HC 1 H1
Diversiteit en uniformiteit in cellen
- Verschil in vorm, grootte en in chemische benodigheden zoals zuurstof
- Deze verschillen reflecteren de verschillende functies van cellen
- Central dogma: het proces van DNA naar RNA naar eiwit is in elk cel hetzelfde.
- DNA polymeren gemaakt uit 4 nucleotiden → transcriptie naar RNA →
translatie naar eiwit
- Zelf replicatie van cellen: sequentie van nucleotide bepaalt sequentie van
aminozuren. De gemaakt eiwitten zorgen er weer voor dat DNA wordt gerepliceerd
enz.
- Virussen kunnen alleen leven door gebruik te maken van de host.
- Evolutie: process waarbij levende organismen gemodificeerd en geadapteerd worden
aan hun omgeving
- Elke cel kan veel biologische taken uitvoeren, afhankelijk van de omgeving, zijn
geschiedenis en het gebruikt selectief zijn DNA (genregulatie).
Cellen onder de microscoop
- Cel theorie: alle levende cellen worden gevormd door de groei en deling van al
bestaande cellen
- Cellen onderscheiden mbv kleur en verschil in brekingsindex
- Interne membraan is membraan om organellen heen
- Om atomen te zien worden x-ray, cryelectron microscopy en kristallografie gebruikt.
- Confocal microscopy: fluorescentiemicroscoop dat het object lasert. De laser richt op
een specifiek stukje met een specifieke diepte → optical section. Meerdere optical
sections geeft een 3D structuur
- Superresolutie fluorescentiemicroscopie: moleculen waarbij fluorescentie aan en
uitgezet kan worden door verschillende kleuren lasers. 2 lasers, de ene om de ander.
Kan tot 20 nm.
- Fase contrast microscoop: licht microscopie, maar wel zwart wit. Kan je ook levende
cellen mee zien. Dan niet fixeren.
Prokaryoot
- Geen organellen behalve ribosomen
- Geen nucleus. Cellen met nucleus heten eukaryoten.
- Rond of kurkentrekker-vormig
- Maar paar micrometer lang met uitzonderingen
- Vaak celwand(coat) om plasmamembraan heen. Binnenkant DNA met cytoplasma.
- Delen snel en kunnen zelf genetisch materiaal uitwisselen
- Meestal eencellig
- Sommige kunnen leven van alleen inorganische substanties. Door fotosynthese of
chemische reactiviteit van inorganische substanties krijgen ze hun energie.
- Bacteriën kunnen zelfs N2 opnemen en dit kunnen planten zelfs niet.
- 2 soorten: bacteriën en archaea(in extreme omstandigheden). Ze verschillen van
elkaar op moleculair niveau evenveel als dat ze beide van een eukaryoot verschillen.
Eukaryoot
- Groter dan bacteriën en kunnen single cel of multicellulair zijn.
, - Nucleus omgeven door 2 membranen (nuclear envelope) bevat DNA polymeren die
chromosomen worden als ze meer compact zijn voor deling.
- Mitochondriën hebben outer en inner membraan. Oxidatieve fosforylering waarbij
ATP wordt gemaakt. Hebben eigen DNA en reproduceren door deling. Figuur 1-19.
- Chloroplasten hebben dubbele membraan en ook in de chloroplast stacks van
membranen die chlorofyl(geven groene kleur) bevatten. Ook eigen DNA en
reproduceren door deling. Figuur 1-21.
- Fotosynthese: energie en CO2 → glucose(afbreken voor energie) en O2
- ER omgeven door 1 membraan. Hier worden celmembraan componenten gemaakt
en eiwitten door ribosomen
- Golgi-apparaat bestaat uit platgedrukte membraan omgeven zakken die de
moleculen van ER modificeren en omgeven.
- Lysosomen: digestie waarbij nutriënten voor cel worden vrijgelaten en andere
moleculen afgebroken voor recycling of exocytose.
- Peroxisomen: membraan-omgeven vesicles waarbij enzymen toxische stoffen
inactiveert en daarbij H2O2 maakt. Ook afbraak lipiden.
- Transport vesicles transporteren materialen van ene naar andere organel door te
fuseren met membraan.
