Hoofdstuk 6 Werkkapitaalbeheer
§1 De cashflowcyclus
Een investering in vlottende activa is noodzakelijk om vaste activa te kunnen laten werken.
Vlottende activa worden daarom ook wel werkkapitaal genoemd.
Ook de investering in vlottende activa zorgt voor een vermogensbehoefte die moet worden
gefinancierd. Het is dus zaak deze investering niet te hoog te laten oplopen.
De cashflowcyclus is het omzettingsproces dat samenhangt met de productie- en
verkoopcyclus vanaf de aankoop van grondstoffen tot en met de aflevering van gereed
product aan de klant.
In de voorgaande omschrijving zijn we uitgegaan van een productieonderneming. De
cashflowcyclus treedt ook op bij een handelsonderneming en in mindere mate bij een
dienstverlenende onderneming, waarbij het totale proces uit minder stappen bestaat. Bij een
handelsonderneming worden ingekochte goederen niet bewerkt, maar in dezelfde staat
verkocht.
Niet elke investering in vlottende activa leidt onmiddellijk tot een expliciete
financieringsbehoefte. De aankoop van goederen op krediet bijvoorbeeld leidt tot een
toename van de voorraden en tegelijkertijd tot een even grote toename van de post
crediteuren. De financiering komt dan als het ware automatisch tot stand. Pas als de
krediettermijn van de leverancier is verstreken en de ingekochte goederen moeten worden
betaald, is aparte financiering noodzakelijk. Dit krediet kan worden afgelost als de goederen
worden verkocht aan een klant en deze de goederen betaalt.
De figuur hierboven maakt zichtbaar hoe lang extra vermogen moet worden aangetrokken
om de investering in werkkapitaal te financieren. Dit extra vermogen brengt kosten met zich
mee. Doel van goed werkkapitaalbeheer is dan ook de investering in werkkapitaal te
verkleinen. Dit mag echter niet ten koste gaan van de voortgang van het productie- en
verkoopproces doordat bijvoorbeeld moet worden nee-verkocht omdat de voorraad op is.
, §2 Voorraadbeheer
De aanwezigheid van voorraden leidt niet alleen tot investeringen, maar brengt ook kosten
met zich mee. Het aanhouden van voorraden veroorzaakt opslagkosten in de vorm van
magazijnkosten, financieringskosten en in sommige gevallen ook kosten van bederf of
veroudering.
Er moeten dus wel voordelen tegenover staan, anders zou men zich deze kosten kunnen
besparen door geen voorraden aan te houden. Het belangrijkste voordeel betreft de
ontkoppelingsfunctie met betrekking tot de verschillende fasen in het productieproces.
Door voorraden aan te houden bij de aanvoer, doorvoer en afvoer van goederen kan
stagnatie in de productieketen worden voorkomen. Bijkomende voordelen kunnen zijn dat
door het aankopen van grotere partijen grondstof of handelsgoederen een kwantumkorting
op de inkoopprijs wordt verkregen of besparingen op de gemiddelde transportkosten kunnen
worden gerealiseerd. Een kostenbatenanalyse zal moeten uitwijzen of deze voordelen
opwegen tegen de extra voorraadkosten.
Voorraden kunnen ook het gevolg zijn van de aankoop van grotere hoeveelheden,
speculerend op toekomstige prijsstijgingen.
Het aanleggen en aanhouden van voorraden brengt kosten met zich mee.
Een handelsonderneming koopt goederen in, slaat deze op en verkoopt ze weer. Het
plaatsen van inkooporders veroorzaakt bestelkosten. De bestelkosten worden bij elke
nieuwe order opnieuw gemaakt en worden nauwelijks beïnvloed door de omvang van de
order. Het is daarom voordeliger om zo weinig mogelijk orders te plaatsen. Minder orders
betekent echter een grotere omvang van elke order en dit leidt tot voorraadvorming. Hoe
hoger de voorraad, hoe hoger de opslagkosten. Opslagkosten en bestelkosten bewegen
zich dus tegengesteld, waardoor er sprake is van een optimaliseringsvraagstuk. De
ordergrootte waarbij het totaal van bestelkosten en opslagkosten minimaal is, wordt de
optimale ordergrootte genoemd.
We kunnen de optimale ordergrootte berekenen met een formule, die bekendstaat als de
formule van Camp:
Q* = √❑
Q* = optimale ordergrootte
D = totale afzet per periode
F = bestelkosten per order
c = opslagkosten per stuk per periode
In het voorgaande hebben we alleen gekeken naar de omvang van een order, niet naar het
tijdstip waarop de order moet worden geplaatst. We moeten dan ook rekening houden met
de levertijd van een order.
Een nieuwe order moet geplaatst worden voordat de voorraad op is, anders is de voorraad
voortijdig uitgeput en kan er gedurende enige tijd niet aan afnemers worden geleverd. Het
voorraadniveau waarbij een nieuwe order geplaatst moet worden, heet het bestelniveau.
Het bestelniveau kan als volgt worden berekend:
Bestelniveau = afzet per dag x levertijd order
In de praktijk is de afzet per dag nooit elke dag gelijk. De afzet is de ene dag hoger en de
volgende dag weer lager. Ook de levertijd van een order is nooit precies hetzelfde. Met
andere woorden: er is sprake van onzekerheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xninaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.