Introductie In De Geschiedenis Van De Oudheid (GE1V14004)
All documents for this subject (36)
Seller
Follow
JipTullemans
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING EIGEN ANTWOORDEN INTRODUCTIE OUDHEID
(WEEK 2-7)
Handboekvragen
--------------------------------------------------------------------------------------------
Week 1
N.v.t. voor tentamen 2021-2022
Week 2
Vraag 1: “Noem drie belangrijke kenmerken van een Griekse polis. Waarom is de meest gangbare
vertaling van het begrip polis, namelijk ‘stadstaat’ volgens het handboek niet ideaal?”
Kenmerken
o Klein grondgebied, stedelijk centrum met centrale heiligdom, akropolis (versterkte
hoogte) en agora (verzamelplaats waar o.a. werd vergaderd over besluiten)
o Bestuurd door functionarissen met specifieke taken, verschillende staatsvorm maar
altijd wel een vorm van verkiezingen, nadruk op aristocratie
o Streven naar vrijheid en autonomie
Vertaling polis als ‘stadstaat’ niet ideaal, ging ook om ommeland
Vraag 2: “Hoe werd de Spartaanse constitutie in de oudheid getypeerd? Wat waren de belangrijkste
politieke instellingen van Sparta?”
Typering: combinatie monarchie, aristocratie en democratie
Instellingen
o Apella = volksvergadering (democratisch)
Alle mannelijke Spartiaten
Stemden over geronten, eforen en wezen legerleiders aan
Stemden over ingediende wetsvoorstellen
o Gerousia (aristocratisch)
28 geronten van 60+ en de twee koningen
Voor het leven gekozen
Maken wetten en uitvoering ervan controleren
Besluiten apella (volksvergadering) ontkrachten
Hoogste gerechtshof
o Koningschap (monarchisch)
Twee uit verschillende koningshuizen, hierdoor evenwicht en handhaving
koningschap
Erfopvolging
Zaten in Gerousia
Legerleiding en toezichthouder perioiken (bewoners dorpen)
o Eforaat (democratisch)
Vijf eforen
Jaarlijks gekozen
Dagelijks bestuur, pleitten voor de belangen van burgers bij koningen
,Vraag 3: “Met welke maatregelen slaagde Pisistratus er in de tweede helft van de zesde eeuw voor
Christus in het Atheense volk voor zich te winnen?”
Steunmaatregelen gewone volk, religieuze festijnen, aristocratisch land naar boeren, meer
mensen konden hopliet worden
Vraag 4: “Maak een overzicht van de hervormingen die volgens het handboek door respectievelijk
Solon en Cleisthenes zijn doorgevoerd.”
Solon (voor diepere uitleg zie kader 9.5 pagina 112-113 handboek)
o Vier vermogensklassen
o Kwijtschelden schulden (seisachtheia), afschaffing schuldslavernij en status
hektèmoros
o Politieke organen die hij instelde
Archontes
Boulē
Ekklèsia (volksvergadering)
Raad van Areopagus
Cleisthenes (voor diepere uitleg zie kader 9.6 pagina 116-117 handboek)
o Indeling Attica tien fylen (bestaande uit drie trittyës), heel Attica bestonden uit 139
demen (woongebieden)
o Voerde in
Stratēgoi
Ostracisme
o Paste aan
Archontes
Boulē
Ekklèsia
Raad van Areopagus
Week 3
Vraag 1: “Waarom werden de Perzische oorlogen gevochten? Welke verschillende conflicten zijn erin
te onderscheiden? Waarom waren deze van belang?”
