Samenvatting GS H3
3.1
In hoofdstuk 3 gaat het vooral over veranderingen tegen het einde van de middeleeuwen. Mensen
die veranderingen in stand zette heten hervormers. De hervormers probeerden de cultuur, religie en
samenleving van Europese landen te veranderen. Soms gebeurde dit bewust, soms onbewust. Door
de groeiende kennis en welvaart kwam er meer tijd en geld. Hierdoor hadden de mensen
gelegenheid zich met andere zaken dan alleen overleven bezig te houden. Kunst, cultuur en politiek
kwamen, overal waar de welvaart groeide, tot bloei. Ook het vertrouwen in wat de mens kon en wist
groeide. De koningen en andere machtshebbers kregen meer moeite met het onder controle houden
van de inwoners van hun land.
Jaartal Gebeurtenis Uitleg
1350 De drukpers Door de uitvinding van de
drukpers hoeven boeken niet
langer overgeschreven te
worden waardoor het werk
makkelijker en sneller gaat
1440 David van Donatello De beeldhouwer Donatello
maakt dit levensgrote en echte
bronzen standbeeld van de
Bijbelse koning David.
1492 Ontdekking van Amerika Columbus maakt via het
westen een reis richting India
maar komt daardoor in
Amerika uit.
1511 Lof der Zotheid Erasmus schrijft het boek 'Lof
der zotheid' waarin hij kritiek
heeft op de samenleving.
1512 Gewelf van de sixtijnse kapel In 1512 wordt de sixtijnse
kapel voltooid. Michelangelo
bedenkt en beschildert het
gewelf met scènes uit de
Bijbel.
1516 Koning Karel V Karel V wordt gekroond tot
koning van Spanje.
1517 95 stellingen Maarten Luther presenteert
zijn kritiek op de kerk in 95
stellingen.
1520 Keizer Karel V Karel V wordt gekroond tot
Duits keizer.
1521 Rijksdag van Worms Karel V organiseert de rijksdag
van Worms om te overleggen
over Luther en zijn volgelingen.
, 1522-1534 Lutherbijbel Luther vertaalt de Bijbel naar
het Duits zodat ook gewone
Duitsers de Bijbel kunnen lezen
1555 Godsdienstvrede van Augsburg Karel V moest toestaan dat
Duitse vorsten zelf mogen
beslissen welke religie zij
opleggen in hun eigen gebied.
3.2
In de vroege middeleeuwen bestond de samenleving uit drie standen met verschillende rechten en
plichten. De middeleeuwers behoorden allemaal tot 1 van de 3 standen: boer, adel of geestelijke (en
later ook burger). Dit stond vanaf je geboorte vast. Het geloof speelde in al deze groepen een
belangrijke rol. De kerk gaf de mensen normen en waarden mee en gaf zin aan het leven. Deze zin
had met name te maken met gehoorzaam zijn aan de regels van God om je zo voor te bereiden op
het 'hiernamaals'. De meeste geleerden waren geestelijken en de meeste scholen waren in handen
van de kerk. De kennis die zij hadden en ontwikkelden was niet in strijd met wat de kerk zei. De Bijbel
vormde dan ook de belangrijkste bron van kennis.
In de loop van de 15e eeuw veranderden deze opvattingen. Waarom?
1. Groeiende welvaart
2. Groeiende zelfstandigheid
3. Meer kennis over de wereld door de ontdekkingsreizen.
De geestelijken hadden meer recht dan de andere standen. De geestelijkheid had hierdoor veel
voorrechten zoals het niet hoeven betalen van belasting en het opdoen van kennis. Vaak bestuurden
hoge geestelijken het land.
Veranderingen in eind middeleeuwen begon in Italiaanse steden. In de vijftiende eeuw was Italië niet
één land, maar bestond het uit diverse landstreken en stadstaten. Deze stadstaten werden steeds
zelfstandiger door de groeiende welvaart. De paus en de keizer hadden er maar weinig invloed.
In deze steden ontstond vanaf de kruistochten een economische en culturele opleving. De rijke
burgers identificeerden zich met de bloei en cultuur van de klassieke oudheid. Klassieke oudheidse
kunst waren sterk individualistisch. Dat betekent dat de makers zichzelf op de voorgrond plaatsten.
Er kwam een sterke voorkeur voor het leven op aarde in plaats van in het hiernamaals. Deze
herwaardering van het klassieke Rome wordt door historici de periode van de renaissance genoemd.
Daarin werd het liefst zo snel mogelijk afgerekend met alles wat nog aan de middeleeuwen
herinnerde. Het mensbeeld veranderde, net als het wereldbeeld. Natuurlijk gold dit niet voor alles en
iedereen, want de renaissance bleef beperkt tot de mannelijke elite.
Kern van de renaissance was Florence. Deze stad werd de het centrum van internationale handel.
Sommige Florentijnen werden rijk door handel in producten, anderen door handel in geld. Elke stad
had een eigen munt. Daarom moest men met veel muntgeld rondlopen en dat was gevaarlijk.
Daardoor vonden transacties plaats via wisselbrieven en wisselkantoren.
Doordat Florence aan de rivier de Arno kon daardoor veel handel worden gedreven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NWK2005. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.