Een volledige samenvatting mediapsychologie met het tentamen van vorig jaar inbegrepen. Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken die je moet kennen voor het examen, notities van de KC/lessen zijn ook inbegrepen met telkens een goed overzicht per hoofdstuk.
SUCCES met leren!
https://www.mediapsychologie4edruk.nl/
Stanford Prison Experiment (belangrijk!)
Studenten werden willekeurig in twee groepen opgesplitst: een gevangenengroep en een
bewakersgroep. Na korte tijd begonnen de studenten zich naar hun rol te gedragen;
gevangenen werden onderdanig, en bewakers kwamen in de verleiding om hun macht te
misbruiken. Het experiment toont de dramatische gevolgen van normale, gezonde studenten
die in een namaakgevangenis werden gestopt. Het is een klassiek geworden voorbeeld van
de kracht van de sociale situatie.
Het gevangenisexperiment
Een groep van 24 doorsnee Amerikaanse jongens uit de middenklasse, die aan het begin van
het experiment niet van elkaar verschilden, zouden twee weken lang bewaker of gevangene
zijn in een namaakgevangenis. Twaalf jongens mochten een uniform aandoen en kregen als
opdracht: ‘zorg voor orde maar gebruik geen geweld’. De twaalf anderen kregen een
gevangenisplunje aan. Zimbardo en zijn collega's wilden weten wat er in zo'n sociale situatie
kon gebeuren.
Al snel gebruikten de 'bewakers' 'opdrukken met een voet op de rug als straf. Opstandelingen
werden met de brandblusser neergeslagen en een andere gebruikte straf was het zich
publiekelijk laten uitkleden. Eenzame opsluiting kon ook. De agressie van de bewakers werd
sterker naarmate het onderzoek vorderde.
Sommige bewakers hadden er lol in om de gevangenen zeer wreed te behandelen, als
beesten. Niemand van de deelnemers zei tijdens het experiment: "Zo kan het niet meer
verder." Op een bepaald moment gebeurden de mishandelingen 's nachts omdat ze dachten
dat de onderzoekers toch niet keken. De meerderheid was niet langer in staat een
onderscheid te maken tussen hun rol en hun eigen ik. In bijna elk onderdeel van hun gedrag,
gedachten en gevoelens was er verandering te zien.
Niet enkel de proefpersonen gingen tot het uiterste, ook de onderzoekers trapten in hun eigen
val. Ze hadden buitenstaanders nodig om in te zien wat ze aan het doen waren. Toen een
collega Zimbardo een technische vraag stelde, reageerde hij niet als wetenschapper, maar als
gevangenisdirecteur. Pas toen Christina Maslach, een nieuwe collega, boos werd over het feit
dat de 'gevangenen' met een zak over het hoofd en aan de enkels geketend naar de wc werden
geleid, besefte Zimbardo dat er iets fout ging. Na zes van de veertien voorziene dagen werd
het experiment stilgelegd.
Belang van het experiment
Aangezien de deelnemers aan het experiment geselecteerd waren op hun psychologische
stabiliteit, toont het aan dat ieder mens in staat is om vrij snel in een sadist te veranderen op
het moment dat deze enerzijds denkt dat hij/zij overal straffeloos mee wegkomt en anderzijds
onder druk staat van een groep. Daarnaast is waarschijnlijk ieder mens geneigd in apathie te
vervallen wanneer men in een onderdanige rol wordt gedwongen.
Veel mensen vinden het moeilijk om assertiviteit op te brengen tegenover iemand die invloed
op hen wil uitoefenen. Het experiment van Zimbardo toont aan dat we steeds waakzaam
moeten zijn tegenover de valkuilen van de beïnvloeding die we dagelijks meemaken.
,Tentamenstof video’s
The Asch Experiment: Mensen willen niet buiten de boot vallen en gaan uiteindelijk mee
met wat de rest van de groep doet, zelfs als ze niet geloven dat dit goed is.
(https://www.youtube.com/watch?v=qA-gbpt7Ts8)
Milgram experiment: Mensen zullen orders opvolgen van een legitieme autoriteit als deze
dat vraagt. In het experiment moeten de “leraren” de “leerling” vragen stellen en schocks
geven bij onjuiste antwoorden. Dit gaat zo ver dat de leraren zelfs fatale schocks geven
wanneer iemand van legitieme autoriteit dat vraagt.
(https://www.youtube.com/watch?v=yr5cjyokVUs)
Zimbardo: evil comes from hierarchy: kwaadheid komt als mensen zich niet
verantwoordelijk voelen in hun rol, maar gewoon “orders opvolgen”. Mensen willen
goedkeuring van de sociale groep. Zelfs toen een gevangene weg mocht uit de gevangenis,
maar de groep schreeuwde “prisoner 819 did a bad thing. Because of prisoner 819 we get in
trouble” wilde de gevangene terug (in de gevangenis) om te laten zien dat hij geen slecht
persoon is.
