Pluriforme samenleving
Paragraaf 1 Verschil en verdraagzaamheid
Ordening zorgt meestal tot inperking van vrijheid.
Pluriforme samenleving: een samenleving waarin verschillende sociale klassen, godsdiensten en
levensstijlen leven.
Na de Nederlandse onafhankelijkheid (1648) waren er veel regionale verschillen en godsdiensten
(protestant en katholiek). Communicatiemiddelen speelden een grote rol bij de eenwording van
Nederland. De inwoners voelden zich meer verbonden.
Morele geografie van Nederland: het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied
heeft invloed op de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Tolerantie was noodzakelijk door de morele geografie i.c.m. de pluriformiteit.
Veel immigranten en vluchtelingen kwamen naar Nederland en vonden hier een bovengemiddelde
vrijheid en welvaart. De oplossing op de vraag hoe met alle verschillen om te gaan, was het
poldermodel en pacificatiedemocratie. Deze begrippen willen zeggen dat het in de politiek vaak om
compromissen gaat; conflictoplossing door overleg, schikken en plooien.
Stroomversnelling
De zoektocht naar een middenweg zorgt voor een neiging tot conformisme; het verlangen om zich
aan te passen aan de opvattingen en gedragingen van de meerderheid in de samenleving. Sinds 2000
is de Nederlandse samenleving echter in een stroomversnelling geraakt; er lijkt minder sprake van
gelijkgestemdheid en verdraagzaamheid. De moorden op Pim Fortuyn (2002) en Theo van Gogh
(2004) symboliseren deze periode waarin het politieke en sociale conflict groter is geworden. Een
van de oorzaken is de toegenomen globalisering; buitenland wordt binnenland. In de politiek
vervallen de middenpartijen zichtbaar: mensen zijn blijkbaar minder geneigd om partijen te kiezen
die het poldermodel ondersteunen. Deze polarisatie leid sinds de eeuwwisseling tot verhevigde
politieke en maatschappelijke onzekerheid. Hierdoor staat ook steeds vaker de sociale cohesie (het
vertrouwen van burgers in de overheid en elkaar) onder druk.
Paragraaf 2 Cultuur en identiteit
Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of
samenleving met elkaar gemeen hebben en als zelfsprekend beschouwen.
Functies van een cultuur:
De cultuur van de groep waar je bij hoort bepaalt een deel van je persoonlijkheid
Je krijgt met je groep een gemeenschappelijk referentiekader; dezelfde normen, waarden
en gewoonten
Een cultuur werkt gedragsregulerend; het gedrag van mensen gaat hierdoor geordend en
voorspelbaar verlopen
Om een samenleving goed te laten functioneren, moet er een dominante cultuur zijn; het geheel van
waarden, normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt
geaccepteerd. Als een groep afwijkt van de dominante cultuur, noemen we dit een subcultuur; bijna
iedereen behoort tot verschillende subculturen. We zien jeugdculturen, bedrijfsculturen, religieuze
culturen en etnische culturen.
, Veranderingen in de dominante cultuur vinden meestal plaats onder invloed van subculturen en
tegenculturen; groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een
bedreiging voor vormen.
Het socialisatieproces
De belangrijkste cultuurkenmerken worden overgedragen via socialisatie; het proces waarbij iemand
bewust en onbewust de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep aangeleerd
krijgt. Socialisatie zorgt ervoor dat een cultuur blijft bestaan. Het vindt vooral plaats via imitatie. Ook
socialiserende instanties (de overheid en media) en maatschappelijke groeperingen (sportclubs en
actiegroepen) spelen een rol. Het socialisatieproces vindt plaats d.m.v. sociale controle; de manier
waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan geldende normen te houden. Er zijn twee
vormen van:
1. Formeel als het gaat om vastgelegde regels of wetten
2. Informeel als het gaat om ongeschreven regels
Sociale controle vindt plaats in de vorm van positieve en negatieve sancties (beloning of straf).
Socialisatie zorgt voor het gevoel van verwantschap met de dominante cultuur. Dit heet
groepsidentificatie en zorgt ervoor dat onze persoonlijkheid of identiteit gedeeltelijk uit sociale
elementen bestaat.
Cultuur dimensies
Er zijn 5 door de Nederlandse socioloog Hofstede bedachte dimensies waarin culturen verschillen:
1. Machtsafstand: de omgang met gezag (b.v. relaties tussen ouders en kinderen of werkgevers
en werknemers)
2. Individualisme vs. collectivisme: de mate waarin individuen zich deel voelen van de groep
(b.v. Japan en Turkije zijn collectivistisch, Nederland en de VS meer individualistisch)
3. Masculiniteit vs. feminiteit: de rolverdeling tussen mannen en vrouwen in de maatschappij
(b.v. Mexico en Saudi-Arabië zijn masculien en Nederland en Zweden zijn feminien)
4. Onzekerheidsvermijding: de mate van angst voor de toekomst binnen een samenleving.
Hoge onzekerheidsvermijdig wil zeggen dat een samenleving graag zekerheid in werk heeft,
veel spaart en religieus is. Lage onzekerheidsvermijding wil zeggen dat een samenleving
minder nadruk op regels legt, verschillende meningen worden geaccepteerd en afwijkend
gedrag wordt getolereerd. (Duitsland: hoog, Nederland: midden, UK: laag)
5. Oriëntatie op lange vs. korte termijn: de mate waarin de maatschappij gericht is op de
toekomst of juist meer op het heden
Etnocentrisme: de eigen groep wordt als ‘normaal’ gezien en er wordt met minachting naar
buitenstaanders gekeken (vooroordelen). Een vooroordeel is een vooropgezette mening over andere
groepen of culturen. Maatschappelijke veranderingen kunnen de maatschappelijke positie van
mensen raken. Zij kunnen hierdoor onzeker worden en naar een zondebok gaan zoeken. Deze
vooroordelen kunnen door vijandigheid zorgen t.o.v. mensen die niet tot de eigen groep behoren. Dit
heet xenofobie; haatdragendheid tegenover alles wat als vreemd wordt ervaren. Het kan tot agressie
en geweld leiden.
Paragraaf 3 Immigratielanden vergeleken
Motivatie om te migreren
Pushfactoren: redenen om je land te verlaten (armoede, vervolging)
Pullfactoren: redenen om naar een land te komen (veilig, welvaart)
De push- en pullfactoren zijn meestal elkaar aanvullende factoren om te migreren. Vaak migreren
mensen met het idee om een paar jaar later terug te keren. In praktijk doet maar een klein deel dat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LukevdW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.