Samenvatting van het boek 'Wat is wetenschap?' van Edwin Koster, aan de hand van tentamenvragen van het vak Wetenschapsfilosofie van het jaar 2021/2022. Het tentamen bestaat uit 70 literatuurvragen en 30 collegevragen; de literatuurvragen worden in deze samenvatting beantwoord. Met deze literatuurs...
Hoofdstuk 1: Wat is wetenschap?
De zogeheten ‘common sense-visie op de wetenschap’ houdt onder andere het volgende in:
Wetenschappelijke kennis test hypothesen of theorieën aan de hand van feiten. Omdat deze
feiten worden verkregen door de wetenschappelijke methode te volgen, neemt men aan dat
de wetenschap het bij het juiste eind heeft. De visie onderstelt dat er iets is als dé
wetenschappelijke methode, een vast recept dat gebruikt kan worden om elk probleem op
te lossen.
Wetenschappelijk onderzoek bestaat alleen uit logische afleidingen en empirisch
vastgestelde feiten. Geen normen en waarden, geen externe invloeden dus autonomie,
neutraal, onafhankelijk, maatschappelijk waardevrij, niet normatief.
De auteur bespreekt de ‘standaardopbouw’ van een wetenschappelijk artikel. Hij doet dat,
om het volgende te laten zien:
Door in te gaan in de opbouw en stijl van wetenschappelijke artikelen wil de auteur de
common sense-visie toetsen aan de praktijk van wetenschappelijk onderzoek.
De algemene opbouw van een wetenschappelijk artikel bevestigt de common sense: het
spiegelt de gedachte dat wetenschap een zuiver rationele onderneming is. Een kritische
vraag is echter of we via de algemene opbouw van wetenschappelijke artikelen wel een
goed beeld van de praktijk van wetenschappelijk onderzoek krijgen. Het is immers mogelijk
dat artikelen ons een eenzijdig of zelfs geïdealiseerd beeld van wetenschap voorschotelen.
De ‘sciëntistische visie’ houdt volgens de auteur onder andere het volgende in:
De sciëntist meent dat er maar één vorm van kennis is – namelijk wetenschappelijke kennis
– en dat alle andere vormen van kennis ofwel herleid kunnen worden tot wetenschap ofwel
het label ‘kennis’ niet waard zijn. De sciëntist neemt aan dat er geen grenzen zijn aan het
bereik van de wetenschappen. Alles is wetenschappelijk te onderzoeken en dat wat
wetenschappelijk niet vaststelbaar is, kan niet bestaan of is ongeldig.
Tegenover de ‘sciëntistische visie’ stelt de auteur Freeman Dysons ‘traditionele visie’.
Volgens die ‘traditionele visie’ geldt onder andere het volgende:
Er zijn vele vormen van kennis. Er is kennis die niet is afgeleid van wetenschappelijke
resultaten maar van geschiedenis en literatuur en van de intieme omgang met familie en
vrienden. Kennis van goed en kwaad, van genade en schoonheid, van ethische en artistieke
waarden. Ten slotte noemt hij kennis die verkregen is door meditatie of religie.
Robert Merton, zegt de auteur, probeerde de ‘ongeschreven regels’ van de
wetenschappelijke gemeenschap in algemene normen te vangen. Het volgende is één van
die normen:
Merton formuleerde vier algemene normen:
- Communism: wetenschap is een product is van een collectief van onderzoekers en
wordt mogelijk gemaakt dankzij gemeenschapsgeld, dus moeten de resultaten van
wetenschappelijk onderzoek openbaar worden gemaakt. Essentie: alle onderzoek is
toegankelijk voor iedereen die daar interesse of belang bij heeft.
, - Universalism: wetenschappelijke uitspraken dienen onderworpen te worden aan
onpersoonlijke criteria zoals overeenstemming met observaties en reeds
geaccepteerde kennis. De beoordeling van resultaten moet onafhankelijk zijn van
ras, geslacht, sociale positie, nationaliteit, religieuze identiteit en andere ‘irrelevante
criteria’.
- Disinterestedness: de persoonlijkheid van de onderzoeker mag geen invloed hebben
op de resultaten van een onderzoek. Tegen fraude en bedrog in de wetenschap.
- Organized scepticism: een basishouding van wantrouwen tegenover
wetenschappelijke resultaten.
Het formuleren van deze normen is een van de initiatieven om de ziel van wetenschap te
behouden of herwinnen.
, Hoofdstuk 3: De evolutie van de mens
Met de artistieke impressie van het leven van de Neanderthalers (Figuur 3.1) wil de auteur
onder andere het volgende duidelijk maken:
Sociaal-culturele factoren spelen wél mee bij onderzoek en interpretaties.
In dit plaatje zijn allerlei waarden en normen te herkennen die in onze maatschappij een
zekere vanzelfsprekendheid hebben of hadden; deze worden geprojecteerd op die van de
Neanderthalers. Het onderzoek naar de Neanderthaler lijkt dus vanaf het begin gepaard te
zijn gegaan met allerlei subjectieve en normatieve opvattingen, opvattingen die volgens de
common sense niet thuishoren in de wetenschap.
De auteur erkent van een vakpublicatie over Neanderthalers in het wetenschappelijke
tijdschrift Biological Reviews, dat daar de invloed van ‘externe factoren’ niet makkelijk in is
aan te wijzen. Hij suggereert dat dat komt door het volgende:
Volgens bepaalde filosofen is niet de afwezigheid van dergelijke opvattingen en waarden de
reden dat we ze lang niet altijd kunnen aanwijzen, maar is het feit dat wij vanzelfsprekend
uitgaan van dezelfde waarden en opvattingen de oorzaak dat wij ze niet gemakkelijk kunnen
aanwijzen. Het is lastig om te erkennen dat onze eigen manier om de wereld waar te nemen
uitgaat van aannames die mogelijkerwijs net zo problematisch zijn als die van andere tijden
en culturen.
Met het voorbeeld van de studies van Lombroso (de criminele mens) wil de auteur onder
andere het volgende duidelijk maken:
Wetenschap staat niet per definitie los van tijd, plaats en gewoonten van een bepaalde
samenleving of cultuur.
Vanuit een hedendaags perspectief presenteerden Morton en Lombroso waarden van de
Victoriaanse cultuur als feiten: hun resultaten kunnen gezien worden als de spiegel van
verborgen culturele aannames en gedeelde vooroordelen die gemeengoed waren in hun tijd.
De auteur bespreekt twee theorieën over de evolutie van de mens, één van Sherwood
Washburne en één van Sarah Hrdy. Hij wil daarmee het volgende laten zien:
Wetenschap staat niet los van de maatschappij en tijd.
De theorieën die deze onderzoekers ontwikkelden over de evolutie van de mens zijn
medebepaald door hun visie op de positie van mannen en vrouwen in de maatschappij.
Binnen de levenswetenschappen is de houding jegens Intelligent Design veelal afwijzend.
Volgens de auteur komt dat door het volgende:
Aanhangers van Intelligent Design veronderstellen dat het noodzakelijk is om voor het
verklaren van het ontstaan van het leven of de evolutie van de mens de hypothese over een
intelligente ontwerper te introduceren. Er is dus sprake van een directe invloed van religie
op wetenschap, wat de ongeschreven regel – dat alleen de natuur bestaat – van de
naturalistische wetenschap doorbreekt.
De auteur beschrijft de controverse rond de vermeende mensensoort Homo floresiensis om
daarmee het volgende te laten zien:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnniekeL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.