(https://www.youtube.com/watch?v=Z0jYx8nwjFQ)
The Stanford Prison Experiment Official Trailer: De vraag van het experiment is “als je
goede mensen in een slechte plaats stopt, zullen de mensen hier dan boven staan of bederft
deze plaats hen?” Voor het experiment werd roleplay gebruikt: de deelnemers werden
gevraagd of ze bewakers of gevangenen wilden zijn. De bewakers mogen de gevangenen
geen fysiek pijn doen. Het onderzoek loopt uit de hand en de rolspelers hebben mental
breakdowns.
(https://www.youtube.com/watch?v=3XN2X72jrFk)
,H1 Wat is media-psychologie?
1.1 Psychologie
= bestudeert op een wetenschappelijke manier het gedrag dat mensen vertonen in een
bepaalde sociale omgeving en in een bepaalde context.
- Waarneembaar gedrag: lopen, lachen, tv-kijken
- Niet-waarneembaar gedrag: geheugen, gevoelens en stemmingen
- → meten door vragenlijst, gesprekken met persoon of apparatuur
Basisvakken
- Functieleer: onderzoek naar de menselijke mogelijkheden in de zin van waarnemen,
leren, geheugen en gevoelens
- Ontwikkelingsleer: beschrijft de levensloop van Mensen In de fase van jonggeborene
tot ouderen
- Persoonlijkheidsleer: of differentiële psychologie onderzoekt verschillen in
kenmerken tussen mensen
- Sociale psychologie: onderzoekt de invloed van de sociale context op individuen
bijvoorbeeld de invloed van groepen zoals familie vrienden of de samenleving
-
Toepassingsgebieden
- Klinische psychologie: studie naar beïnvloeding gedrag dat ongewenst is,
psychische problemen (stereotiepe beeld)
- Onderwijspsychologie: onderzoek naar mensen in leersituaties
- Arbeids- en organisatiepsychologie: Onderzoek naar de relatie tussen mensen in
een werkverband
- Consumentenpsychologie: Onderzoek naar de relatie tussen mensen en producten
en diensten
- Mediapsychologie
1.2 Mediapsychologie: oorsprong en ontwikkeling
= De studie van cognitieve, affectieve en automatische verwerking van media-informatie en vd
mediaconsumptie.
→ Vanaf dat de televisie werd uitgevonden (60’-70’)
- Rudolf Arnheim: 1e psycholoog met interesse in media
- Ontwikkeling na WOII
- Reclame eind 50’ HOT issue (subliminale
boodschappen)!
- Tv het belangrijkste medium 60’
- Nieuw: Nieuws en soaps 70’
1950: Eerst alleen film op school. Toen kwam televisie.
(Mediapsychologisch) Onderzoek naar de effecten van
educatieve films.
1957: Reclame een ‘hot issue’: wat is de impact van de media op de mens?
1960: Televisie werd belangrijkste massamedium. Wat zijn de mogelijke schadelijke effecten
van media? (Invloed geweldsbeelden)
1970: Televisienieuws. Informeert een medium als televisie de kijker wel adequaat (voldoende,
gepast) over wat er in de wereld gebeurt?
1980: Entertainment: soaps, later ook reality-tv, emotie-tv, pornografie.
Wat is de kijker zijn interpretatie van de verhaallijnen en het gedrag van de spelers?
1990: Nieuwe media (waaronder internet): relaties, (parasociale) interactie. Wat zijn de
effecten van vormgeving en inhoud? Maar vooral: hoe gaan mensen met media om?
, 1.3 Mediapsychologie: domeinafbakening
Verschil mediapsychologie en communicatiewetenschap
H2 De Psychologische benadering van media-effecten
2.1 Wetenschappelijk perspectief
= het doel van alle wetenschap In het beschrijven voorspellen en verklaren van de
werkelijkheid. Mediapsychologie: het beschrijven, voorspellen en verklaren van het omgaan
van mensen met media → Dit gebeurt met formele regels: de belangrijkste consequentie is
dat wetenschappers systematisch en niet anekdotisch naar de werkelijkheid kijken en
verschijnselen proberen te meten.
Het gaat in de wetenschap om verbanden leggen tussen verschijnselen, oftewel om relaties
tussen variabelen. → Mediapsychologie relaties tussen variabelen: twee soorten verbanden
onderscheiden: correlatieve verbanden en causale verbanden.
1. Correlatie
= Als het ene veranderd, verandert het andere systematisch mee (altijd!)
• Positieve: toename - toename // afname - afname (Bv. Vaker mooi weer → stijging
verkoop ijs)
• Negatieve: toename - afname (Bv. Stijging bierprijzen → daling verkoop
Pearsons product-momentcorrelatiecoëfficiënt
De sterkte van een correlatie kan in een getal (een coëfficiënt) worden uitgedrukt. Deze
varieert tussen -1 (perfecte negatieve correlatie) en +1 (perfecte positieve correlatie). 0
betekent geen correlatie. Hoe verder de correlatiecoëfficiënt van de 0 afwijkt (zowel positief
als negatief), hoe sterker de correlatie.
Correlaties zijn belangrijk als we een verschijnsel willen voorspellen op basis van andere
verschijnselen: hoe steker de correlatie in ons voorbeeld, hoe beter we de aard van iemands
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentjeHVA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.44. You're not tied to anything after your purchase.