100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Chemie 5VWO H12 Medicijnen op hun plek $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Chemie 5VWO H12 Medicijnen op hun plek

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Van alle hoofdstukken van Chemie, scheikunde heb ik samenvattingen gemaakt in 4, 5 en 6 VWO. In mijn samenvattingen staan ook tips, waar je extra op moet letten. Je kan ook een bundel aanschaffen, dit is voordeliger. Dit is hoofdstuk 12 van 5 VWO.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • H12
  • October 25, 2021
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
H12 Medicijnen op hun plek
12.1 Een medicijn op weg
In aspirine zit acetylsalicylzuur, de ester van salicylzuur en ethaanzuur. Bij sommige mensen
hydrolyseert deze ester waardoor je maagklachten kan krijgen. In een medicijn zit een bindmiddel,
conserveringsmiddel en een stof die ervoor zorgt dat het op de goede plek uiteenvalt.
Een medicijn kan pas in de maagwand of in de darm opgenomen worden in het bloed. De darmen
hebben een groot oppervlak wat de opname van werkzame stoffen in de bloedbaan bevordert. Het
transport van de werkzame stof vanuit de maag of darm naar bloed hangt af van: 1. Diffusie: de
moleculen van een stof gaan van een plek met hoge concentratie naar lage concentratie. En 2: de pH.
De werkzame stof ondergaat 4 stappen: opname in het bloed, verdeling over het lichaam, omzetting
en uitscheiding.
De stof moet wanden passeren die uit cellen bestaan. Het celmembraan vormt een barrière voor
deeltjes die de cel in of uit willen en bestaat uit een dubbellaag van deeltjes met een hydrofiele kop
en een hydrofobe staart. Om het hydrofobe (binnenkant) deel van het celmembraan te kunnen
passeren moet een deeltje niet al te groot en enigszins hydrofoob zijn. Ook bevat het membraan
hydrofiele poriën waar kleine hydrofiele deeltjes of ionen doorheen kunnen.
Het pH van de omgeving beïnvloedt het hydrofobe/fiele karakter van moleculen. Een zuur met een
COOH-groep kan een H+ afstaan in basisch milieu (laag pH) en zal het molecuul veranderen in een
negatief ion. Paracetamol bevat NH (basisch) en kan dus H+ opnemen. Door de lading verandering
veranderd de mogelijkheid om door een membraan getransporteerd te worden.
12.2 Transport en pH
Acetylsalicylzuur valt uiteen in een negatief zuurrestion (H+ afstaan) terwijl een watermolecuul een
H+ opneemt. De theorie over zuren en basen moet worden aangepast. Stel je hebt 2 zuren, A en B
waarvan A een hogere pH heeft. Dan is [H3O+] in 1,0 M van A lager dan die van B. A geleidt dan ook
minder stroom en er komen dus minder vrije ionen in voor. Wanneer je een zuur in water mengt
gebeuren er 2 dingen: 1. Het zuur lost op 2. Dat wordt gevolgd door de reactie van het zuur met
water. Voorbeeld:
1. HCl (g) -> HCl (aq)
2. HCl (aq) + H2O (l) -> H3O+ (aq) + Cl- (aq)
Totaal: HCl (g) +H2O (l) -> H3O+ (aq) + Cl- (aq)
Het zijn aflopende reacties: uit 1 mol HCl ontstaat zowel 1 mol H3O+ als Cl-. Wanneer een zuur
volledig reageert met water, heb je een sterk zuur, zoals stof B. Notatie van sterk zuur HA is H3O+
(aq) + A- (aq).
Wanneer je een zwak zuur hebt, ontstaat er een evenwichtsreactie, uit 1 mol beginstof ontstaat dan
minder dan 1 mol H3O+. Voorbeeld:
1. CH3COOH (l) -> CH3COOH (aq)
2. CH3COOH (aq) + H2O (l) dubbele pijlen H3O+ (aq) + CH3COO- (aq)
Hier ligt het evenwicht links, de concentratie links is veel groter dan rechts. De notatie van een zwak
zuur HA is HA (aq). CH3COOH (aq) en CH3COO- (aq) zijn een zuur-basekoppel. CH3COO – is de
geconjugeerde base van CH3COOH. In de linker kolom van Binas tabel 49 kan je zien of een zuur
sterk of zwak is; boven H3O+ (aq) is sterk, eronder is zwak. De zuren staan van sterk (boven) naar
zwak (beneden). HNO3 = salpeterzuur en H2SO4 is zwavelzuur.
Je hebt ook sterke en zwakke basen. Als je een sterke base in water doet, nemen alle deeltjes een H+
van het watermolecuul op. Sterke basen:
1. Na2O (s) -> 2 Na+ (aq) + O2- (aq)
2. O2- (aq) + H2O (l) -> 2 Na+ (aq) + 2 OH- (aq)

