Wetenschapsfilosofie En Statistisch Redeneren (5102WSRP6Y)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Philosophy of Science: A Very Short Introduction
Dit document bevat uitgebreide aantekeningen van de hoorcolleges van wetenschapsfilosofie, wat een onderdeel is van het vak wetenschapsfilosofie en statistisch redeneren. Dit is een vak in jaar 2 op de opleiding psychobiologie. Naast de aantekeningen bevat het ook nog de bijbehorende hoofdstukken u...
wetenschapsfilosofie en wetenschappelijk redeneren
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Summary Week 1-7 + articles, Philosophy of Science
Summary Samir Okasha - Philosophy of Science
Philosophy of Science and Ethics : Summary of books (Okasha, Blackburn, DeGrazia, Miller and Attfield), Utrecht University
All for this textbook (3)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Psychobiologie
Wetenschapsfilosofie En Statistisch Redeneren (5102WSRP6Y)
All documents for this subject (6)
1
review
By: tessalommerse • 2 year ago
Seller
Follow
gittevogels
Reviews received
Content preview
Hoorcolleges wetenschapsfilosofie
Hoorcollege 1 = Cognitieve ontologie/mapping
Okasha is the mind modular -> Komt in tentamen!, dus samenvatten
Cognitieve ontologie = Systematische indeling van onze cognitieve functies.
- Functie : Standaardiseren -> Wetenschappers gebruiken andere termen voor hetzelfde
cognitieve proces of definiëren dezelfde term op verschillende manieren.
o Er zijn wel verschillende interpretaties nu mogelijk binnen bijvoorbeeld
werkgeheugen en dat maakt het moeilijk.
Waar komt onze cognitieve ontologieën vandaan?
Als je zegt dat het is ontstaan door hoe wij het gebruiken kan je je afvragen of er meerdere
cognitieve ontologieën zijn?
- Dagelijks leven vs. wetenschap
- Voor de kliniek vs. fundamenteel onderzoek
- Voor culturen
Natural kind = iets wat bestaat en wat nog in originele staat is zoals dieren en zwaartekracht. Onze
termen die we gebruiken, komen uit de folk psychology en al die fenomenen waren er al voordat we
ze onderzochten. Hadden we ze anders geclusterd etc. waren die cognitieve concepten misschien
wel anders geweest.
Danziger : Cognitieve termen zijn geen natural kinds
- De termen die je gebruikt passen ook goed bij je omgeving en omdat het relevant is voor je
cultuur/maatschappij. Je wil namelijk dat alles wat je bedenkt zoveel mogelijk verspreid
worden.
o Deze ontologie wordt nooit meer bekeken, maar de DSM bijvoorbeeld wel
Expliciete theorieën = Passen we aan als gevolg van empirisch bewijs
Impliciete theorieën = vooronderstellingen over ons onderwerp die geïmpliceerd zijn in de
categorieën die we gebruiken.
- Definiëren onderzoeksobjecten
- Gebruiken we om onderzoeksresultaten te communiceren
- Geven het ook betekenis
De cognitieve ontologie zijn niet zo objectief, natuurwetenschappelijk, universeel etc. als we denken.
Ze komen namelijk ergens vandaan en dat hebben wij als mensen bedacht. Het biedt ook
mogelijkheden en alles kan verbeterd worden
Mapping
Mapping = Zoeken naar correspondenties tussen hersenactiviteit en cognitieve functies.
o Dit is de basis van de psychologie omdat het gaat over waar en wanneer cognitieve
processen plaatsvinden
- Frenologie -> Relateren van kenmerken van de schedel aan mentale eigenschappen
,Aannames van mapping:
1. One-to-one mapping -> Iets in het brein is gelinkt aan een specifieke term in de cognitieve
ontologie. Voorbeeld aandacht kan je maar op één manier vinden in de hersenen.
2. Cognitieve ontologie staat vast/modularity of mind -> geest; indeling van gedrag
3. Modularity van de hersenen
4. Directe cognitie-brein relatie/mental realism
Bij mapping ga je wel uit van een unieke relatie tussen wat je vindt waar het vandaan komt
1. One-to-one mapping
o Aanname: elk gebied heeft maar één functie en deze functie is ook uniek; elk gebied
heeft een andere functie
o Werkelijkheid: wirwar aan correspondenties
Een hersengebied correspondeert vaak met vele cognitieve functies
Tussen die termen zoals geheugen, controle, perceptie, aandacht en neurale correlaten dat gaat niet.
