woonplaats
van de schuldeiser op het moment van betaling. De schuldeiser mag ook
een andere plaats van betaling bepalen. Als dit niet mogelijk is voor de
schuldenaar, mag de betaling worden uitgesteld totdat de schuldeiser een
andere plaats heeft bedacht.
Als de wederpartij haar verplichting niet tijdig nakomt mag de andere
partij haar eigen verplichting tegenover de wederpartij uitstellen. Dit heet
opschorting. – 6:52 lid 1 BW.
Er is sprake van een verbintenis tussen een schuldenaar en een
schuldeiser.
De schuldenaar heeft een opeisbare vordering op de schuldeiser.
Er bestaat voldoende samenhang tussen de opeisbare vordering en
de verbintenis om opschorting te rechtvaardigen.
Connexiteitsvereiste: Voldoende samenhang tussen de verbintenis en op
de opeisbare vordering. – 6:52 lid 2 BW.
Proportionaliteitsvereiste/evenredigheidsvereiste: De op te schorten
prestatie moet in verhouding staat tot de opeisbare vordering.
De bevoegdheid tot opschorten bestaat niet:
Als de nakoming van de verbintenis van de wederpartij wordt
verhinderd door schuldeisersverzuim. – 6:54 sub a BW.
Een schuldenaar mag zijn verplichting tot nakoming niet opschorten als hij
er schuldig aan is dat de verbintenis waarin hij schuldeiser is niet kan
worden nagekomen.
Voor zover de nakoming van de verbintenis van de wederpartij
blijvend onmogelijk is. – 6:54 sub b BW.
Hier is sprake van wanneer duidelijk is dat de schuldenaar nooit zal
kunnen voldoen aan zijn verplichting om te presteren.
Als er zekerheid is gesteld voor voldoening van de verbintenis van
de wederpartij, tenzij de voldoening hierdoor redelijk wordt
vertraagd. – 6:55 BW.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HBOrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.