100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege aantekeningen inleiding tot de rechtswetenschap $5.83
Add to cart

Class notes

Hoorcollege aantekeningen inleiding tot de rechtswetenschap

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen van de hoorcolleges van het vak inleiding tot de rechtswetenschap. Week 1 - 7, inleiding deeltoets A.

Preview 3 out of 17  pages

  • October 23, 2021
  • 17
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Schutgens
  • All classes
avatar-seller
Inleiding tot de rechtswetenschap – Hoorcolleges
Hoorcollege 1
Rechtssysteem = descriptief
Descriptief
Algemene regels
Werkelijkheid
Beschrijven
Empirisch toetsbaar


Beschrijft de werkelijkheid


Normatieve/prescriptieve regels (normen en waarden)
Rechtszekerheid, vriendschap  waarden (ideale toestand)
Normatieve kennissystemen:
(- Het recht)
- Godsdienst (liggen ook regels vast, bv elke avond onze vader bidden is een behoren, niet
werkelijkheid), in een vrij land vrij om te geloven
- De moraal (hoe moeten wij een goed mens worden), ethiek = academische discipline die de
moraal bestudeerd. Moraal verschilt per persoon.
- Fatsoensregels, etiketten. Ben je een aangenaam figuur in de omgang (bv deo op naar
college, maar geen slecht mens als je het niet doet)


- Rechtsregels, groot verschil met de rest: het wordt door de overheid afgedwongen
(strafrecht, burgelijk recht), de rest kan je zelf kiezen.


Scheiding recht – moraal en godsdienst
Godsdienstvrijheid (onderscheiden), je kan het recht niet steken op godsdienstige
argumenten. Voor godsdienstvrijheid moet je godsdienst los trekken van het recht.
Zelfde daad, verschillende consequenties  gebrek aan rechtszekerheid, het betekent dat je
kan vertrouwen op wat je rechten zijn. Kun je alleen bereiken als het recht een zelfstandig
systeem is, los van moraal en godsdienst.
Moord in strijd met wet, maar ook gedragsregel dat je niet mag moorden  recht en moraal
overlap
Rechtsbronnen
- Wetten

, - Verdragen
Wet + verdrag = het geschreven recht

- Jurisprudentie (= regels geformuleerd in de uitspraken van de hoogste rechters)
Aanvulling op de wet, handig, maar wel iets wreeds (trias politica)
- Gewoonterecht (& rechtsbeginselen)
Groot deel van de bevolking vindt ook dat het regels zijn (ongeschreven).
Gewoonterecht niet afgeschaft, maar wel betwistbaar.
Jurisprudentie + gewoonterecht = het ongeschreven recht
Wetten + Verdragen + Jurisprudentieregels + Gewoonterecht = Het positieve recht
Wat is recht?
Jurist zegt dan moet je in de wet kijken, NIET dat wat rechtvaardig is.
Natuurrecht
Natuurrechtsdenkers. Juristen/filosofen die geloven dat er bepaalde rechtsnormen zijn die
van nature gelden.
Bv. Nieuw onbewoond eiland, ik snij Jochem de keel af.
De waarde van de mens, redelijkheid  Geldt van nature (dat heeft god zo gewild)

Grotius, zelfs wnr geen god, zelfs dan regels die van nature gelden = natuurrecht.
Natuurrecht   Positief recht
Natuurrechtsleer   Rechtspositivisme
Verschil natuurrecht en gewoonterecht
Rechtsbeginselen = rechtszekerheid etc, in de wet erkend, verbonden aan geldende recht.
Wet is duidelijker dan gewoonterecht.
Natuurrecht = extreem sterke rechtsbeginselen. Extreem onrechtvaardige dingen opzij
schuiven.
Te vaak als rechter natuurrecht volgen  onvoorspelbaar en vaag.
Natuurrecht alleen toepassen in extreem onrechtvaardige situaties.
Positief recht = al het recht dat staat vermeld in rechtsbronnen
Rechtspositivisme = stroming van juristen die vinden dat recht uit rechtsbronnen moet
komen, tegenstanders van natuurrecht.


Recht
Privaatrecht Publiekrecht
(= burgerlijk recht = civiel recht) Regels tussen overheid en burger
Vrijheid is uitgangspunt Staat voorop dat overheid gebonden is aan recht

, Personenrecht – Vermogensrecht Strafrecht – Bestuursrecht – Staatsrecht –
Volkenrecht (relatie tussen staten)
Materieel recht, regels waarin rechten/plichten
burgers/overheden worden geregeld
Recht
Formeel recht, procesrecht, afdwingen van het
recht bij de rechter


Hoorcollege 2
Een rechtsregel
I. Kent aan rechtssubjecten
Rechtssubjecten zijn entiteiten ( = iets wat je op aarde tegen kan komen) die
rechten of plichten kunnen hebben

Rechtssubjecten:
Natuurlijke personen
Rechtspersonen (= organisaties die door het recht worden behandeld alsof het
personen zijn):
- Privaatrechtelijke rp, art 2:3 BW (verenigingen (met leden), coöperaties, NV’s,
BV’s) NV + BV  aandelen (eigenaren), winst  dividend uitgekeerd. Stichting:
Rechten van stichting zijn vermogen van de stichting (vermogen heeft juridisch
gezien een neutralere betekenis). Stichting heeft geen leden.
Stichting  los vermogen
NV/BV  Winst
Vereniging  Democratisch
- Kerken
- Overheden (staat, provincies, gemeenten, waterschappen)

Rechtspersoon: = een geheel van rechten en verplichtingen dat afgescheiden is
van vermogen
Je bent altijd met hele vermogen aansprakelijk voor je schulden.
bv. Winkel is pas rechtspersoon wanneer hij is zoals de wet die kent.

Romeins recht: slaven  rechtsobject (= een entiteit waar een recht op kan
rusten), Art. 5:1 BW
Keuzes van ons rechtssysteem niet altijd historisch vanzelfsprekend.

II. Onder omstandigheden rechten toekennen/verplichtingen opleggen.

Rechtsfeit  Rechtsgevolg

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller svetlanaraaijmakers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.83
  • (0)
Add to cart
Added