100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cel door leven of leven door cel? $4.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Cel door leven of leven door cel?

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Cel en leven + onderzoek doen

Preview 2 out of 9  pages

  • October 23, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie samenvatting hoofdstuk 2 – cel en leven


Par. 2.1

Moleculen= de kleinste deeltjes van een stof met nog alle eigenschappen van die stof

Cellen= basiseenheden van je lichaam, elk leven wezen of organisme bestaat uit een of meer cellen

Glucose is brandstof voor cellen. Glucosemoleculen opnemen? Cellen insuline nodig. Bloed vervoert
insuline van alvleesklier met de glucose uit je darmen naar de cellen.

Organisatieniveaus= begrensde biologische structuren, met een duidelijke samenhang tussen de
onderdelen, waarbij elk niveau voortbouwt op de onderliggende niveaus.

Organisatieniveaus van groot naar klein:

1. Biosfeer/systeem aarde (een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en
biologische processen op aarde en hun onderlinge relaties)
2. ecosysteem (een begrensd gebied waarin organismen met elkaar en met de levenloze natuur
relaties hebben)
3. levensgemeenschap (alle organismen die onderling een relatie hebben in een bepaald
gebied)
4. populatie/ soort (een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied. Alle
organismen met vergelijkbare eigenschappen die zich onderling kunnen voortplanten en
vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, horen tot dezelfde soort )
5. organisme (een leven wezen, zoals jij, een hond en de zonnebloem in de tuin)
6. orgaanstelsel ( diverse organen die samen een bepaalde taak hebben)
7. Orgaan (verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak)
8. weefsel (een groep cellen met dezelfde bouw en functie)
9. cel (de functionele basiseenheid van elk organisme. Een cel bevat cytoplasma, erfelijk
materiaal en is omring door een membraan)
10. organel (een onderdeel van de cel met een bepaalde taak)
11. molecuul (een structuur die bestaat uit meerdere atomen en met alle eigenschappen van die
bepaalde stof)
12. atoom (bouwstenen van een molecuul)

Emergente eigenschap= een nieuwe eigenschap die op een hoger niveau ontstaat, die er bij een
lager niveau nog niet is

De levenskenmerken:

1. opgebouwd uit één of meerdere cellen
2. groei
3. voortplanting
4. stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
5. waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving
6. organisatie van erfelijk materiaal

Het gebruik van stamcellen kan een mogelijke geneeswijze zijn voor sommige suikerpatiënten. Die
cellen hebben zich het vermogen zich te blijven delen en kunnen differentiëren in gespecialiseerde
celtypen. Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen uit:

, 1. embryo’s ( na ivf-behandeling/ differentiatie tot elk type/ etisch?)
2. navelstreng (lijken op volwassen stamcellen; niet uitgroeien tot elk cel)
3. volwassen organen (beenmerg/ huid of haarcellen)

Celdifferentiatie= het ontstaan van cellen die verschillen in grootte, vorm en functie in het embryo.
Gedifferentieerde cellen onderscheiden zich door de verschillende eiwitten die ze maken.

Eiwitten= organische stoffen, opgebouwd uit aminozuren. Betrokken bij alle levensprocessen.

De verhouding oppervlak/inhoud= beperkt de maximale grootte die cellen kunnen.

Oppervlakte 6 24 54
Inhoud 1 8 27
Oppervlak/inhoud-ratio 6 3 2


Weefselvloeistof= zit om de cellen in de weefsels. Hieruit kunnen de cellen zuurstof en
voedingsstoffen opnemen en koolstofdioxide en afvalstoffen afgeven.



Par. 2.2

Eukaryoot= cel met een celkern (kernmembraan om DNA)

Prokaryoot= cel zonder een celkern (DNA ligt los in cytoplasma), bacteriën zijn ook prokaryoot.

RNA= kopie van DNA

Virus= omhulsel van eiwitten met daarin DNA of RNA, heeft geen eigen stofwisseling

Autotroof= kan wel zelf glucose aanmaken

Heterotroof= kan geen glucose aanmaken

De celorganellen bouw en functie:

1. celkern= omgeven door een kernmembraan met poriën en bevat DNA-moleculen met de
bouwinstructies om eiwitten te maken.
2. ribosomen= bestaan uit eiwitten en rRNA (ribosomaal RNA). Het zijn organellen die
aminozuren aan elkaar koppelen tot eiwitten. Ze liggen los in het grondplasma of zijn
gebonden aan het ER.
3. Endoplasmatisch reticulum (ER)= het ER is een netwerk van membranen. Ruw ER (met
ribosomen) bewerkt en transporteert eiwitten. Glad ER (zonder ribosomen) maakt o.a.
vetachtige stoffen zoals fosfolipiden en maakt giftige stoffen onschadelijk (lever).
4. Golgi-systeem= bestaat uit platte membraanzakken. Eiwitten en vetachtige stoffen uit het ER
gaan via transportblaasjes naar het Golgi-systeem dat de stoffen bewerkt, sorteert en in
transportblaasjes verpakt.
5. Celmembraan= begrenst de cel. Voorkomt het willekeurig uitwisselen van stoffen. Maakt
selectieve uitwisseling van stoffen mogelijk = selectief permeabel

6. Mitochondrium= staafvormig organel. bestaan uiteen buitenmembraan en een geplooid
binnenmembraan. Ze breken glucose af met behulp van O2. Dat levert energie (ATP) op voor
het functioneren van een cel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NWK2005. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.35
  • (0)
  Add to cart