Verschillende manieren om sprongen te meten:
- Optojump = een systeem waar je tussen staat die meet:
Contacttijd met de grond
Vluchttijd
Hoogte
Candans / ritme van springen
Power
Gebruikt oppervlak
- GymAware = een systeem met een touwtje die je bijvoorbeeld aan de gewichtsstang/-halter
kan binden en vervolgens krijg je hier ook een aantal gegevens uit.
Dergelijke apparaatjes meten verplaatsing van de halterstang en tijd van de beweging.
Hieruit kun je dus de snelheid en de versnelling halen. Vervolgens wordt de massa van de
halterstang (b.v. 100 kg) ingevuld in de software. De massa van de halter i.c.m. de versnelling
(a) en de verplaatsing tegen de zwaartekrachtversnelling (g) in levert de kracht die de atleet
levert tijdens de beweging (F=m.a + m.g); deze F wordt met de snelheid v(m/s)
vermenigvuldigd om het uitwendig geleverde vermogen (P) in Watts te krijgen.
- Myotest = een soort band om je middel met een apparaatje, die de volgende gegevens heel
snel kan meten:
Hoogte
Power
Kracht
Snelheid
- Thuis met de muur = door middel van het meten van je lichaamslengte incl arm omhoog,
daar een tapeje plakken. Vervolgens maximaal springen en daar weer een tapeje plakken.
Meet dan de hoogte tussen de 2 tapejes.
- Meetlintje = je hebt iets om je middel waar een meetlintje aan vast hangt en daaraan kan je
ook zien wat de spronghoogte was (dit gaat wij doen).
Voorbereidingsvragen (suggestie)
1. 3x (of 5x?), zo zul je niet vermoeid raken en zo kun je een mooi gemiddelde nemen
2. Je moet dit randomiseren per persoon of per dag, zodat je kan testen of het uberhaupt
invloed heeft (misschien dat vermoeidheid of juist warming up een rol speelt)
3. Geen idee
4. Minimaal 3. Bij twee dagen kan het eventueel toeval zijn en bij 3 dagen kan je al iets meer
een verloop zien in de data.
5. Beginwaarde van het meetlintje, de persoon moet recht omhoog springen, de voeten
moeten op schouderbreedte (of een bepaald aantal cm afstand), stabiel landen en boven het
lintje landen, meetlint moet niet gedraaid zitten, er moet genoeg ruimte zijn bij het meetlint
om de sprong überhaupt nog te kunnen maken.
,Waarom worden fysieke testen afgenomen?
- Voorspellen van een prestatie
Bijvoorbeeld om realistische korte termijn doelen te stellen (ben je bijvoorbeeld niet
in staat om een medicijnbal 20meter verderop te gooien? Dan zul je ook geen
80meter speer kunnen werpen)
- Selectie van sporters
Welke sporters hebben de gunstigste fysieke eigenschappen om een bepaalde sport
te gaan doen? Bijvoorbeeld roeiers moeten lange armen hebben.
- Monitoren van trainingseffecten
Om trainingsschema’s aan te passen op de huidige staat van de sporter. Is het
bijvoorbeeld gelukt om het duurvermogen van een sporter te verbeteren? >> Het
liefst zo sportspecifiek mogelijk testen
- Maken van een sterkte-zwakte analyse
Van individuele sporters, maar ook van de afzonderlijke sporters binnen een team
met als doel om dmv specifieke training zwakke punten te verbeteren.
- Fysiek herstel (na een blessure) meten
- Belastbaarheid van de sporter bepalen
Bijvoorbeeld voorafgaand aan een training om de intensiteit/belasting van de
training erop aan te kunnen passen
- Ter motivatie van de sporter
Wanneer je vooruitgang ziet werkt dit motiverend
Video over Kimberley Bos (skeleton atlete):
De verschillende sprongtesten en de fietstest zijn niet super specifiek voor kimberley. Je kan namelijk
beter een sportspecifieke test doen.
>> Wanneer je fysieke tests uitvoert en onderzoeksresultaten wilt interpreteren moet je je altijd het
volgende afvragen:
- Hoe relevant is de test? (mate van specificiteit)
- Wat wordt er precies gemeten? (test validiteit) loopafstand, VO2, hartfreq, etc.
- Waar is de test een maat voor? (‘fysiologische’ validiteit): welke onderliggende fysieke
factoren worden getest? Bijvoorbeeld uithoudingsvermogen, power, coördinatie, etc.
- Hoe en hoe vaak wordt de test afgenomen? (betrouwbaarheid, reproduceerbaarheid)
- Hoe worden de testresultaten geïnterpreteerd? (validiteit van de interpretatie hangt samen
met punt 3)
- Wat wordt er met de testresultaten gedaan? Of blijft het alleen bij het verzamelen van
meetgegevens.
Het is dus belangrijk dat je specifiek test, maar (!) hoe specifieker de test, hoe lastiger deze te
standaardiseren is. >> Denk hierbij aan het roeien op de roeiergometer vs roeien in een boot, waarbij
het roeien in een boot veel specifieker is, maar daarbij komen wisselende weersomstandigheden
kijken.
>> Met fysieke testen wil je de onderliggende prestatiebepalende factor meten, dus dan is het
minder noodzakelijk om de wedstrijdsituatie volledig na te bootsen. >> Dus een roeiergometer
voldoet.
, ‘Reactive strength index’ (=RSI) test = korte sprongetjes, door met je voeten op je grond te kaatsen.
- Je meet hierbij spiereigenschappen en ook kun je de aansturing bepalen.
- Bij deze test komen kleine pijntjes snel naar voren, wat het een heel erg handig kan zijn om
snel te bepalen hoe het ervoor staat met een sporter. >> Bij een pijntje zal je langer contact
hebben met de grond of lager springen.
- De test zal wel wat belastender zijn dan andere testen, maar als je hem integreert in de
warming up dan is hij kortdurend en geeft het toch snel een indicatie van de huidige staat
van de sporter.
Reactive strength index (RSI) = gemiddelde vluchttijd / grondcontact – ratio
Er wordt gesprongen met IMUs (inertial measurement units) op de voeten. Dis is een apparaatje /
sensor die versnellingen en hoeksnelheden en het magnetische veld meet in 3D.
Wanneer je dagelijks testen afneemt, kunnen de waardes / resultaten hiervan genormaliseerd
worden naar een percentage van 100%. Op een gegeven moment ga je patronen herkennen en je
kan dan ook zien hoe er gescoord wordt in vergelijking met het gemiddelde wat ‘normaal gesproken’
gescoord wordt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mwsVU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.