4.1 Duitsland van de eerste naar de tweede wereldoorlog
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme
De crisis van het wereldkapitalisme
Het voeren van twee wereldoorlogen
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
De Duitse bezetting van Nederland
In september 1918 was het voor de bevelhebbers van het Duitse leger duidelijk dat ze de oorlog niet
zouden winnen. Om de eer van het Duitse leger te behouden wilde ze dat het parlement initiatief
nam voor een wapenstilstand. Voor de Duitse bevolking was het verlies een grote schrik, door
censuur en propaganda leek het juist goed te gaan. Op 9 november gaf het Duitse leger aan niet
meer te willen vechten en keizer Wilhelm II werd ‘verbannen’.
Op 11 november werd de wapenstilstand getekend. Na vier jaar oorlog kwamen de overlevende
soldaten naar huis, deze waren werkeloos. Politiek was Duitsland erg verdeeld.
Tot de zomer van 1919 waren er veel burgeroorlogen in Duitsland, er kwamen verkiezingen met
algemeen kiesrecht en de drie grootste partijen waren SPD, Centrum, DDP, deze hadden eind 1918
aangedrongen tot een wapenstilstand. Er werd een nieuwe grondwet geschreven, belangrijk:
parlementaire democratie, gelijkheid van iedereen voor de wet en gegarandeerde rechten en vrijheid
voor iedere burger. Wetgevende macht: parlement, uitvoerende macht: regering. De rijkspresident
werd gekozen door het volk, kon regeringen benoemen en ontslaan en de noodtoestand uitroepen.
De vrede van Versailles hield een aantal dingen in: 1. Duitsland verloor een deel van het Noorden aan
Denemarken, een deel van het oosten aan Polen, Danzig werd een vrije stad, Elzas-Lotharingen ging
naar Frankrijk en België kreeg Eupen-Malmedy. 2. Duitsland mocht een leger van max 100.000
beroepssoldaten, geen luchtmacht of oorlogsvloot en de wapenindustrie werd stilgelegd. Ook moest
het Rijngebied tussen Frankrijk en Duitsland gedemilitariseerd worden. 3. Duitsland moest alle
schaden in Frankrijk, Engeland en België vergoeden, dit was 132 miljard goudmark/47kg goud. De
Duitse regering mocht niet aanwezig zijn tijdens het opstellen van het verdrag en moesten het
accepteren anders zou de oorlog hervat worden. Ook kreeg Duitsland de alleen schuld.
Door het nationalisme konden de Duitsers niet goed accepteren dat ze verloren hadden. De
dolkstootlegende ontstond, Duitsland had verloren doordat eigen politici zich tegen het volk keerde.
Duitsland was 75% van de ijzervoorraad en 6,5 miljoen inwoners verloren met de gebieden die ze
moesten in leveren. Hierdoor konden ze de financiële afspraken lang niet nakomen. In 1923 kon
Duitsland niet meer betalen en nam Frankrijk het Ruhrgebied in, de Duitse regering riep eens staking
in die gebieden op en dit gebeurde. Om de lonen te kunnen blijven betalen liet de regering geld
bijdrukken hyperinflatie. Amerika hielp Duitsland, Duitsland kreeg een nieuwe munt en veel
leningen van Amerika. Economische kringloop Amerika-> Duitsland -> Frankrijk en Engeland
Amerika. Duitse economie en verhouding met het buitenland werd beter.
Tijdens de oorlog was er veel vraag naar Amerikaanse producten, na de oorlog nam dit af maar
Amerika bleef veel produceren. Overproductie prijzen gingen omlaag en veel werknemers werden
ontslagen, de Amerikaanse burgers consumeerde minderminder vraag naar producten. 24 oktober
1929 beurskrach, veel faillissementen. Doordat Amerika veel landen geld leende en dit nu terug
wilde ontstond er een wereldcrisis. Duitsland, werkeloosheid steeg enorm en veel politieke onrust.
Hitler was leider van de NSDAP (extreem rechts). De ideologie was anders dan het fascisme door het
antisemitisme (Jodenhaat). Fascisme + racisme = Duits nationaalsocialisme. Fascisme: 1, eenheid van
de natie. 2, verheerlijking van geweld en militarisme 3, gevoel en intuïtie belangrijker dan verstand.
4, leidersbeginsel natuurlijke ongelijkheid.
November 1923 mislukte Hitler zijn staatsgreep, tijdens zijn 9 maanden gevangenis schreef hij ‘Mein
Kampf” Hij besloot mee te doen met de democratie en werd de NSDAP na de Beurskrach ging de
partij het goed doen. In 1930 NSDAP massaorganisatie, Hitler maakte gebruik van propaganda en
massabijeenkomsten met toespraken van Hitler, 30 januari 1933 Hitler rijkskanslier.
-? De NSDAP aan zet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iristextor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.01. You're not tied to anything after your purchase.