Samenvatting Geschiedeniswerkplaats Examenkatern Hoofdstuk 4 Verlichting en revoluties
2 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Samenvatting van Geschiedeniswerkplaats Examenkatern Hoofdstuk 4 Verlichting en revoluties. Belangrijke termen zijn dikgedrukt. Ideaal om te gebruiken als voorbereiding op het eindexamen!
Hoofdstuk 4 Verlichting en revoluties (1650-1848)
Paragraaf 4.1 De verlichting (1650-1789)
Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over de ideale samenleving?
Immanuel Kant
Onder invloed van de verlichting kwamen vanaf ongeveer 1650 oude inzichten ter discussie te staan.
Gematigd verlichte denkers probeerden een middenweg te vinden tussen rede en traditie.
Aanhangers van radicale verlichting meenden dat democratie, vrijheid en gelijkheid universele
waarden zijn. In 1780 maakte de Luikse schilder Léonard Defrance het schilderij 'Het schild van
Minerva', met daarop lezende burgers en vreedzame gesprekken tussen vertegenwoordigers van
godsdiensten. De boodschap was; kennis leidt tot verdraagzaamheid en gelijkheid.
De Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) noemde de verlichting de bevrijding van de mens uit
de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is. Hiermee bedoelde hij het onvermogen je verstand
zonder leiding van anderen te gebruiken. Durf te weten, is dus het motto van de verlichting.
Nieuwe ideeën
In de middeleeuwen was het denken ondergeschikt aan geloof en traditie, maar vanaf 1650 stonden
oude inzichten steeds meer ter discussie. Het empirisme en rationalisme, stelden dat geloof en
traditie door waarneming en rede moesten worden vervangen. Het empirisme stelde dat kennis
voortkomt uit waarneming en ervaring. Het rationalisme stelde dat kennis voortkomt uit de rede.
Het denken over mens en maatschappij veranderde. Mensen gingen het redelijke en
wetenschappelijke denken op alle terreinen van het leven toepassen. Ze stelden traditionele ideeën
over sociale verhoudingen, politiek, economie en godsdienst ter discussie. Verlichte denkers
verwierpen de standenmaatschappij en het absolutisme en streden tegen godsdienstige
intolerantie, kerkelijke dwang, machtsmisbruik en onafhankelijke rechtspraak.
In diezelfde tijd werd echter de macht van vorsten verder uitgebreid en gecentraliseerd. Lodewijk
XIV en andere absolute vorsten rechtvaardigden dit met het droit divin. Door dit idee zouden
vorsten alleen aan God verantwoording af hoeven leggen.
Het sociaal contract
De Engelse filosoof John Locke (1632-1704) schreef dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn en
recht hebben hun leven, gezondheid, vrijheid en bezit te verdedigen. De macht van de staat was
volgens Locke gebaseerd op een sociaal contract, dat inhield dat de mensen afspraken een deel van
hun vrijheid af te staan aan de overheid. In ruil daarvoor moest de overheid hun leven, bezit en
vrijheid beschermen en als rechter optreden. Als dit niet gebeurde, mochten de burgers een andere
regering aanstellen. Locke was een voorstander van de constitutionele monarchie.
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) stond achter dit sociaal contract. Volgens hem was het volk
soeverein en moest de staat de wil van de samenleving vertegenwoordigen. Mensen mochten niet
hun eigen belangend doorzetten, maar zich achter de wetten die in overeenkwamen met de
algemene wil scharen.
Scheiding van kerk en staat
Tot rond 1600 dacht bijna iedereen dat God over mens en natuur heerste en wonderen verrichtte.
Onder invloed van de ontdekking van natuurwetten ontstond steeds meer twijfel. B.v. de Franse
schrijver Voltaire (1694-1778) meende dat de natuurwetten bewezen dat God de wereld ingenieus
had gemaakt. De wereld ontwikkelde zich volgens Gods plan, waar men zich niet mee moest
bemoeien.
, Anderen, zoals de Nederlandse filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) stelden dat de natuur niet door
God gemaakt was, maar dat God en de natuur hetzelfde waren. Geloof dat de rede tegensprak kon
niet, omdat God en natuur hetzelfde waren. De mens moest dus niet aan God gehoorzamen, maar
zijn eigen verstand volgen.