Je kunt niet aandacht gaan zoeken in het brein. Wat je gaat doen is taakjes gebruiken om dan
bijvoorbeeld aandacht te meten. Het taakje bepaald dan dus wat het construct is. Je gaat dus met
een volk psychologisch fenomeen zoals aandacht een taak doen die het hele concept gaat bepalen.
We noemen het allemaal aandacht, terwijl het allemaal net wat anders meet.
Twee specifieke problemen:
- Je hebt indirecte observaties -> er zit een taakje tussen
- Je kan op heel veel niveaus een taakje meten
1:15 – 1:23 opnieuw kijken!!
2. Cognitieve ontologie staat vast (Oshaka lezen en komt vraag van)!
o Er zijn meerdere, vaststaande cognitieve categorieën
Als het vast staat zou het natural kinds moeten zijn, maar het is eigenlijk
context-afhankelijk in plaats van onafhankelijk
o Als die categorieën er niet zijn kan je ook niet mappen, want je moet wel iets hebben
om te kunnen mappen.
Kan je dat aanpassen?
-> algemener maken, als er minder verschillen zijn kunnen er ook minder verschillen ontstaan.
-> In neurotermen maken
-> Door middel van neurowetenschappelijke data
3. Modularity of brain
o Aanname: het brein bestaat uit afgebakende gebieden
Brodmann areas
o Dit is sterk beïnvloed door neuropsychologie, omdat als je kijkt naar laesies waarbij
specifieke functies uitvallen en maar op één gebied een probleem hebben. Dat doet
aanname op lokalisatie van hersengebieden en cognitie.
o Het is geen één op één maar het gaat om neurale patronen/netwerken
Default mode netwerk = Netwerk dat systematisch deactiveert als je bezig
bent met de wereld
, o Kritiek = Hoeveel van die netwerken heb je dan?
4. Directe cognitie-brein relatie/mental realism
o Aanname: cognitieve functies zijn te vinden in het brein
Natural kinds? -> dat is eigenlijk niet zo
De rol van taken in de psychobiologie. Er lijkt een many-to-many mapping te
zijn. Je blijft dan alsnog het probleem hebben van die taken die tussen je
cognitie en brein staan.
Cognitieve functies zijn onobserveerbaar en moeten geoperationaliseerd
worden om ze te kunnen manipuleren/meten. Je kan stress niet meten met
alleen cortisol want dan heb je de ervaring er niet bij.
Taken zijn cruciaal: Ze definiëren het cognitieve construct. Op dit moment
werken we met taken, maar we doen alsof we met termen werken, dus kan
je alles ook niet goed vergelijken.
Soort oplossing: conceptuele review ->
1. Inventaris van methodologische keuzes
2. Opgraven van ingebouwde conceptuele aannames
3. Aannames kritisch analyseren + verbeteringssuggesties
Okasha pag 104-112
Wij als mensen kunnen heel erg veel cognitieve taken uitvoeren wat eigenlijk heel bijzonder is. Het
debat is alleen hoe onze architectuur van de menselijke mind eruit ziet.
- ‘general-purpose problem solver’ = De hersenen hebben een set van algemene probleem-
oplossende skills en die kunnen ze toepassen op alles. Dit hoort allemaal tot de ‘algemene
intelligentie’
- ‘Modularity of mind’ = De hersenen bestaan uit modules die specifieke taken kunnen
uitvoeren.
o Meeste bewijs hiervoor komt van mensen die een laesie hebben, omdat bij hen hele
specifieke taken weggevallen zijn terwijl de rest in tact blijft. Dit kan niet als je een
algemene oplossing hebt die je overal op toepast.
Fodor: We hebben modules in onze hersenen met de volgende kenmerken:
- Domein-specifiek
- Hun werking is verplicht -> Je zegt hiermee dat je de werking niet zelf kan bepalen.
o Dit kan alleen niet omdat als je iemand in je eigen taal hoort praten kan je niet
anders dan oppikken waar het over gaat, ook al is dit niet bewust.
- De informatie is afgebakend
o Voorbeeld hiervan zijn visuele illusies -> Ook al weet je dat het een illusie is, kan je
het niet anders zien. Wanneer de informatie open zou zijn, zou de illusie verdwijnen.
o Ander voorbeeld zijn angsten, ook al weet je dat een slang niet gevaarlijk is, ben je er
toch bang voor. De informatie dat hij niet gevaarlijk is, is dus niet toegankelijk voor je
hersenen.
Filosofische onderdelen:
- Beargumenteren of de gebruikte taakjes wel allemaal hetzelfde meten
- Het bepalen in een jury of iemand schuldig is, is geen taak op zich. De taak is om te bepalen
of je iemands verhaal gelooft. Dit is dus niet domein-specifiek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gittevogels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.