P.9 & 10: wat heb je nodig om kwalitatief onderzoeker te worden?
1. Interesse in processen en betekenissen = als je een onderzoek doet naar bv. een
commercial, dan wil je weten wat voor betekenis kijkers geven aan een commercial
en processen: mensen hebben films al eerder hebben gezien, waardoor ze de
commercial leuker vinden; hoe iets ontwikkelt.
We kijken niet naar oorzaak en gevolg en naar effecten
We kijken er niet op een kwantitatieve manier naar
We zijn geïnteresseerd wat die gevoelens en associaties zijn en hoe dat komt.
2. Kritische benadering t.o.v. het leven en kennis =
Je neemt niet zomaar iets aan als waar, je vraagt altijd door. Je wilt weten hoe iets
komt; je kijkt verder. Kritische benadering tot kennis; in KO toets je geen kennis,
maar je ontwikkelt kennis. Je kan later het kwantitatief testen.
Je bent kritisch en je past altijd je hypothesen aan; je past je ideeën telkens aan.
Bij kwantitatief onderzoek begin je met een hypothese toetsen en daar mag je hem
niet aanpassen. Bij KO ontwikkel je nieuwe inzichten en dan pas je je hypothese aan.
3. Ogen en oren =
Goed kijken naar mensen; hoe ze reageren. En luister goed naar de mensen.
4. Reflexiviteit =
Je kunt reflecteren op jezelf, je eigen rol als onderzoeker en de kennis die je
produceert. Je moet reflectie hebben op jezelf, je kan misschien je eigen mening door
laten schemeren in interviews bijvoorbeeld. De onderzoeker speelt een rol in het
onderzoek. Je kan ook de antwoorden verkeerd interpreteren, omdat je al een
mening hebt
5. Goede interactie skills =
Interactie is belangrijk (in tegenstelling tot kwantitatief waar je niemand hoeft te
spreken)
Kwantitatief vs kwalitatief
- Je kan tot dingen komen die je vooraf niet had verwacht
1
, - Kleine steekproef, maar rijke, gedetailleerde data
- Goede ecologische validiteit
- Methode kan worden aangepast
- Is inductief
- Gericht op theorieontwikkeling, niet theorie testen
- Gaat om betekenissen en procesen, niet om relaties en effecten
- Inhoudelijke data en niet oppervlakkig
Wat is kwalitatief onderzoek? (in vergelijking met kwantitatief)
Woorden zijn je data: als mensen praten (woorden) daar maak je een transcript van
en dit ga je samenvatten.
Betekenissen: de betekenissen die mensen ergens aan geven. (aan commercials,
videogames, chats, etc.) Gevoelens, meningen, ervaringen
Dit zijn rijke data (je hebt van veel minder informatie, maar veel rijkere informatie:
meer nuance en meer diepte.)
Het is gericht op theorieontwikkeling. Je ontwikkelt je theorie; je weet misschien nog
niet welke theoretische concepten nog niet toepasbaar zijn, maar je kan ze
bijvoorbeeld proberen te ontwikkelen.
Big Q versus Small Q
Groot kwalitatief onderzoek (Big Q)
In KO zit er een paradigma over hoe je aan kennis komt en hoe je de wereld ziet.
Kwalitatief in de grote zin en welke paradigma’s hierachter zitten
Klein kwalitatief onderzoek (Small Q)
Hier zit geen heel paradigma achter (zoals een epistemologisch perspectief)
Mixed methods = je doet een kwantitatieve survey, maar je stelt ook open vragen
Hier zit ook geen wereldbeeld achter.
2
,Kwantitatief en kwalitatief hebben een groot verschil: de manier waarop je de wereld kan
kennen. Kwantitatief geloven dat we de wereld zoals hij is benaderd kan worden.
Geschiedenis van KO in CW
CW zat eerst in politicologie, psychologie en sociologie
NU: CW is in essentie interdisciplinair: politicologie, psychologie en sociologie.
