100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding Recht volledige Samenvatting - Cliteur en Ellian $7.10
Add to cart

Summary

Inleiding Recht volledige Samenvatting - Cliteur en Ellian

 24 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het volledige boek Inleiding Recht van Cliteur en Ellian, gebruikt voor onder andere het vak Inleiding Recht op de Universiteit Leiden, maar ook op andere studies.

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 35  pages

  • Yes
  • October 25, 2021
  • October 27, 2021
  • 35
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1, Terreinverkenning
------------------------------------------------------------

Zodra twee mensen met elkaar in contact komen ontstaat er recht.

Recht = Geheel van regels of normen dat het maatschappelijk verkeer in banen leidt en een
remedie aandraagt voor de problemen die rijzen wanneer mensen zich niet gedragen naar
hetgeen wat men van elkaar mag verwachten. (een echte definitie van recht bestaat niet)
Doel: Realiseren van een toestand van rust en rechtvaardigheid in onderlinge
betrekkingen. / Ordening in de maatschappij aan te brengen

De moraal is meer gericht op intentie; de bedoeling van het handelen.

Verschil recht en moraal:
- Het recht houdt zich bezig met de uiterlijke gedragingen, moraal met innerlijk van de
mens
- Het recht staat voor sancties, moraal alleen soms voor sancties die de wet niet
raken. Het recht heeft er een heel instituut voor.
- Dwang in recht is letterlijk, dwang in moreel is meestal gewetensdwang of dwang
door sociale uitsluiting.

Objectief recht = Recht als geheel van regels of normen in de samenleving.
Subjectief recht = Een bepaalde bevoegdheid. → vaak de bevoegdheid die iemand ontleend
aan een objectief recht (in eigenlijke zin), soms ook gewoon los van objectief recht op bv
natuurrecht. (in een minder enge zin) (discussiepunt tussen meerdere auteurs).

Rationalistisch natuurrecht = Gaat ervan uit dat mensen krachtens kun menszijn rechten
toekomen. Rechten die zijn ontstaan zonder menselijke consensus of een wetgever, ze
gelden van nature.
Vier beginselen (Hugo de Grote)
1. Het principe van mijn en dijn (eigendomsrecht).
2. Het principe van afspraken moeten nakomen.
3. Het principe dat schade door schuld veroorzaakt moet worden vergoed.
4. Het principe dat inbreuken op natuurrecht en ander recht moet worden gestraft.

Positief recht = Recht dat geldt door uitvaardiging; het wordt door de staat afgekondigd.
Natuurrecht = Niet door mensen gemaakt, maar van nature, onafhankelijk van menselijke
wilsbeslissingen.


Publiek recht Privaatrecht

Betrekking op de staat Betrekking op individuen

Algemeen belang centraal Particuliere belangen centraal

Overheid-burger : geen gelijke Burger-burger: gelijke partijen
partijen tegenover elkaar




1

, Initiatief vanuit de overheid Initiatief vanuit de burger

Staatsrecht, strafrecht, Personen- en familierecht,
bestuursrecht vermogensrecht
→ de scheidingslijn is niet altijd duidelijk; zoals bv bij familierecht of arbeidsrecht.

Interactiebenadering = Privaatrecht als uitgangspunt → ziet het recht als spontane ordening;
het is het codificeren van wat er in de maatschappij is gegroeid door eerdere
overeenkomsten tussen mensen. (sociologische rechtsbeschouwing)

Publiek recht als uitgangspunt → ziet de oorsprong van recht in dwang die wordt
uitgeoefend door een superieur.

Dwingend recht = regels waarvan niet mag worden afgeweken, ook al zou het bij onderlinge
overeenkomst afgesproken worden. (bv personen- en familierecht)
Aanvullend / regelend recht = recht dat geldt wanneer partijen zelf niets anders zijn
overeengekomen. De wetgever komt ten hulp bij gebreken in de overeenkomst. (bv burgerlijk
recht)
→ Vuistregel: Het gaat om dwingend recht wanneer de geregelde materie betrekking heeft
op openbare orde of goede zeden.

Formeel recht = procesrecht = de regeling van de procedure van het rechtsgeding. De
Rechterlijke Organisatie (RO) behoort ook tot formeel recht. Art 2 stelt dat tot de rechterlijke
macht behoren:
- de rechtbanken
- de gerechtshoven
- de Hoge Raad
Materieel recht = Geboden en verboden en hoe de overheid hierop reageert.

Familierecht = de niet op geld waarneembare rechten en verplichtingen
Vermogensrechten = de wel op geld waardeerbare betrekkingen

Overeenkomst = de afspraken die mensen met elkaar maken
Contractanten / partijen = de mensen die de overeenkomst sluiten
Verbintenissen = wederzijdse rechten en plichten die voortvloeien uit de overeenkomst
Schuldenaar / debiteur = de partij die tot iets verplicht is
Schuldeiser / crediteur = partij die recht op iets heeft
→ in de meeste overeenkomsten zijn beide partijen beide crediteur als debiteur.

