Samanvatting ontwikkelingspsychologie, Levensloop vanaf de jongvolwassenheid (Robert S. Feldman) 8e editie
Alle hoofdstukken zijn verwerkt. Behaalde tentamencijfer: 9
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie: Levensloop vanaf de
jongvolwassenheid.
Robert S. Feldman
8e editie
Deel 1: Jongvolwassenheid
Hoofdstuk 1: Lichamelijke & Cognitieve ontwikkeling
1.1.1 Lichamelijke ontwikkeling, fitheid en gezondheid.
Rond 20e levensjaar is de groei voltooid: men is gezond, sterk en energiek.
Veroudering is ingezet (veroudering = natuurlijke, lichamelijke achteruitgang).
In latere fase neemt volume af. Myelinisering loopt door (daardoor worden
zenuwimpulsen sneller doorgestuurd).
Aantal complexe verbindingen in hersenen blijft intact (Sowell et al).
Crone & Dale: Prefrontale cortex pas op 25e volledig gerijpt (vooral bij mannen).
Prefrontale cortex: executieve functies (organiseren, plannen).
Crone & Dale: motivatie met name belangrijk
Zintuigen in deze periode: gevoeliger dan ooit (zicht, gehoor, smaak).
1.1.2 Motoriek, fitheid en welzijn.
Volgens de hartstichting: 1 op de 3 beweegt onvoldoende.
Mogelijkheid tot bewegen: vaak voor mensen met gemiddeld/hoger inkomen.
Mensen met lage SES (sociaal economische status): vaak geen geld of tijd
Sociale achtergrond, opleidingsniveau ouders, soort school: spelen rol
Gebrek aan beweging: verhoogde kans op hart/vaatziekten, suikerziekte, obesitas
Voordelen lichaamsbeweging: betere conditie cardiovasculaire systeem,
longcapaciteit neemt toe, spieren worden sterker, beter immuunsysteem, minder
stress, brein blijft elastischer.
Vanaf de puberteit stijgt de sterftekans (bv. door grotere kans op verkeersongeluk,
zelfmoorden)
Secundaire veroudering: lichamelijke aftakeling, veroorzaakt door omgevingsfactoren
of individueel gedrag (alcohol, drugs, roken, onveilig vrijen).
Aantal sterftes mannen bijna dubbele t.o.v. vrouwen (oorzaak vooral ongevallen).
1.1.3 Eten, voeding en overgewicht
, 2
Wel: Vermijden van overconsumptie, eten van meer plantaardig dan dierlijke
voeding, kies voor weinig bewerkt voedsel, drink veel water.
Niet: bewerkte producten, fast food, suikers, frisdrank, alcohol etc.
Westerse samenlevingen: steeds meer overgewicht.
Overgewicht: BMI boven de 25 Obesitas: BMI boven de 30
6,6% tussen 20-44 jaar: overgewicht
Onderzoek in België (onder gehele bevolking): 29% overgewicht, 16% obesitas
Onderzoek in Nederland (onder gehele bevolking): 43% overgewicht, 12% obesitas
Anorexia in Nederland: prevalentie is 0,15%, ziekteduur gem. 4 jaar, 5% is man, 45%
geneest volledig, 30% gedeeltelijk, 25% helemaal niet.
DSM 5: 2 typen anorexia: Beperkende (nauwelijks eten) en Purgerende (vreetbuien
en/of purgeren.
1.1.4 Lichamelijke beperking (handicap)
Door mantelzorg/professionele hulp: meesten kunnen zelfstandig wonen: vergoeding
door WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning).
Handicap: Aangeboren of niet-aangeboren (door ongeval of ziekte)
Niet-aangeboren?: beperking leren accepteren, verlies vrienden/geliefden, verlies
van werk/hobby’s.
Domotica: elektronische toepassingen in huis, zoals alarmen en robots (deels
overnemen van de zorg)
Barrières bij een handicap: niet alles is goed toegankelijk, vooroordelen,
discriminatie, minder mogelijkheden op de arbeidsmarkt en vermijding.
1.1.5 Stress en Coping
Stress (acuut en chronisch): lichamelijke en emotionele reactie op gebeurtenissen die
ons bedreigen/uitdagen.
Coping: het kunnen omgaan met stress
Stressoren: gebeurtenissen/omstandigheden die stress zouden kunnen oproepen.
Kunnen ook heel positief zijn: huwelijk, mooie, nieuwe baan
Psychoneuro-immunologie: onderzoek naar relatie tussen hersenen, immuunsysteem
en psychologische factoren -> ontdekt dat stress verschillende gevolgen kan hebben.
Meest rechtstreekse gevolg: biologische reactie (snelle hartslag, verhoogde
bloeddruk, transpireren).
Effecten zijn heilzaam bij noodsituaties (verdedigen in bedreigende situatie)
Lange tijd stress: verslechtering conditie van het hart, bloedvaten, andere weefsels,
vatbaarder voor ziektes.
Oorzaken van stress: aantal stadia (Lazarus en Folkman)
1. Primaire inschatting: beoordelen vd gebeurtenis: positief of negatief?
2. Secundaire inschatting: is het antwoord op de vraag: kan ik dit aan? Zijn de
copingsvaardigheden en hulpbronnen voldoende?
Taylor: er is en aantal algemene principes om te voorspellen of een gebeurtenis wel
of niet stressvol zal zijn:
, 3
1. Gebeurtenissen en omstandigheden die negatieve emoties oproepen, leiden
eerder tot stress dan de positieve.
