Samenvatting Nectar 4VWO H8 Kenmerken van een ecosysteem
1 view 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Nectar vwo 4
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 8 van het boek Nectar, 4VWO. Voor het vak biologie. Je kan ook alle samenvattingen van 4VWO of voor heel de bovenbouw voor een kleinere prijs aanschaffen.
Biologie samenvatting zodat je zeker een voldoende haalt
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5527)
Seller
Follow
spciere
Reviews received
Content preview
H8 Kenmerken van een ecosysteem
8.1 Populatiedynamiek in ecosystemen
Ecosysteem: abiotische en biotische factoren, in een complex samenspel. Dankzij de kringlopen van
stoffen kan een ecosysteem zijn grond hergebruiken. Elke voedselketen in een ecosysteem begint bij
producenten. Zonlicht levert de energie voor fotosynthese. Het begint met de anorganische stoffen
CO en H O. Het energierijke product van fotosynthese, glucose is een organische stof (stof met een
2 2
C-keten en C-H- bindingen in het molecuul). Via processen van voortgezette assimilatie maakt een
producent uit glucose zetmeel, eiwitten, vetten en vitamines. Die zijn het materiaal dat organismen
als bouwstof, energierijke brandstof en beschermende stof doorgeven in de voedselketens. De eters
zijn consumenten: ze halen organische stoffen uit andere organismen. Dode resten, detritus, zijn
voedsel voor de afvaleters: de detrituseters. De restjes zijn voor de reducenten zoals bacteriën en
schimmels die de organische in anorganische stoffen omzetten (afbrekers, 93B). De organische
stoffen is gebruikt voor bijvoorbeeld beweging. De ontstane warmte verlaat het ecosysteem.
Door een groter voedselaanbod komen er ook meer producenten. Een beperkende factor kan bv. de
nestgelegenheid zijn. Draagkracht: de maximale populatiegrootte die een gebied gedurende lange
tijd kan onderhouden.
Bij een voedselweb heeft de toe- en afname van een populatie als biotische factor invloed op andere
organismen en kan zelfs het hele ecosysteem veranderen. Bijvoorbeeld het afnemen van konijn,
betekend een afname van de abiotische factor nestgelegenheid. Populatiedynamiek:
schommelingen in de populatiegrootte of het verdwijnen en ontstaan van populaties.
Een te groot aantal grazers kan de draagkracht van het ecosysteem overschrijden en een verstoring
veroorzaken: een snelle en blijvende verandering in een ecosysteem. Predatoren zijn niet altijd een
oplossing, het kan er ook voor zorgen dat andere dieren vertrekken of opgegeten worden. Een
abiotische factor kan ook zorgen voor een verstoring, bijvoorbeeld een overstroming. Tot slot
veroorzaken menselijke activiteiten er veel.
8.2 Energie in ecosysteem
De aardatmosfeer absorbeert en reflecteert het grootste deel van de stralingsenergie van de zon.
Een klein deel bereikt het oppervlak. Planten maken via fotosynthese organische stoffen (93A1). De
ecosystemen op aarde draaien op zonne-energie. Algen vormen in de Waddenzee de eerste schakel
in de voedselketen, het zijn dus producenten (P). Garnalen de tweede, zij zijn de consumenten van
de eerste orde (C1). De consumenten erna C2 etc. De producenten vormen het eerste trofische
niveau, de consumenten 1 de tweede etc. (93 E3).
Biologen kiezen liever biomassa dan aantallen om de energie weer te geven. Biomassa is de massa
aan energierijke organische stoffen. Maar eigenlijk werken ze met drooggewicht= versgewicht – het
gewicht aan water. Drooggewicht bestaat ook uit mineralen. Door in de voedselketen steeds voor de
hele populatie het drooggewicht te bepalen, kan je de verhouding in een staafdiagram weergeven. Er
ontstaat dan een piramide van biomassa. Een piramide van biomassa is een momentopname. De
biomassa van producenten kan sterk wisselen. Het jaargemiddelde geeft informatie over de
energiestroom, dat is een piramide van productiviteit.
Heterotrofe organismen krijgen hun energierijke organische stoffen binnen met hun voedsel (I). Een
deel is onverteerbaar en wordt ontlasting (F). De verteerbare wordt gegeven aan het bloed (A). De
opgenomen stoffen gebruikt het lichaam als brandstof (R) of als bouwstof (P). Het brandstofdeel is
voor de dissimilatie voor warmte en beweging, de energie van het bouwstofdeel blijft behouden is, is
in de voedselketen beschikbaar voor het volgende trofische niveau. Het energiestroomschema
(93A2) heeft gevolgen voor de piramide van biomassa. De energie in de organische stoffen blijft voor
de volgende stap een kleine hoeveelheid beschikbaar. Dat is voor alle heterotrofe. Als een
voedselketen vitaal is (evenveel geboren als opgegeten) dan heeft de piramide van productiviteit een
opbouw waarbij elk volgend niveau een grootte heeft van 10% van het vorige.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spciere. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.