100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Feniks Tijdvak 4 Tijd van steden en staten $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Feniks Tijdvak 4 Tijd van steden en staten

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van Feniks Tijdvak 4 Tijd van steden en staten. Belangrijke termen zijn dikgedrukt. Ideaal om te gebruiken als voorbereiding op het eindexamen!

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Tijdvak 4 tijd van steden en staten
  • October 24, 2021
  • 6
  • 2017/2018
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Tijdvak 4 Tijd van steden en staten
4.1 Steden: handel en nijverheid
Door grote ontwikkelingen in de landbouw (ontginningen, inpolderingen, risterploeg met paard,
tweeslagstelsel) stijgt de voedselproductie en ontstaat er een bevolkingsgroei. Ook de toenemende
veiligheid in Europa na de Volksverhuizingen draagt hieraan bij.

Voedseloverschotten op het platteland maakten de ontwikkeling van steden mogelijk. Akkerbouw
ging steeds vaker over naar veeteelt. Mensen hoefden niet perse meer als boer te werken, maar
konden ook leven van handel en nijverheid, of maakten van hun ambacht hun beroep. Er kwam
meer vraag naar luxeproducten. Handelaren van een stad organiseerden zich in koopmansgilden,
om samen handelsvoorrechten te krijgen en samen sterker te staan. Het nodige kapitaal werd daar
verzameld om verre reizen, schepen en handelswaren bijeen te krijgen.
Een Hanze is een aantal steden waarvan de handelaren samenwerken. Hierdoor werd de handel
tussen de steden steeds groter. B.v. Brugge en Gent haalden wol voor de bekende Vlaamse lakens uit
Londen, en verenigden zich in de Hanze van Londen om zeker te zijn van een geregelde aanvoer.

In de 12e eeuw stimuleerden koningen, hertogen en graven de ontwikkeling van steden door het
bevorderen van handel en nijverheid. Hierdoor werd de macht van de adel vergroot, omdat zij meer
belastingen ontvingen en goed het omliggende land konden besturen, controleren en verdedigen.

Noord-Italiaanse steden (Venetië, Milaan, Florence, Genua, Bologna) waren groter dan de Vlaamse
(Brugge, Gent), maar lagen wel verder uit elkaar. De bloei van deze steden kwam vooral door de
overzeese handel, en floreerden vooral door textielnijverheid en -veredeling. De bekendste Hanze
ligt aan de Oostzee, met Hamburg en Lübeck als belangrijkste steden. Hier werd gehandeld in vis,
hout, graan, pek, was, barnsteen en bont. Steden rond de Noordzee sloten zich hier ook bij aan.

In Champagne (streek in Noordwest-Frankrijk) werden in de 12e en 13e eeuw door verschillende
steden jaarmarkten georganiseerd. Hier werden producten van de Hanze, Vlaanderen, Noord-Italië,
Azië (specerijen, zijde) en de Arabische wereld uitgewisseld.

De geldeconomie nam steeds meer toe, maar elke stad had zijn eigen munt en het transport was niet
ongevaarlijk. Daarom werd vaak gebruik gemaakt van een wissel (schriftelijke betalingsopdracht), die
dan een jaar later werd betaald. Hiervoor was wel een goede boekhouding en juridische basis voor
de duizenden handelscontracten nodig.
Door oorlog werd de Champagne onveilig en vanaf de 14e eeuw nam het belang van de jaarmarkten
af, mede dankzij de belastingverhogingen van de Franse koning. Er kwam ook steeds meer overzeese
handel en de Arabische handelaren waren vrijwel uit het Middellandse Zeegebied verjaagd.



4.2 Stadslucht maakt vrij
Boeren werden vaak rijk door in de steden in handel en nijverheid te werken. Horigen hadden als ze
een bepaalde tijd in de stad hadden gewoond en gewerkt geen plichten meer. Heren op de
domeinen gingen daarom hun horigen meer vrijheid geven (lagere belasting, beperkte
herendiensten) zodat er genoeg boeren overbleven op hun landgoed. Zo steeg de vrijheid voor de
gehele bevolking.