, Totaal: Na2O (s) -> 2 Na+ (aq) + 2 OH- (aq)
Natronloog is dus het eindproduct
Er zijn ook zwakke base, die niet alle H+ opnemen.
1. NH3 (g) -> NH3 (aq)
2. NH3 (aq) + H2O (l) dubbele pijlen NH4+ (aq) + OH- (aq)
Ook hier ligt het evenwicht links, ammoniak oplossing is dus NH3 (aq). De notatie van een zwakke
base is B(aq). Ook hier is NH4+ het geconjugeerde zuur van de base NH3. NH4+ en NH3 zijn ook een
zuur- basekoppel. Rechtsonder in Binas 49 staan de sterke basen (onder OH-), boven OH- staan de
zwakke basen.
Hoe zwakker het zuur, hoe sterker de geconjugeerde base en hoe zwakker de base, hoe sterker het
geconjugeerde zuur.
Bij CH3COOH (aq) + H2O (l) dubbele pijlen H3O+ (aq) + CH3COO- (aq) hoort de
evenwichtsvoorwaarde: K= [H3O+][CH3COO-]/[CH3COOH][H2O]
Omdat de concentratie H2O nauwelijks veranderd door de grote hoeveelheid (het is namelijk zowel
oplosmiddel als reactant) kan je H2O buiten beschouwing laten. Dit is bij alle constante
concentraties. Je krijgt dan:
K x [H2O] = Kz = [H3O+][CH3COO-]/[CH3COOH]
Kz is de zuurconstante, ook te vinden in Binas tabel 49. De Kz waarden nemen van boven naar
beneden af. Hoe kleiner Kz, hoe zwakker het zuur. Je hebt ook pKz, je weet ph=-log[H3O+], dus
pKz=-logKz. Ook heb je een Kb, dat is hetzelfde als Kz maar dan van een base, de baseconstante.
In medicijnen zit vaak een zwak zuur of base, er stelt zich dan een evenwicht in dat pH afhankelijk is.
Bij acetylsalicylzuur: HAsp, stelt zich een evenwicht in: HAsp (aq) +H2O (l) dubbele pijlen H3O+ (aq) +
Asp- (aq). Bij lage pH (de maag) is [H3O+] hoog, de reactie naar links is dan in het voordeel waardoor
het zuur voornamelijk in de vorm HAsp aanwezig is en het membraan kan passeren. Paracetamol en
morfine worden voornamelijk in de dunne darm opgenomen, het is een zwakke base en heeft dus
een hoog pH nodig om in neutrale vorm het membraan te passeren.
12.3 Zuur-base reacties
Een sterk zuur en een sterke base reageren altijd met elkaar. Het zuur links moet boven de base
staan. De reactie tussen een zwak zuur en een zwakke base kan verlopen als het zuur en de base die
bij de reactie verdwijnen sterker zijn dan het zuur en de base die bij de reactie ontstaan.
Voorbeeld: geef de vergelijking van de reactie als bij een natriumsulfideoplossing een overmaat van
een ethaanzuuroplossing gevoegd wordt.
1. Ga na wat het zuur en wat de base is en geef de juiste notaties van de oplossingen van beide
Zwak zuur: CH3COOH (aq), zwakke base: S2- (aq) in de natriumsulfide-oplossing (2 Na+ (aq) + S2-
(aq)).
2. Kijk in tabel 49 of het zuur dat verdwijnt sterker is dan het zuur dat ontstaat
Het zuur CH3COOH is sterker dan HS- en ook sterker dan H2S dat kan ontstaan, bij een overmaat aan
CH3COOH zal H2S ontstaan.
3. Stel de reactievergelijking op
2 CH3COOH (aq) + S2- (aq) -> 2 CH3COO- (aq) + H2S (aq)
Ik vond dit best een lastig onderwerp, wat mij heeft geholpen zijn filmpjes op internet en de
voorbeelden en opgaven in het boek bekijken totdat ik dit onderwerp volledig snapte.

12.4 Rekenen aan medicijnentransport
Ionisatiepercentage: het percentage van het zuur van een zure oplossing dat een H+ heeft afgestaan.
Voor pH rekening aan zwakke zuren (of base) gebruik je de evenwichtsvoorwaarde en de waarde van
de zuurconstante (of baseconstante).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophieCiere. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added