De verlichting begon aan het eind van een tijd vol godsdienstoorlogen. Verlichte denkers vonden
daarom individuele vrijheid en tolerantie erg belangrijk. Locke pleitte voor scheiding van kerk en
staat, omdat de staat niet kon uitmaken wat het ware geloof is.
Gematigde en radicale verlichting
Het vertrouwen in de rede leidde tot optimisme. Vanaf 1750 hingen bijna alle verlichte denkers
vooruitgangsgedachten aan. Er kwam meer vrijheid en tolerantie. Er waren verbeteringen van de
techniek en wetenschap tot economie en rechtspraak. Volgens de verlichte denkers kon de
maatschappij kon verbeterd worden door het gebruik van de rede.
Tegelijkertijd werden tegenstellingen tussen verlichte denkers duidelijker zichtbaar. Aan de ene kant
stonden de gematigde denkers die zochten naar een evenwicht tussen de rede en traditie. Aan de
andere kant stonden de radicale denkers, die met de traditie niets hadden en een nieuwe
samenleving wilden creëren.
Voltaire behoorde tot de gematigde denkers. Volgens hem had God de wereld geschapen en daarom
hoorde ongelijkheid bij het menselijk bestaan. Slechts 10% van het volk was geschikt voor het
redelijk denken. Het was goed dat mensen hard moesten werken om in leven te blijven. Hierdoor
kon het volk niet ongelukkig of opstandig zijn. Alleen met angst voor een God kon het volk in toom
worden gehouden. Ook kon en mocht de staat het gewone volk niet verlichten. Het doorvoeren van
verlichte ideeën kon gevaarlijk zijn; volgens Kant kon puur rationalisme leiden tot waanideeën en
immoreel gedrag. De rede moest worden aangevuld met ervaringen en normen. Hij stelde ook dat
er een universele morele wet is waarbij hoorde dat mensen zelf moeten voldoen aan de regels die
ze voor iedereen willen laten gelden.
Spinoza was een grote inspiratie voor radicale verlichtingsdenkers. Volgens hen zouden alle mensen
dezelfde behoeften hebben en dezelfde rechten moeten hebben. Hiervoor zou de
standenmaatschappij moeten worden afgeschaft en worden vervangen door een democratie.
Politieke cultuur
Sommige Europese vorste lieten zich door verlichtingsideeën beïnvloeden, zoals de Pruisische koning
Frederik II en de Oostenrijkse keizer Jozef II. Zij geloofden niet in het droit divin, maar zagen zichzelf
als dienaren van het algemeen belang. Persvrijheid en tolerantie werden vergroot, bijgeloof en
godsdienstig fanatisme werd bestreden. Ze hielden echter wel de standenmaatschappij en het
absolutisme in stand. Dit noemen we het verlicht absolutisme.
De Franse koningen waren bang voor de radicale denkers en probeerden critici monddood te maken.
In de 18e eeuw werden honderden boeken verboden. Voltaires Lettres Philosophiques werd
verboden, omdat de Britse constitutionele monarchie als voorbeeld voor Frankrijk werd beschreven.
Émile ou De l’éducation van Rousseau werd verboden omdat hierin alle godsdiensten als gelijk
werden gezien en werd ontkend dat Jezus een zoon van God was. Voltaire en Rousseau vluchtten
om een gevangenisstraf te ontlopen.
De verboden boeken werden in Amsterdam gedrukt en toch naar Frankrijk getransporteerd. Juist
dankzij het verbod waren mensen sterker geïnteresseerd. Op den duur wonnen de radicale ideeën
terrein. Het was een van de oorzaken van de democratische revoluties in eind 18e eeuw.
Onder invloed van de verlichting veranderde de politieke cultuur. Lang was politiek alleen iets voor
koningen, edelen en geestelijken, maar nu werden de verlichtingsideeën over politiek besproken in
kranten en pamfletten. Mensen praatten erover, waardoor vorsten rekening moesten gaan houden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LukevdW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.