Perzische Rijk wilde westen Klein-Azië veilig stellen en hegemonie over Griekenland
Vier conflicten
o 499-494 v.Chr.: Perzen versloegen, door Athene gesteunde, opstandelingen Ionië
o 492-490 v.Chr.: strafexpeditie tegen Athene door koning Darius I van Perzië, landden
en direct verslagen (Slag bij Marathon) door hoplieten Athene en bondgenoot
o 480-479 v.Chr.: Perzische koning Xerxes wilde heel Griekenland veroveren, groot
leger + vloot voor bevoorrading, door vertraging Perzen vanwege Sparta (Slag bij
Thermopylae) kon Athene evacueren naar eiland Salamis, Athene zelf verwoest,
Perzische vloot verslagen door Athene (Slag bij Salamis) waardoor Perzen maar een
klein leger achter konden laten, dit werd verslagen door Sparta nabij Plataeae
o 479-449 v.Chr.: West-Klein-Azië is weer strijdtoneel, vele steden door Atheense vloot
bevrijdt, Perzië accepteert verlies in 449 v.Chr., toen vijandelijkheden beëindigd
Dit alles van groot belang voor overleving Griekse wereld en dus latere beïnvloeding wereld
Vraag 2: “In de klassieke periode kent de stad van Griekenland waarover we de meeste informatie
beschikken, Athene, een periode van bloei en van verval. Maak een overzicht waarin zowel je voor
, zowel de bloei als het verval aangeeft waar die aan te herkennen is en wat de mogelijke historische
factoren daarbij zijn.”
Bloei (ca. 446-431 v.Chr.): bloei op het gebied van (bouw)kunst, literatuur en militair gebied
(vloot en bevreesd), Griekse poleis bang voor verspreiding Atheense democratie. Bloei vooral
vanwege financiën, namelijk zilvermijnen Laureion, goudmijnen Thracië, Delische Bond,
tolgelden, havengelden, belastingen, kon vanwege zeemacht graanprijs laag houden.
Verval (ca. 413-404 v.Chr.): verloor grote dele bevolking, democratie, bondgenoten, vloot en
had gebrek aan zilver en voedsel, Delische bond opgeheven. Dit alles resultaat van verlies
Peloponnesische oorlog.
Vraag 3: “Over de klassieke periode in Griekenland bestaan verschillende soorten bronnen. Toch zijn
we grotendeels aangewezen op een aantal historiografen (geschiedschrijvers). Noem minstens twee
historiografen voor de periode in kwestie. Wanneer leefden ze ongeveer, en voor welke periodes en
gebeurtenissen zijn hun werken van belang? Wat is problematisch aan deze situatie voor ons begrip
van de klassieke periode?”
Herodotus (ca. 485-425 v.Chr.): schreef over alles wat met de Perzen te maken had en over
Grieks-Perzische oorlogen. Mondelinge bronnen, dol op sterke verhalen, echter toch kritisch
Thucydides (ca. 460-400 v.Chr.): Athener, politieke en militaire geschiedenis over vooral
Peloponnesische oorlog
Vraag 4: “De Atheense staat wordt gezien als het eerste historische voorbeeld van een democratie.
Vergeleken met onze moderne democratieën zijn er echter enkele belangrijke uitzonderingen op
deze ‘rule by the people’. Welke sociale groepen waren uitgesloten hiervan? En welke aanvullende
restricties werden toegepast op deze groepen?”
Atheense vrouwen
o Uitgesloten democratie
o Zelf niet optreden rechtbank
o Vermogen beheerd door een man
o Zelden zonder begeleiding buitenshuis
Metoiken (niet-volbloed Atheners)
o Uitgesloten democratie
o Geen rechten
Slaven
Week 4
Vraag 1: “Alexander de Grote veroverde in korte tijd het hele Perzische Rijk. Wat deed hij na afloop
van de strijd om het veroverde gebied te consolideren en de bevolking blijvend aan zich te binden?
Was dit een succesvolle politiek? (Licht toe waarom Alexanders politiek al dan niet succesvol was.)”
Alexander deed het volgende (dit vonden met name zijn handlangers irritant en de nieuw
onderworpen volken fijn)
Overnemen lokale tradities en bestuur
Hij en soldaten trouwden met Perzische vrouwen
Riep zichzelf uit tot koning van allerlei gebieden en vond zichzelf steeds goddelijker
Als er opstanden waren deze echter toch keihard neergeslagen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JipTullemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.