Strafrecht =
- Komt pas in het geding als andere middelen hebben gefaald → werkt aanvullend ten
opzichte van andere normstelsels.
- Gaat over normen die zo belangrijk worden geacht dat er niet aan burgers kan
worden overgelaten of zij daarover een procedure willen volgen.
- Heeft strengere regels voor handhaving: een straf, een bewuste leedtoevoeging =
een sanctierecht.
- Verdeelbaar in misdrijven en overtredingen



2

, - Verdeelbaar in opzet (doleuze delicten) of schuld (culpoze delicten)
- Materiële strafrecht → wetboek Sr, Formele strafrecht → wetboek Sv.
Staatsrecht = De belangrijkste regels van de nationale ordening van het overheidsapparaat,
van de invloed van de burgers daarop, van de burgerlijke rechten en vrijheden.
- Voornamelijk te vinden in de GW. Maar ook in organieke wetten zoals de kieswet,
provinciewet, wet op raad van state etc.

Grondwet vs constitutie
Constitutie is een ruimer begrip, naast belangrijke bepalingen van het staatsrecht
als geschreven document heeft de constitutie ook het ongeschreven recht
meegenomen op het gebied van staatsinrichting.

NL is een constitutionele monarchie met parlementair stelsel.
Monarchie: koning aan het hoofd
Constitutioneel: koning niet allemachtig, maar gebonden aan grondwet of constitutie
Parlementair stelsel: systeem van democratische besluitvorming, vast aan het
vertrouwen van volksvertegenwoordiging, indirecte invloed van het volk.
NL is ook een gedecentraliseerde overheid.
= centrale overheid met lagere overheden die bestuurlijke bevoegdheden hebben op
territoriaal of functioneel (bepaalde belangen) gebied.
Zij krijgen dan autonomie (volledige regeling overgelaten) of medebewind
(meewerken
aan een hogere regeling)

Bestuursrecht = Geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de bestuurstaak van de
overheid; de regels betreffende de overheidsbemoeienis met het maatschappelijke leven.
→ belangrijk deel van het ongeschreven recht wordt gevormd door de zogenaamde algemene
beginselen van behoorlijk bestuur; algemene principes die het bestuur bij het voorbereiden en nemen
van zijn beslissingen in acht zou moeten nemen.

(formele) Rechtsbronnen = identificatiemiddelen voor het geldende recht. Alle regels die
eruit voortvloeien zijn rechtsregels, regels die behoren tot het positieve recht.
Positief recht = het geldende recht in een gemeenschap.
Rechtsbronnen in NL rechtsstelsel:
- De wet
- De gewoonte
Onder voorwaarden:
1. Herhaling van gedragingen
2. Overtuiging dat men zich zo behoort te gedragen als gevolg van rechtsplicht

Verschil wet en gewoonte:
1. bewuste schepping vs geleidelijk ontstaan
2. product van hogerhand vs spontaan tussen menselijke interactie
3. geschreven (uitgevaardigd) vs ongeschreven recht
4. gelijk vs herhaling nodig
- De rechtspraak
verschil wet en rechtspraak
1. algemene voorschriften vs concrete oordelen
2. vooraf reguleren vs achteraf reguleren
3. voor iedereen vs alleen voor de procederende partijen



3

, - Het verdrag
normale verdeling:
Dualistisch: Geen doorwerking: Internationaal en nationaal zijn
gescheiden rechtsorden, het dient omgezet te worden naar nationaal recht voordat het geldt.
→ transformatieleer
Monistisch: Doorwerking: Geen gescheiden rechtsorden, heeft voorrang op nationaal recht.
(Nederland)
Bij verdragen:
Bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die
naar
haar inhoud een ieder kunnen verbinden. Hebben verbindende kracht zodra zij zijn
bekendgemaakt.

Wet in formele zin = Ieder gezamenlijk besluit van regering en Staten-Generaal dat volgens
bepaalde procedure tot stand is gekomen.

Wet in materiële zin = Ieder naar buiten werkende algemene de burgers bindende regeling,
uitgaande van een overheidsorgaan, dat zijn bevoegdheid daartoe direct ontleent aan een
wet in formele zin.

→ 3 categorieën: wetten:
1. Alleen formeel (bv begrotingswet)
2. Zowel formeel als materieel (BW, Sr, Huurwet, Opiumwet, Wegenverkeerswet)
3. Alleen materieel (verordeningen van de gemeente)

Hiërarchie in de wetgeving:
1. Hoge wet voor lage wet
uitzondering: toetsingsverbod = in NL is toetsing van een wet in formele zin aan de GW niet
toegestaan.
2. Later wet voor eerdere wet
3. Bijzondere wet voor algemene

Voordelen van wettenrecht:
- Zekerheid; voorspelbaar
nuancering: concrete gevallen blijken niet altijd te voorspellen zijn, er komt interpretatie aan te
pas.
- Duidelijkheid

Codificeren = het vastleggen van de hele rechtsstof in wetboeken.
→ gebeurd wanneer rechtsonzekerheid onder de oude toestand te groot is.

Montesquieu: trias-politica = machtenscheiding
1. Wetgevende functie
2. Uitvoerende functie
3. Rechterlijke functie
→ Moeten elkaar in evenwicht houden en controleren.

Legisme = de rechter moet zich strikt beperken tot het toepassen van het recht zoals dat
door de wetgever is gemaakt. (gesteund door empirisme/positivisme)



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student5409. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.10  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added