Steden konden de koning voorzien van belastinggeld en soldaten. In ruil daarvoor eisten de burgers
privileges (handelsvrijheid, eigen stadsbestuur). Hierdoor kreeg de adel minder macht, en het

, stadsbestuur meer. Het stadsbestuur werd uiteindelijk gecontroleerd door gilden.
Patriciërs waren rijke burgers, en werden in de Vlaamse steden door de graaf als schepenen
gekozen. Zij bestuurden de stad en waren de rechters, ze werden gekozen voor het leven. Dat zorgde
ervoor dat deze kleine en rijke elite weleens haar macht misbruikte. Het gemeen (stedelingen die
niet tot het patriciaat behoorden) kwam regelmatig in opstand. De graaf had in 1241 geld nodig, en
onder druk stemde hij ermee in dat er elk jaar nieuwe schepenen gekozen zouden worden en stelde
de stadsraad in. Hierin konden de gilden het financiële beheer van de schepenen controleren.

Een stad kon bij conflicten bepalen om partij voor de koning of de leenman te kiezen. Tijdens de
Guldensporenslag won het gewone volk van de elitaire Franse ridders. De overwinnaars verzamelden
500 buitgemaakte gulden sporen die de ridders aan hun laarzen hadden, en schonken deze aan de
O.L.V.-kerk van Kortrijk.



4.3 De macht van de paus
Zowel de geestelijke als de wereldlijke macht waren hiërarchisch opgebouwd:
Paus, bisschoppen, pastoors en kapelaans - Keizer, koning, hertog en graaf

Sinds 395 was het Romeinse Rijk verdeeld in het West- en Oost-Romeinse Rijk. In het oosten kwam
het Byzantijnse Rijk, waar de oostelijk kerk veel succes had met missionarissen op de Balkan en in
Rusland. De patriarch (geestelijk leider) in Constantinopel vroeg zich af waarom zijn welvarende stad
ondergeschikt was aan Rome en de paus, en of de ambt van de paus wel nodig was. In de begintijd
van het christendom was er namelijk ook geen paus. Ook waren er onenigheden over de inrichting
van de mis, verering van beelden en het kerkelijk recht. Hieruit volgde het Oosters Schisma, de
scheiding tussen de West-Europese kerk een de (oostelijke) Grieks-orthodoxe kerk.

Ook in het westen kwam er steeds meer kritiek op Rome. Het sobere leven viel veel christenen
zwaar, terwijl de paus in weelde leefde. Priesters inden veel geld, en hadden vaak een vrouw.
Kloosters hadden inmiddels ook enorme bezittingen vergaard. Als reactie hierop ontstond een
hervormingsbeweging die de sobere leefwijze van monniken propageerde. Sommige pausen waren
hier voorstander van, anderen vonden alle kritiek maar lastig.

Volgens het kerkelijk recht mogen de inwoners en priesters van een bisdom zelf hun bisschop kiezen,
die later door de paus wordt benoemd met de tekenen van het bisschopsambt; ring, mijter, staf. Dit
heette investituur. Duitse keizers begonnen echter hun eigen bisschoppen te benoemen en stelden
hen aan als leenmannen, zodat er geen nakomelingen konden komen. Pausen die de
hervormingsbeweging steunden en streefden naar het primaat (hoogste gezag op aarde), zagen dit
niet zitten. Hieruit ontstond de Investituurstrijd. Pausen konden vorsten in de kerkelijke ban doen,
waardoor hun positie verzwakte. Leenmannen en onderdanen hoeven hem dan niet meer te
gehoorzamen. Vorsten konden daarentegen Rome bezetten, de paus afzetten en een eigen paus
benoemen.

De Investituurstrijd eindigde met het Concordaat van Worms (1122). Hierin stond dat de paus het
benoemingsrecht had en de keizer een bisschop na de investituur een scepter mocht geven als teken
van wereldlijke macht. Macht en aanzien groeiden enorm voor de paus, en tegen het eind van de 12e
eeuw ging hij zich ook steeds meer bemoeien met Europese staatszaken. Hij kon druk uitoefenen
door een vorst in de kerkelijke ban te doen, maar bij echt machtige vorsten had dit weinig effect.
Geestelijke en wereldlijke macht waren nog steeds niet geheel gescheiden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LukevdW. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart