HC1 Inleiding
Erytrocyten afwijking: anemie
- Klinisch syndroom waarbij het lichaam over onvoldoende zuurstoftransportcapaciteit
beschikt als gevolg van een absoluut tekort aan erytrocyten
- Verdenking op anemie wordt bevestigd door bepalen van de hematocriet in
bloedmonster van patiënt
- Oorzaken
- Onvoldoende aanmaak erytrocyten
- Verlies van erytrocyten
- Afbraak van erytrocyten
- Aanvullend onderzoek/diagnose bij voorbeeld casus
- Coombs test toont aan dat er auto-antilichamen tegen de erytrocyten zijn
- Immuungemedieerde hemolytische anemie
Hemorragische diathese
- Verhoogde bloedingsneiging is de klinische situatie waarin relatief gering trauma leidt
tot overmatig bloedverlies
- Verschijnselen worden veroorzaakt door ziektes die een afwijking in de primaire
hemostase of secundaire hemostase, of in beide veroorzaken
- Primaire hemostase:
- Afwijkingen aan vaatwand
- Afwijkingen trombocyten (aantal, functie)
- Afwijkingen von Willebrand factor
- Secundaire hemostase
- Afwijkingen in de stollingsfactoren (hoeveelheid, functie)
- Aanvullende onderzoek bij voorbeeld casus
- Gering verlaagd aantal trombocyten
- Verlenging stollingstijden
- Hemangiosarcoom in milt
Leukocyten afwijkingen
- Te hoge of te lage aantal leukocyten of vervormde. Maar vaak is het een gevolg van
een acute infectie
- Leukocytose met linksverschuiving is een verhoging van het aantal witte bloedcellen
met veel jonge witte bloedcellen in het perifere bloed
- Aanvullend onderzoek
- Gehaltes aan immunoglobulines in bloed bepalen, zijn sterk verlaagd
- Dit komt doordat veulen niet genoeg colostrum had opgenomen failure of
passive transfer → secundaire immunodeficiëntie
Lymfadenopathie
- Het is een afwijking aan de lymfeknopen
- Bijvoorbeeld lymfadenopathie door een neoplasie
- Aanvullend onderzoek
- Aspiratiebiopt van verschillende lymfeknopen: voornamelijk lymfoblasten,
geen reactiviteitsbeeld. Beeld passend bij maligne lymfoom
,Weg naar diagnose
- Anamnese
- Lichamelijk onderzoek
- Probleem
- Wat kan de oorzaak zijn?
- Differentiële diagnose (DDx)
- Kennis van de ziekten in de DDx
- Diagnostische mogelijkheden (o.a. bloedonderzoek)
- Diagnose
- Behandeling
- Prognose
- Preventie
HC2 Anemie
Anemie definitie
- Onvoldoende erytrocyten om adequate oxygenatie van de weefsels te verzorgen.
Verschijnselen van zuurstofgebrek zijn snel buiten adem of te wel verminderd
uithoudingsvermogen, vermoeid, compensatoir verhoogde adem- en hartfrequentie
en bleke slijmvliezen
Bleke slijmvliezen
2 oorzaken
- Verminderde circulatie (dan vernauwen de bloedvaten)
- Dan is er sprake van toestand van meer of minder gevorderde shock door
hypovolemie of door onvoldoende pompfunctie van het hart. Of door
veranderingen in distributie van bloed. Of combinatie hiervan.
- Snelle, zwakke, slecht gevulde pols, hypotherm, koude extremiteiten, matige
tot slechte turgor(als er dehydratatie is), lage veneuze druk, verlengde CRT
- Anemie
- Adem- en polsfrequentie gestegen, echter pols steil, extremiteiten warm,
systolische souffle (doordat het bloed dun is geworden hoor je een bijgeruis
tijdens de systole)
- De ernst van symptomen is ook afhankelijk van de snelheid van ontstaan van
anemie
- Als bloedarmoede in aantal dagen ontstaat dan is patiënt niet gewend
aan dat die weinig erytrocyten heeft, waardoor die snel buiten adem
en snel een hoge pols krijgt bij inspanning
- Als de anemie langzaam ontstaan is dan is het lichaam allemaal
aanpassingsmechanismen aan het maken, waardoor het lichaam er
goed mee om kan gaan. Pas als je de patiënt een sprintje laat trekken
zie je pas verschillen tussen gezonde hond en de hond met anemie.
Anemie, differentiële diagnose
- Te weinig aanmaak erytrocyten (gestoorde erytropoëse)
- Te veel verlies van erytrocyten
- Verhoogde afbraak van erytrocyten (hemolyse)
- Of combinatie
,Anemie, diagnostisch pad
- Waarneming: anemie
- Interpretatie: aanmaak, verlies of afbraak
- Plan: anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek(vaak
bloedonderzoek)
Anemie door onvoldoende aanmaak
- Levensduur van erytrocyten en hoe snel de aanmaak is verschilt per diersoort
- Erytropoiesis vindt continu plaats in beenmerg
- Onvoldoende erythropoiese leidt tot een chronische niet-regeneratieve anemie
Anemie als gevolg van bloedverlies
- Anamnese: bloedingen zichtbaar in huid of slijmvliezen, melena(bloedverlies in
voorste deel van maagdarmkanaal, zwarte ontlasting) of hematochezia(bloed uit
laatste deel van maagdarmkanaal, rode ontlasting), hematurie
- Lichamelijk onderzoek: shock door bloedverlies, bloed aan thermometer, bloedingen
huid en slijmvliezen, hemoabdomen(bloed in buik, bolle buik), hemothorax(bloed in
borst, thorax kloppen van dorsaal naar ventraal, van longtoon naar doffe toon)
Anemie als gevolg van afbraak van erytrocyten
- Hemoglobine komt vrij uit rode bloedcellen en wordt of in lever en milt afgebroken
waar het netjes wordt opgeruimd of in bloedbaan afgebroken waarbij het als vrije
hemoglobine vrijkomt in de bloedbaan en dit uit plast. De ontlasting kleurt dan geel,
omdat de vrije hemoglobine omgezet wordt in geconjugeerd bilirubine dat naar
maagdarmkanaal gaat waar het wordt omgezet in kleurstoffen. Daarnaast kunnen de
slijmvliezen ook geel worden → icterus.