2. Situaties die onbeheersbaar of onvoorspelbaar zijn, veroorzaken eerder stress
dan situaties die beheert en voorspeld kunnen worden.
3. Gebeurtenissen en omstandigheden die ambigu en verwarrend zijn, veroorzaken
meer stress dan diegenen die dat niet zijn.
4. Mensen die tegelijkertijd veel taken moeten vervullen die veel van hun
capaciteiten vragen, ervaren waarschijnlijk meer stress dan degenen die dat niet
hebben.
Gevolgen van stress: fysiologische arousal (prikkeling) die optreedt wanneer je stress
hebt, leidt tot slijtageslag met allerlei negatieve gevolgen (hoofdpijn, uitslag,
vermoeidheid, aangetast immuunsysteem, ziek worden)
Stress: kan oorzaak zijn van psychosomatische aandoeningen: medische problemen,
veroorzaakt door interactie tussen psychologische, emotionele en lichamelijke
problemen.
Coping: poging om de dreiging die tot stress leidt, te beheersen, te reduceren of te
leren verdragen.
Wanneer succesvol? Bij probleemgerichte coping (rechtstreeks veranderen vd
situatie) en emotiegerichte coping (beheersen van reacties).
Defensieve coping: onbewuste strategieën die de ware aard ven een situatie
verdraaien of ontkennen (om het werkelijke probleem te vermijden/negeren).
Ratey & Hagerman: lichaamsbeweging is belangrijke factor bij stresshantering.
Thijs Launspach: de vijf redenen waarom millenials vatbaar zijn voor burn-out:
1. De millennial heeft een extreme individualistische opvoeding genoten.
2. De tijd tussen puberteit en volwassenheid is steeds langer geworden.
3. Millennials kijken naar anderen om te bepalen of ze succesvol zijn; dit wordt de
sociale-vergelijkingstheorie genoemd.
4. De millennial groeide op in een economisch welvarende tijd die nu niet meer de
werkelijkheid is.
5. De millennial heeft zeer hoge eisen aan zichzelf geïnternaliseerd.
1.2.1 Intellectuele groei tijdens vroege volwassenheid
Wanneer cognitieve ontwikkeling het zelfde patroon als de lichamelijke ontwikkeling
zou volgen, zou er tijdens de vroege volwassenheid weinig groei plaatsvinden.
Piaget: ons denken vanaf eind vd adolescentie: blijft kwalitatief grotendeels
hetzelfde.
1.2.2 Benaderingen post-formeel denken:
, 4
Labouvie-Vief: Aard van het denken verandert kwalitatief tijdens vroege
volwassenheid. De complexiteit vd samenleving vereist een manier van denken die
op logica is gebaseerd maar ook op praktische ervaring, morele oordelen + waarden.
Ze denkt dat jong volwassenen de paradoxen vd samenleving leren hanteren door
mbv analogieën en metaforen met elkaar te vergelijken (vertrouwd raken met
subjectieve manier van begrijpen).
Proefpersoenen (10-40 jaar) kregen scenario’s te horen met een duidelijk, logisch
besluit.
- Adolescenten baseerden hun reacties voornamelijk op logica, die inherent is aan
formele operaties.
- Jongvolwassenen: minder geneigd om strikte logica toe te passen. Zij overwogen
verschillende mogelijkheden: Labouvie-Vief noemt dit postformeel denken.
Postformeel denken: houdt rekening met het feit dat hachelijke situaties waarin
volwassenen terecht kunnen komen soms op relativerende wijze opgelost moet
worden (Dit gaat verder dan formele operaties van Piaget).
Basseches: Postformeel denken: omvat ook dialectisch denken (= ruimte voor de
mogelijkheid dat dat zaken niet altijd helder af te bakenen zijn.
Jan Sinnot: postformeel denken bij het oplossen van een probleem houdt ook
rekening met op realiteit gebaseerde argumenten.
Perry: ontdekte via interviews dat jongvolwassenen in hun visie op de wereld vooral
gebruik maakten van dualistisch denken. Iets is goed of fout, mensen zijn goed of
slecht, anderen zijn voor of tegen……
Na een tijdje neemt dualistisch denken af, maakt plaats voor: meervoudig denken.
Volgens Perry beschouwen ze dan alle kennis en waarden als relatief.
Tekortkoming studie Perry: interviews alleen afgenomen bij hoogopgeleide,
mannelijke studenten.
Hersenen jongvolwassenen: nog steeds in ontwikkeling. Hersenen blijven nieuwe,
neurale verbindingen aanleggen/ongebruikte paden wegsnoeien.
Prefrontale cortex: rijpt pas ver in de jongvolwassenheid (verantwoordelijk voor
planning, besluitvorming, impulsbeheersing) -> verklaring voor drugsmisbruik, auto-
ongelukken, drankgebruik.’
1.2.3 Schaie: stadia van ontwikkeling:
Schaie gaat verder waar Piaget gestopt is: denken van volwassenen ontwikkelt zich
volgens vast patroon van stadia.
1. Verwervend stadium: 1e stadium van cognitieve ontwikkeling omvat gehele
kindertijd & adolescentie. Belangrijkste taak: verwerven van informatie.
2. Uitvoerend stadium: jongvolwassenen passen verworven kennis toe op specifieke
situaties die te maken hebben met bereiken langetermijndoelen (carrière, gezin,
bijdrage aan de maatschappij etc.).
3. Verantwoordelijk stadium: mensen van middelbare leeftijd houden zich bezig met
hun persoonlijke situatie (partner, gezin en carrière).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nmensink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.