Hierdoor wordt in CW zowel Kwalitatief als Kwantitatief onderzoek gedaan.
10 Fundamenten van KO
1. KO gaat over betekenis en niet over getallen
Kwantitatief heb je van veel mensen niet veel informatie
Bij KO hebben we een kleinere steekproef maar dieper op in gaan
2. KO geeft niet maar 1 antwoord
er is niet maar een goed antwoord zoals bij statistiek
Twee mensen kunnen hetzelfde interview doen, maar anders samenvatten
Je kunt niet letterlijk 2x hetzelfde antwoord op je RQ hebben
Bij kwanti heb je een hypothese en die ga je toetsen op significantie
Bij kwali zit er veel meer ruimte om je resultaten neer te zetten
3. Context is belangrijk
KO gaat ervanuit dat context een rol speelt in hoe mensen dingen interpreteren.
Context zit in de inhoud (bijvoorbeeld Amerikaans cultureel erfgoed) Context zit in de
inhoud, maar ook in de interpretatie. Amerikanen kunnen de commercial anders
interpreteren dan Nederlanders.
Subjectiviteit: In KO onderzoeken we subjectiviteit: we zijn geïnteresseerd of mensen
het fenomeen wel herkennen en de ander niet. Het ene verslag is niet anders dan het
andere, hier speelt je subjectiviteit een rol. In kwanti is dit heel raar. Dit heeft te
maken met dat er een kwantitatief onderzoek een ander paradigma zit.
In kwali accepteren we subjectiviteit
4. KO kan ervaringsgericht of kritisch zijn
Ervaringsgericht= onderzoekt de ervaringen van mensen: mensen vertellen je hun
ervaringen. In deze cursus staat dit centraal.
3
, Kritisch onderzoek = graaft dieper onder de ervaringen van mensen, bijvoorbeeld
cultuur en ongeschreven regels die ergens onder zitten.
5. KO wordt onderbouwd door ontologische assumpties
Ontologie= zijnsleer
Relativisme =alles is relatief; er is geen werkelijkheid; iedereen heeft zijn eigen
werkelijkheid (kwali)
Realisme = er is maar een realiteit die we objectief kunnen kennen (kwanti)
Kritisch realisme = je gaat er van uit dat er een werkelijkheid is, maar dat het afhangt
van de onderzoeker. Zit tussen realisme relativisme is. Er is een objectief realisme,
maar iedereen bekijkt dit op een andere manier. Iedereen kijkt er vanuit zijn eigen
context naar.
VB: shampoomerken met dunne modellen. Nu zijn modellen voller. Je kan vanuit het
relativisme zeggen dat iedereen zijn eigen mening heeft, de een vindt van wel en de
ander van niet. Vanuit het kritisch realisme zeggen ze dat er wel een werkelijkheid is,
maar ieder met een andere interpretatie. Deze middenpositie komt het meest voor
in KO.
6. KO gaat over epistemologische assumpties
=Hoe je kennis ziet
Positivisme = observeerbare feiten. Er is een werkelijkheid buiten ons met
observeerbare feiten die we objectief kunnen meten. Daar zijn effecten van
videogames of niet en die effecten kan je vaststellen
Constructionisme = kennis die wij als onderzoeker opdoen is geconstrueerd. De
kennis is het product zoals de onderzoeker het heeft geconstrueerd heeft.
Contextualisme = we komen tot kennis en hier speelt context een rol. Het feit dat de
een op de ene samenvatting komt en de ander een ander, kan te maken met de
context (zoals leeftijd) waarbij subjectiviteit een rol in speelt. We willen een soort
waarheid achterhalen, maar dat dit gebonden is aan context. De kennis, maar ook de
onderzoeker, is context gebonden.
7. KO gaat over kwalitatieve methodologie
Groot KO = we kijken naar het paradigma dat erachter ligt (filosofische
wereldbeelden)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannedebrij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.