H1 Bevolking
Paragraaf 1
Demografie
Studie van veranderingen in bevolkingsaantal en bevolkingssamenstelling
Promille
Per 1000 betekent ook wel promille
2 per 1000 is dus 2 promille: ‰
Dus een sterftecijfer van 2‰ betekent dat er 2 mensen per 1000 inwoners sterven in een
land
Geboortecijfer
Aantal levendgeborenen per duizend mensen per jaar uitgedrukt in promille (‰)
aantal geborenen
totale bevolking
x 1000
Afronden op 1 decimaal is de regel, tenzij anders aangegeven in de vraag.
Sterftecijfer
Het aantal sterfgevallen per 1000 mensen per jaar
aantal sterfgevallen
totale bevolking
x 1000
Geboorteoverschot
Geboortecijfer – sterftecijfer
o Bijvoorbeeld in Land A in 2016:
o Geboortecijfer 12 – sterftecijfer 8
o Geboorteoverschot = 4
Let op: dit is altijd promille (‰). Dus: het geboorteoverschot in land A is 4 per 1000
inwoners = 4‰
Let op: ook hier het gemiddelde
Geboorteschot en sterfteoverschot
Kan het geboorteoverschot negatief zijn?
Bijv. land B in 2017 geboortecijfer 10 en sterftecijfer 12
Spreek je dan nog over een geboorteoverschot? Nee, van een sterfteoverschot. In dit geval
10-12=-2
Dus het sterfteoverschot in land B in 2017 is 2 per 1000 inwoners.
, Andere rekenvoorbeelden
1. Het geboortecijfer in land F is 17 in 2015 met 18 miljoen inwoners. Hoeveel baby’s zijn er
geboren in land F in 2015? 18,000,000 : 1000 x 17 = 306,000
2. Het sterftecijfer in land F is 12 in 2015 met 18 miljoen inwoners. Hoeveel mensen zijn er in
land F in 2015 geboren? 18,000,000 : 1000 x 12 = 216.000
3. Wat is het geboorteoverschot in 2015 in land F? 5 promille
4. Wat is het absolute geboorteoverschot (dus in hele getallen) in 2015 in land F? 306,000 –
216.000 = 90,000
Demografische transitie
Veranderingen in de loop van de tijd van hoge geboorte en sterftecijfers naar lage geboorte
en sterftecijfers
5 fases: zie volgende afbeelding
Elke fase kan tientallen jaren duren. Er is niet een ‘precies aantal’ jaren te voorspellen.
Fase 1
Hoog sterftecijfer. Oorzaak slechte leefomstandigheden (armoede, oorlog, voedseltekort, etc./
zuigelingensterfte is hoog. Dit is het aantal kinderen dat overlijdt in het eerste levensjaar per 1000
levendgeborenen per jaar.
Fase 2
Het land ontwikkelt zich, hygiëne wordt beter net als gezondheidszorg. Gevolg: daling sterftecijfer,
stijging levensverwachting. Geboortecijfer blijft hoog. Snelgroeiende bevolking.
, Fase 3
Betere sociale voorzieningen (pensioenen). Gevolg: minder kinderen hoeven voor hun ouders te
zorgen. Mensen nemen minder kinderen (voorbehoedsmiddelen). Geboortecijfer daalt, maar blijft
hoger dan het sterftecijfer (die wel afneemt).
Fase 4
Geboortecijfer en sterftecijfer zijn in deze fase laag en dalen niet verder. Gevolg: Bevolking stijgt niet
verder
Fase 5
Omdat de bevolking in fase 4 stabiel blijft zal langzaam maar zeker de bevolking meer vergrijzen.
Gevolg: sterftecijfer zal iets boven het geboortecijfer uitkomen: bevolking krimpt langzaam (indien
de welvaart stabiel blijft, net als het uitblijven van oorlogen etc.)
Arme landen / semi-perifere landen: fase 2 en 3
Rijke landen: meestal 4, soms 5.
Bevolking ontwikkelt zich meestal niet precies volgens deze 5 fases. Cultuur en religie spelen een
grote rol, maar ook oorlogen, economische ontwikkeling en invloed van de regering.
De opeenvolging van deze fases zijn dus niet altijd vanzelfsprekend.
Paragraaf 2
Jong en oud
Bevolkingsdiagram / bevolkings
Staafdiagram dat voor een bepaald gebied het aantal mannen en vrouwen en de leeftijdsopbouw van
de bevolking laat zien.
Leeftijdsopbouw: de bevolking uitgesplitst in leeftijd.
Horizontale rijen: per leeftijdscategorie + uitgesplitst in mannen en vrouwen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NWK2005. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.