Eco samenvatting Jong en Oud – pww 2
Hoofdstuk 1 – School of baantje?
Gevangenendilemma (spelmatrix)
We spreken van een gevangenendilemma als beide spelers een
dominante strategie hebben. En die leidt tot een suboptimaal evenwicht.
Dominante strategie: strategie die, ongeacht wat de ander doet,
altijd de gunstigste uitbetaling geeft. De strategie die wordt gekozen
onafhankelijk van wat de ander kiest.
Suboptimaal evenwicht: er is een uitkomst die allebei de spelers
liever hadden gewild.
Voorbeeld 1:
Lidl
adverteren Niet adverteren
Aldi Adverteren 8, 8 11, 7
Niet adverteren 7, 11 10, 10
Voorbeeld 2:
Kees kroket
Niet verlagen Wel verlagen
Febo Niet verlagen (2000; 2000) (-8000; 8000)
Wel verlagen (8000; -8000) (-3000; -3000)
Bindende afspraak: een afspraak waar je niet van af kunt of niet
onderuit kunt. Een bindende afspraak leidt tot samenwerking.
Meelifter: (=free rider) iemand die profiteert van de inspanningen van
een ander.
Levensloop= verschillende fases in het leven; kinder, ouder, grootouder.
Hoofdstuk 2 – De jeugd
Consumeren: het kopen van goederen en diensten om in bestaande
behoeften te voorzien.
Sparen: het niet uitgeven van een deel van het inkomen. Het niet
consumeren van een deel van het inkomen.
Rente = het bedrag wat je betaalt voor het lenen van geld.
Ruilen over de tijd (= intertemporele ruil): geld verdienen en
uitgeven gebeurt in verschillende periodes.
Geld sparen is het uitstellen van consumptie.
Geld lenen is het naar voren halen van consumptie.
, Stroomgrootheden: Iets dat over een bepaalde periode, een maand
of een jaar, wordt gemeten.
Denk aan het inkomen. Mijn inkomen is € 1000.
€ 1000 per dag? Per week? Per jaar?
Voorraadgrootheden: iets dat op een bepaald moment of tijdstip
wordt gemeten, zoals spaargeld en schuld.
Denk aan het vermogen. Mijn vermogen is € 20.000.
€ 20.000 op 8 januari 2019 om 10:25 in de ochtend.
NIBUD: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting begroten
uitgaven voor eerste kind.
Hoofdstuk 3 – Werken en belasting betalen
Berekenen van de inkomensheffing
1. Bereken het belastbaar inkomen
Aftrekposten vb: pensioenpremie, hypotheekrente, reiskosten met ov,
gift aan goede doelen.
Bruto inkomen – aftrekposten = belastbaar inkomen
2. Haal het belastbaar inkomen door het schijvenstelsel
3. Haal de kortingen af van het bij stap 2 berekende bedrag
Voorbeeld:
Bruto jaarinkomen = € 78.000
Aftrekposten = € 9.000
Arbeidskorting = € 1.400
Algemene heffingskorting = € 2.500
Schijf 1 € 0 t/m € 20.000 30%
Schijf 2 € 20.001 t/m € 40.000 40%
Schijf 3 € 40.001 en hoger 50%
Totaal berekende heffing over de schijven = € 6.000 + € 8.000 + € 14.500
= € 28.500
Inkomensheffing = € 28.500 - € 3.900 = € 24.600
b) bereken de gemiddelde heffingsdruk
Bruto jaarinkomen = € 78.000
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joolsschellekens_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.63. You're not tied to anything after your purchase.