Anemie, laboratoriumonderzoek
- Bloedonderzoek
- Voor onderscheid tussen aanmaak en afbraak van erytrocyten
Bepalen hematocriet
- Om te bepalen of er überhaupt wel bloedarmoede is
- Je doet bloed in buisje en je centrifugeert het. Hierdoor krijg je de volgende lagen:
plasma → buffy coat → erytrocyten → kleilaag.
- Je berekent het volumepercentage erytrocyten. Eenheid is l/l of %
- Dan vergelijken met de referentiewaarde
- Normaal is de helft erytrocyten en de andere helft plasma
- Bij anemie zijn er minder erytrocyten en evenveel plasma
- Bij dehydratie is het aantal erytrocyten valselijk verhoogd, omdat het dier een deel
van zijn plasma heeft kwijtgeraakt door dehydratie
is in vergelijking het aantal erytrocyten ten
opzichte van plasma hoger dan normaal
- Bij acuut bloedverlies is er zowel plasma
verdwenen als erytrocyten
Erythropoiesis
, - Erytroblasten → basofiele erytroblasten → polychromatofiele erytroblast →
orthochromatische normoblast deze stoot zijn kern uit → erytrocyt
- Erytrocyten zijn minder blauw en kleiner dan de jongere cellen. Als je veel van deze
jonge cellen ziet dan is de aanmaak waarschijnlijk niet het probleem
Anemie als gevolg van onvoldoende aanmaak
- Makkelijker is het aankleuren van de jonge cellen met briljant cresyl blauw kleuring.
Hiermee kleur je alleen het RNA aan in de reticulocyten. De grotere cellen hebben
allemaal een netwerkje van reticuline, dit zijn reticulocyten.
- Je kan het percentage reticulocyten bepalen(verhouding tussen reticulocyten en
volwassen erytrocyten) en als deze boven een bepaalde referentiewaarde zit,
suggereert dat er nieuwe cellen worden aangemaakt in beenmerg.
- Daarnaast kan je May Grunwald Giemsa(MGG) kleuring toedienen waarbij
polychrome macrocyten worden gekleurd
Anemie hemolyse
- Als een urinestick negatief op erytrocyten is dan heb je te maken met hemoglobinurie
en niet met hematurie als de urine wel gekleurd is. Je hebt dan dus anemie als
gevolg van hemolyse en niet van bloedverlies.
- Ook gele slijmvliezen. Komt door leverschade omdat die niet genoeg zuurstof krijgt.
Osmotische fragiliteit van erytrocyten
- Om te kijken of de afbraak van erytrocyten de oorzaak van anemie is
- Je centrifugeert bloed waarna je het plasma weghaalt zodat je alleen erytrocyten
krijgt.
- Deze erytrocyten suspensie doe je in verschillende buisjes en in elk buisje voeg je
een andere concentratie van NaCl oplossing toe.
- 0.9% NaCl → normaal
- 0,9 0,8 0,7 en 0,6% blijven de erytrocyten heel
- Tussen 0,5-0,6 komt de omslag. Als je dan cellen een een nog lagere NaCl
concentratie incubeert, dan nemen die erytrocyten door hun hogere osmolaire
waarde de oplossing op die hierdoor gaat zwellen en uiteindelijk kapot gaat. Hierbij
komt hemoglobine vrij waardoor je eerst licht rode kleur krijgt en bij verdere
hemolyse donker rood.
- Erytrocyten met hoge osmotische fragiliteit hemolyseren al bij een hogere NaCl
concentratie dan normale bloedcellen
Immuungemedieerde hemolytische anemie
- Erytrocyten afbraak als gevolg van antilichaam binding
- Op erytrocyten zit antigeen en daar binden antilichamen aan. Aan die antilichamen
binden macrofagen. Ook kan complement binden die membrane attack complex
vormt waardoor gaatjes in erytrocyten komen.
- De macrofaag eet gedeelte van erytrocyt membraan op waar antilichaam of
complement zit → partiële fagocytose. Hierdoor heb je een erytrocyt met minder
membraan, waardoor de platte(biconcave) erytrocyt nu een bolletje wordt omdat het
dan beter past in ze nieuwe jasje → deze heten sferocyten. Complement of
antilichaam gemedieerde erytrophagocytosis leidt tot sferocyt vorming. Sferocyt kan
niet goed vervormen waardoor ze vast blijven zitten in rode pulp van milt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lonnekespek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.