- Cytosol: water-gebaseerd gelachtige structuur waar nutrient moleculen worden
afgebroken en meeste eiwitten door ribosomen worden gemaakt. Is meest crowded.
- Cytoskelet: Bestaande uit eiwitfilamenten en eiwitten die samen zorgen voor sterkte,
vorm en sturen beweging aan.
- Actine: dunste en veel aanwezig vooral in spiercellen, voor snelle
celbeweging
- Microtubules: dikste en verdelen de chromosomen voor celdeling en voor
railroad tracks voor intracellulaire beweging
- Intermediaire: tussenin qua dikte en zorgen voor sterkte van cel (niet in cellen
met celwand), mechanische stabiliteit
- Zelfs bacteriën hebben filamenten die een rol spelen bij celdeling
- Cytosol is constant in beweging en motor eiwitten vervoeren organellen en eiwitten
door de cel. Thermische beweging zorgt voor beweging van moleculen in cytosol
- Zie blz. 25
- Theorie is dat eukaryoot is ontstaan door cel dat andere cellen opat en daardoor zo
groot is geworden met bewegend cytoskelet, flexibel membraan en gescheiden DNA
in nucleolus.
- Protozoa: beweeglijke unicellulaire organismen dat andere cellen opslokken(engulf).
Ze zijn niet altijd predatoren en hoeven ook niet altijd beweeglijk te zijn. Ze bevatten
vaak cilia, contractile bundels, fotoreceptoren en monddelen.
Antilichamen
- 2 lichte en 2 zware ketens met 2 identieke bindingsites.
- Foreign moleculen, virussen en bacteriën omgeven door antilichamen worden
gefagocyteerd. Virussen en bacteriën omgeven door antilichamen kunnen ook door
eiwitten gedood worden
- Zie blz 141 using antibodies to purify molecules
Kleuringen
- Unstained → geen kleurstof → lichtcontrasttechnieken
, - AZAN → bindt aan ECM (bindweefsel blauw door anilineblauw, spierweefsel rood
door azokarmijn) rood-oranje erytrocyten en celkern rood en slijm grijs-blauw
- Hematoxyline-eosine H&E → DNA/RNA, glycoproteïnen(zuur) aan H(blauw-paars) /
eiwitten(basisch) aan E(roze rood)
- PAS-H → suikers rood(mucus) paars/roze (slijmbekercellen)
Artefacten
Krassen: gemaakt door het microtoom-mes waarmee de coupe gesneden is. Zichtbaar als
kartelige schade in het preparaat, die in één richting verloopt.
− Scheuren: door het onvoorzichtig hanteren van de coupe of door krimpen van het weefsel
na plaatsing op het glas (‘krimpartefact’). Vaak op de scheidingslijnen tussen twee
weefsellagen (bijvoorbeeld: epitheel – bindweefsel)
− Kleur artefacten: ophopingen van kleurstof, vaak als gevolg van het niet goed wegwassen
van overmaat kleurstof.
− Plooien: bij het plaatsen van de coupe op het objectglas kan de coupe soms in een plooi
komen te liggen. Hierdoor ligt het weefsel dubbel, waarmee het ook tweemaal zo sterk lijkt te
kleuren.
− Corpora aliena(contaminatie): ofwel ‘vreemde voorwerpen’, stofjes, haartjes of andere
structuren die niet in het weefsel thuishoren.
- Ribosomen zijn de beste reference point om de grootte van structuren te meten in
elektronenmicroscopie(EM) want zijn kleiner dan 50nm dik
Zie ook panel 1-1 op blz. 12
HC2 H11
Membraanstructuur
- Plasmamembraan is zelf-helend en flexibel waardoor cel van vorm kan veranderen
- Transporters en poorten in cel om stoffen uit te wisselen
- Membraan wordt verstevigd door celwand(fibreuze lagen van eiwitten, suikers en
macromoleculen) of door cytoskelet(meshwork van eiwitfilamenten) bij diercellen
- Cytoskelet van rode bloedcellen bevat voornamelijk het eiwit spectrin die gebonden
zijn aan membraan via bevestigings eiwitten die spectrin linken aan transmembrane
eiwitten. Bij mutatie van spectrin zijn rode bloedcellen fragiel en plat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lonnekespek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.